Samenvatting internationale economie
Inleiding
1. Globalisation: an overview
2. Trade flows explained: the Ricardian model and the Heckscher-Ohlin model, etc.
3. The instruments of trade policy
4. The political economy of trade policy
5. Factor movements
6. WTO, TTIP,…
7. National income accounting and balance of payments
8. Exchange rates in the short and the long run
9. Exchange rate systems & macroeconomics
10. The international monetary system: an historical overview & International Monetary Fund
Hoofdstuk 1: Globalisation: an overview (the statistics of globalization)
Structure first chapter:
Globalization
Trade
o Size of trade
o Openness
o Trade in goods
o Trade in services
Factors of production
o Labour migration
o Capital
o Currencies
1.1 Globalization: increased trade and factor migration
Globalization means an increasing of trade and factor migration.
Globalisering is een toenemend proces van economische, culturele en politieke integratie op
mondiaal niveau. Door de openstelling van grenzen tussen landen, kunnen goederen en
diensten zich gemakkelijker verplaatsen.
Inputs production process outputs
- inputs = factors of production (productiefactoren zoals arbeid en kapitaal, gebruikt om te
produceren).
o labour and capital
- outputs = goods and services (goederen en diensten geproduceerd door de
productiefactoren in het productieproces).
- Labour, capital, goods, services cross borders:
1
, o rise of international trade and international factor migration (migratie van de
productiefactoren, bv: Polen die werken in de bouw.)
Hoe meer input en output de grenzen overschrijdt, hoe meer globalisering er zal zijn.
Globalization in historical perspective
Globalisering is niet iets van de afgelopen decennia, het is al veel langer aan de gang. Figuur:
- Growth is lower
- Trade growth is increasing
- Migration of people (labour)
Causes of globalization
- less bariers (tariffs, regulation, … ) minder handelsbelemmeringen tussen de landen
- less transportation and transaction costs minder transactie en transport kosten dankzij
technologische vooruitgangen, waardoor handel zal toenenem en dus ook globalisatie zal
toenemen.
Communication and transport costs in 1990 US$:
Sea freight Air transport Phone call (3 Information
(per ton) (per 100 min. New York – processing
passenger London) (processing cost;
mile) 1980 = 100)
1920 95
1930 60 68 245
1940 63 46 189
1950 34 30 53
1960 27 24 46
1970 27 16 32
1980 24 10 5 100
1990 15 11 3 3
2000 12 7 3 0,5
2005 13 7 3 0,3
2
,Tabel toont aan dat het veel goedkoper wordt op elk vlak om goederen en diensten te kunnen
verplaatsen, waardoor er meer handel zal zijn belangrijke reden voor de stijging van
internationale handel.
1.1.1 Size of trade
World trade in goods and services (in biljoen $, in absolute waarde)
2005 2010 2014
Goods 10159 15238 19002
Services 2415 3665 4872
Het aandeel van de goederen is veel groter dan dat van de diensten, maar daarom niet zozeer
belangrijker! Diensten even belangrijk als goederen.
(het
volume)
Export volume stijgt (net zoals we zagen in de tabel dat de wereldhandel stijgt, zien we ook op deze
grafiek dat de wereldhandel stijgt). In 2009 zien we wel het effect van de crisis in 2009 die de trend
onderbroken heeft, maar de economie is zich aan het herstellen (op LT).
The volume and value goes up
2009 crisis effect on international trade (but longterm trend is up)
3
,1.1.2 Openness (= open economiën)
Openness of an economy:
(exports + imports)/ (GDP * 2)
It is an indicator to compare between countries to see which country is more open. Evolution in time:
- Long term: openness increases
- Short term: trade more volatile than gdp
Openness in 2009 between several countries:
Opmerking:
- Belgium economy is very open ( +- 80%)
o De Belgische economie is zeer open (ongeveer 80%) Franse economie is veel meer gesloten link met de grote
van een land: hoe groter een land is, hoe minder open die zal zijn omdat ze over veel grondstoffen productiefactoren
beschikken + een grotere afzetmarkt hebben
- Other countries are more closed (link to the size of a country: how bigger, how less opener
small country. France Belgium)
- Is the degree of openness limited to 100 %?
o Yes, example Singapore is 100%
- OECD = OESO = De organisatie voor economische ontwikkeling en samenwerking.
- WTO = WHO = wereld handelsorganisatie
4
,Growth in world trade and world gdp (1950 = 100, constant prices, het basisjaar):
Conclusie grafiek:
- Exports are growing faster then GDP: openness is increasing, more production and more of it
is trade international = globalization (growing openness over time)
o (De export groeit veel sterker dan het BBP, dit betekent dat de openheid van landen aan het toenemen is. Wanneer
internationale handel sterker toeneemt dan de internationale productie, dan neemt de openheid toe ( belangrijk
aspect van globalisering)).
- When international trade increases faster than international production
o More openness
o = aspects of globalisation
- Growth of gdp and trade compared: Trade > GDP GROWTH
5
,Andere figuur:
Impact van de crisis
duidelijk weergegeven:
De export daalde en
ook het BBP daling
van de groei.
Right measure for openness? (export + import)/ (BBP * 2)
- Numerator (teller): trade is counted as total value (averag of exports and imports)
- Denominator (noemer): gdp = added value (som TW)
- Cf global supply chains: fragmentation of production = aspect of globalization
o Each time an intermediate good crosses the border it counts in the numerator
o Thus: the more fragmentation = the more double countings
Dit is geen goede vergelijking. Als we kijken naar de wereldwijde toeleveringsketen (global supply
chains) zien we dat er steeds meer verbrokkeling (= fragmentation) is in de productie (bv het maken
van een vliegtuig, alle onderdelen komen uit verschillend landen) en dat is een deel van de
globalisering!
Het gevolg hiervan is dat telkens wanneer een intermediair goed geëxporteerd of geïmporteerd
wordt, dit dubbel geteld zal worden in de bereking van de openheid. Hoe meer afbrokkeling, hoe
meer dubbeltelling geen realistische cijfers meer over de openheid.
6
,Voorbeeld van afbrokkeling van de productie: het maken van een boeing 787
Het productieproces is niet
100% Amerikaans, ook al
behoort het vliegtuig tot de
maatschappij American Airlines,
toch komen de onderdelen van
over heel de wereld.
gevaar voor dubbeltelling
afbrokkeling van de
productie
toont aan dat er wel enorm
veel handel is in intermediaire
goederen.
Top exporteurs en importeurs van intermediaire goederen:
7
,Looking the global supply chain through the eyes of a company, example production of a car:
- outsourching
o Outsourcing is a practice used by different companies to reduce costs by transferring
portions of work to outside suppliers rather than completing it internally.
o Het uitbesteden van werkzaamheden die niet tot de kernactiviteit van een onderneming behoren zoals
personeelsadministratie, schoonmaken, catering of onderhoud van computersystemen en software.
o Deze activiteiten kunnen dan goedkoper uitgevoerd worden door iemand ander.
o Outsourching kan gebeuren in je eigen land ofwel in het buitenland en dan spreken we van offshore –
outsourcing.
- Offshore outsourching
o is the practice of hiring an external organization to perform some business functions
("Outsourcing") in a country other than the one where the products or services are
actually developed or manufactured ("Offshore"). It can be contrasted with
offshoring, in which a company moves itself entirely to another country, or where
functions are performed in a foreign country by a foreign subsidiary.
o offshore outsourcing (uitbesteden naar een overzees continent). Offshoring naar lagelonenlanden is de
nieuwste trend in het begin van de 21e eeuw, met als voornamelijk argument het besparen van kosten.
o India is een populair land voor offshore outsourcing. Werknemers hebben een goed opleidingsniveau,
zijn de Engelse taal goed machtig, maar werken wel tegen lagere kosten dan in de westerse landen.
- In – house production
o In-house refers to conducting an activity or operation within a company, instead of
relying on outsourcing.
o Het is het tegenovergestelde van outsourching, nl. hier gaat men beslissen om bepaalde activiteiten en
taken in de organisatie te houden. Het bedrijf gaat hiervoor tijd en personeel gebruiken om de activiteit
zelf te kunnen realiseren.
- Foreign Direct Investment
o Foreign direct investment (FDI) is an investment made by a company or individual in
one country in business interests in another country, in the form of either
establishing business operations or acquiring business assets in the other country,
such as ownership or controlling interest in a foreign company.
o Directe buitenlandse investeringen (DBI, Engels: Foreign Direct Investment (FDI)) gebeuren wanneer
men direct investeert in de productie in een ander land. Dit kan gebeuren door een bedrijf daar op te
starten (= greenfields) of door een lokaal bedrijf over te nemen.
8
,The Iphone en de waarde die eraan werd toegevoegd:
The global supply chain: example production of an Iphone, the global supply chain
- Components produced in the USA and are exported to China. Same in other countries in the
world, all towards China.
o Assembly in china
o Shipped to USA, solled at USA for 500 dollar
- Onderdelen geproduceerd in USA en in de andere landen zoals Duitsland worden naar China
gestuurd voor de assemblage, voor alles in elkaar te steken tegen een zeer lage prijs.
- Vervolgens worden ze terug gestuurd daar de VS en verkocht tegen een zeer lage prijs.
Er wordt in China heel weinig
waarde toegevoegd in
vergelijking met de rest van de
landen, maar het product wordt
wel bijna volledig samengesteld
in China (wegens lage
arbeidskosten).
The value added measure, we
see that it is very low in China!
9
, Example production of a car: car produced in Thailand and then exported
Decomposition of gross exports in VA components: (different kinds of value added to components)
- Domestic VA (= value added):
o Domestic VA directly consumed by importing country (exported goods & services
cross borders only once)
o Domestic VA in intermediates, exported to a first country which re-exports (see
previous slide maleisia)
o Domestic VA of exported goods & services, re-imported by the country itself
- Foreign VA: VA of inputs that were imported to produce export goods & services
- Binnenlandse toegevoegde waarde, verschillende soorten:
o De binnenlandse toegevoegde waarde direct geconsumeerd door het importerende land ( want
exporterende goederen en diensten passeren de grens maar 1 keer, anders krijgen we een dubbeltelling
– Thailand in het voorbeeld)
o Binnenlandse toegevoegde waarde in intermediaire producten, worden geëxporteerd naar een land en
dat land zal het dan op haar beurt exporteren naar een ander land waardoor er waarde aan toegevoegd
wordt.
o Binnenlandse toegevoegde waarde van de export van goederen en diensten, die worden geïmporteerd
door het land zelf.
- Buitenlandse toegevoegde waarde:
o voorbeeld: Frankrijk voegt waarde toe aan bepaalde input. Wij importeren deze input om vervolgens
goederen en diensten te produceren voor de export.
10