Casus 5 Borderline Personality Disorder
1. Wat is het klinische beeld (fenomenologie) van borderline
PD?
Bron: DSM-V
Een doordringend patroon van instabiliteit van interpersoonlijke relaties,
zelfbeeld, en affecten, en uitgesproken impulsiviteit, beginnend op vroege
volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals blijkt uit vijf
(of meer) van de volgende zaken:
1. Verwoede pogingen om echte of ingebeelde verlating te vermijden.
(Opmerking: Hieronder valt niet suïcidaal of zelf verminkend gedrag zoals
beschreven in Criterium 5.)
2. Een patroon van onstabiele en intense interpersoonlijke relaties
gekenmerkt door afwisselend extremen van idealisering en devaluatie.
3. Identiteitsstoornis: duidelijk en aanhoudend instabiel zelfbeeld of gevoel
van eigenwaarde.
4. Impulsiviteit op ten minste twee gebieden die potentieel
zelfbeschadigend zijn (bijv. uitgaven, seks,
drugsgebruik, roekeloos rijden, eetbuien). (Opmerking: Reken suïcidaal of
zelf mutilerend gedrag dat onder Criterium 5 valt niet mee).
5. Terugkerend suïcidaal gedrag, gebaren of bedreigingen, of zelf
mutilerend gedrag.
6. Affectieve instabiliteit als gevolg van een duidelijke reactiviteit van de
stemming (bijvoorbeeld intense episodische dysforie, prikkelbaarheid of
angst die gewoonlijk enkele uren duren en slechts zelden langer dan
enkele dagen).
7. Chronische gevoelens van leegte.
8. Ongepaste, intense woede of moeite om woede onder controle te
houden (bijv.
woede, constante woede, terugkerende fysieke gevechten).
9. Voorbijgaande, stress gerelateerde paranoïde ideatie of ernstige
dissociatieve symptomen.
Filmpje
Grootste kenmerk in het filmpje was automutilatie (zelfbeschadiging).
- Negatief zelfbeeld/ zelfhaat
- Wordt niet blij met naar zichzelf kijken, ik moet kapot wanneer ze
in de spiegel kijkt
- Veel nadruk op suïcide
- In haar eigen wereld
Volwassen vrouw
, - Veel pijn
- Depressie
- Overspoelen met gevoelens
- Weer nadruk op suicide
2. Wat is het empirisch bewijs voor de relatie tussen
emotionele respons en borderline PD? Wat zouden
mogelijke verklaringen kunnen zijn voor discrepanties en
welke kwesties moeten worden overwogen bij het
uitvoeren van studies naar emotionele respons in
borderline PD?
Rosenthal, M.Z., Gratz, K.L., Kosson, D.S., Cheavens, J.S., Lejuez, C.W.,
Lynch, T.R. (2008). Borderline personality disorder and emotional
responding: a review of the research literature. Clinical Psychological
Review, 28, 75-91. Note: Paragraph 6 can be skipped. Note: Read for a
summary on the neuroimaging studies Krauze-Utz et al. (2014).
Wat is het empirisch bewijs voor de relatie tussen emotionele
respons en borderline PD?
Emotionele disfunctie wordt gezien als een kernkenmerk van BPD. Deze
conclusie wordt echter voornamelijk getrokken op basis van
zelfrapportages, waarbij BPD-patiënten vaak aangeven emotioneel
intenser te zijn, meer negatieve emoties te ervaren, en grotere affectieve
instabiliteit te hebben dan controlepersonen. Studies die gebruikmaken
van gedrags- en psychofysiologische maatregelen tonen gemengde
resultaten. Bepaalde neuroimaging-studies tonen afwijkingen in limbische
structuren bij BPD-patiënten, wat suggereert dat er mogelijk een
neurologische basis is voor emotionele disfunctie in BPD.
Wat zouden mogelijke verklaringen kunnen zijn voor
discrepanties?
- Zelfrapportage Bias: Er is een mogelijkheid dat BPD-patiënten
bevooroordeeld zijn in hun zelfrapportages, wat kan leiden tot
discrepanties tussen zelfgerapporteerde emotionele intensiteit en
objectieve metingen.
- Invloed van Medicatie: Veel BPD-patiënten gebruiken medicatie,
wat de resultaten van studies kan beïnvloeden.
- Dissociatie: Dit kan een verklaring zijn voor waarom sommige
studies geen verhoogde emotionele labiliteit vinden bij BPD-
patiënten. Tijdens dissociatie kunnen patiënten zich afsluiten van
hun omgeving en emoties, wat kan leiden tot verminderde reacties
in bepaalde experimentele situaties.
- Heterogeniteit van de Stoornis: Er kunnen subgroepen van BPD-
patiënten zijn die verschillend reageren op emotioneel uitlokkende
stimuli.
, - Methodologische Verschillen: Variaties in gebruikte
meetmethoden, deelnemerscriteria, en andere factoren kunnen
leiden tot tegenstrijdige resultaten.
- Welke kwesties moeten worden overwogen bij het uitvoeren
van studies naar emotionele respons in borderline PD?
- Laboratoriumonderzoek Uitdagingen: Het onderzoeken van
emotionele reacties bij een ernstig gestoorde populatie zoals BPD is
uitdagend en risicovol, met name vanwege de hoge prevalentie van
zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag.
- Effect van Psychofarmaca: Onderzoekers moeten rekening
houden met de mogelijke invloeden van medicatiegebruik op hun
resultaten.
- Interne vs. Externe Validiteit: Onderzoekers moeten de voor- en
nadelen van strakke laboratoriumcontrole (interne validiteit)
afwegen tegen de algemene toepasbaarheid van hun resultaten
(externe validiteit).
- Diversiteit van Emotionele Stimuli: Onderzoekers moeten
zorgvuldig hun emotionele stimuli kiezen, waarbij ze ervoor zorgen
dat deze zowel persoonlijk als klinisch relevant zijn voor BPD.
• Invloed van Comorbiditeit en Medicatie: De sterke associatie
van BPD met andere psychiatrische stoornissen en het gebruik van
medicatie kan resultaten beïnvloeden. Onderzoekers moeten duidelijke
inclusie- en exclusiecriteria stellen en de mogelijke effecten van deze
factoren in hun analyses overwegen.
• Erkenning van Conflicterende Resultaten: Onderzoekers
moeten de mogelijkheid erkennen van conflicterende resultaten tussen
verschillende emotionele reactiesystemen en begrijpen dat deze niet
noodzakelijk het gevolg zijn van meetfouten.
3. Hoe zouden verschillende etiologische theorieën de aard
en oorzaken van de stoornis kunnen verklaren?
- Wat zijn de soorten neurologische afwijkingen die
worden gevonden bij borderline PD?
Krause-Utz, A., Winter, D., Niedtfeld, I. & Schmahl, C. (2014). The latest
neuroimaging findings in Borderline Personality Disorder. Current
Psychiatry Reports, 16, 438. Note: It is not necessary to remember all
brain areas presented in the article. However, you need to be able to give
the general structural, functional and connectivity brain abnormalities
related to certain BPD symptoms.
Samenvatting hoofdstuk 6 Neuroimaging uit: Rosenthal, M.Z., Gratz,
K.L., Kosson, D.S., Cheavens, J.S., Lejuez, C.W., Lynch, T.R. (2008).
Borderline personality disorder and emotional responding: a review of the
research literature. Clinical Psychological Review, 28, 75-91.
Note: Paragraph 6 can be skipped. Note: Read for a summary on the
neuroimaging studies Krauze-Utz et al. (2014).