Socialezekerheidsrecht Les 1: 29/09
Inleiding
Vergelijking Arbeidsrecht en Socialezekerheidsrecht
Sociaal recht = AR + SZR
AR: als individu overeenkomst maakt met werkgever en daarin afspraken voor jullie
werkrelatie maken – 1 op 1 relatie (wel CAO’s)
SZR: inherent een relatie met overheid, uitvoeringsorganen met karakter van overheid, dus
niet 1 op 1, relatie met ander orgaan -> publiek recht, band met overheid
AR: vorm van privaatrecht, voortvloeiing van contractenrecht met onderlinge contracten
Toch deze 2 groeperen, want overeenkomsten
1) In BE gelijkaardige geschiedenis, door sociale strijd eind 19e eeuw => grotere sociale
systemen beginnen zich te vormen, veel mensen, minder jobs, dus loon daalt, en als
je geen sociale bescherming hebt, dan kiezen ze de persoon die minste loon wil
aanvaarden => wantoestanden, lange arbeidsdagen, lage verloning => bepaalde
regels van dwingend recht/openbare orde inroepen: AR => bescherming individuele
relatie van werknemer en werkgever
+ andere problemen die ontstaan
Verschillen in generaties, vroeger veel boeren, en was nog lang de standaard – leven
gebaseerd op families, die zichzelf onderhouden, en zo geld binnenkrijgen, zelfstandige,
kleine gemeenschap -> als je ouder bent, zorgt iemand anders voor je => verschuiving:
mensen hebben de productie niet meer in handen -> vorm van sociale bescherming op
groter niveau zoals de ouderen waar we niet meer voor kunnen zorgen
Gestart bij Bismarck, vanuit de staat dingen laten organiseren (om socialisten klein te
houden)
2) Katholieken, socialisten en de liberalen – botsen van die drie => verschillende visies
op sociale bescherming
Socialistische beweging wou sociale bescherming tegen de wantoestanden, confrontatie
met de liberale elite van die tijd
Christelijke hoek: onder druk van de paus verplicht vanuit werkgevers om om te kijken
naar werknemers -> ziet sociale onrechtvaardigheid
Bewegingen hebben gezorgd dat je sociale partners krijgt, mensen die zich gaan
organiseren volgens vakverenigingen om elkaar daar ook te beschermen =>
vakverenigingen: want veel invloed gehad van Duitse model (Bismarck vanuit machtsmotief),
zowel wn’ers en werkg’ers betrekken daarin = sociale partners: belangrijke rol in AR en SZR
Bij AR: hebben de SP een wetgevende bevoegdheid
Vakbonden zijn sociale partners, en spelen in continentaal Europese landen die
Bismarckiaanse opvatting delen belangrijke rol in AR en SZR
Enerzijds: persoonlijke arbeidsovereenkomst, individueel tussen je en je wg – relatie
opentrekken door bepaalde vakgebieden bepaalde CAO’s te sluiten => standaarden
afspreken
met grote groep werknemers, standaarden afspreken met grote groep werkgevers => 1 op 1
tot grote groepen – vorm van wetgeving gecreëerd
CAO bindend voor zij die ze zijn aangegaan – Sociale partners maken recht (niet in AR,
maar wel grote rol Sociale Partners in SZH)
3) Gemeenschappelijk doel = bescherming van de werknemer, AR + mensen in de
samenleving beschermen, mensen die niet werken, afhankelijk van andere personen
of zij die het nog nooit gedaan hebben
4) Geen gebruik van normale rechtbanken, geschillen in AR en SZR gaan naar
arbeidsrechtbank, rechters en lekenrechters, niet per se zij die opleiding tot rechter
, hebben, maar wel belang van de twee zijden vertegenwoordigen = eigen karakter dat
de twee aan elkaar verbindt
SZR en sociale partners = visie op hoe je ze organiseert -> dus AR en SZR samengenomen
in onderwijs bij ons, en in andere landen gaan ze dat opsplitsen.
Sociale zekerheid definiëren (Belgische invulling daarvan)
SZR is altijd een heel nationaal aangelegenheid
Sociaal = algemeen belang, je moet: gemeenschapsgevoel hebben in de groep + hoe groter
je groep, hoe groter de verschillen binnen het gebied, en grote onderscheidingen
verschillende regio’s zoals bv. de EU (verschil in socio-economische realiteit én de visie)
Bij een risico die zich voordoet
Gemeenschappelijk: bepaalde risico’s waar wij als gemeenschap van zeggen dat het een
sociaal risico is, iets wat zich voordoet, waardoor je financieel vaak in situatie ziet =>
gemeenschap nodig die je beschermt - Die invulling van die risico’s is puur nationaal bepaald
Bv. brand niet een sociaal risico
Naar privéverzekering, kijken naar bepaalde factoren om je te verzekeren, risicofactoren in
rekening gebracht – in sociale zekerheid is dat niet zo, wél voorwaarden voor toetreding tot
bepaalde zekeringen, maar niet wordt uitgesloten op basis van eigen risicoprofiel => sociale
afbakening en die groep die je gaat verzekeren
Sociaal verzekerd: groep mensen spreken de risico’s af waarvoor ze je gaan opvangen (niet
in alle landen moet je betalen voor ‘verzekering’, maar in België wel via bijdragen betalen en
zo uitbetalingen krijgt, is onze interne logica van het systeem)
Risico’s:
- je verliest inkomen (bv. verlies job, of breekt been als je atleet bent, pensioenen) –
opgevangen door gemeenschap, zodat: inkomensvervanging
- Kostencompenserende regeling: je moet een eenmalige kost voor bepaalde
periode van de tijd verspreid betalen, die zo groot is, dat je die alleen zou moeten
dragen, is niet sociaal verantwoord -> iedereen draagt stuk bij, en als jij het risico
hebt, dan staat gemeenschap daarvoor in, zodat kostencompensatie van die kost bv.
gezondheidszorg
Je betaalt een deel zelf, om effectief de kost te dekken OF soms betalen als
afschrikmiddel voor te veel naar de dokter te gaan = remgeld, maar perverse
effecten, situaties die je niet wou
SZH: als gemeenschap een organisatie doen van risico’s die wij zo beschouwen afdekken
als sociale risico’s zich voordoen
Socialezekerheidsrecht Les 2: 06/10
België bepaalde manier van vormgeven van sociale zekerheid, koppelen aan het begrip, als
je de Belgische regeling kent, makkelijker voor opbouw Belgische logica =)
Begrip sociale zekerheid en sociale zekerheidsrecht
Prestaties, sommige zien we als sociale zekerheid, andere niet (bv. teruggeven energiegeld)
Prof Van Langendonck: essentie van de definitie: het geheel van wettelijke systemen die
prestaties leveren op individueel vlak
Burger subjectief recht erop, prestaties kan in geld worden uitgekeerd of in natura, of de
diensten gratis ter beschikking te stellen, zonder onderscheid wijze financiering, de
,prestaties zijn van belang, privaat/publiek, non-profit, pro-profit – type uitvoeringsorganisatie
maakt niet uit
Berekeningswijze ook niet van belang, kan vast zijn of variabel
Zwakte definitie: niet alle systemen die prestaties geven zijn delen van sociale zekerheid –
welke dan wel?
Menswaardige manier leven = hoeksteen, dat niemand in situatie terechtkomt dat hij
geen middelen heeft = ambitie om mensen niet in armoede te laten verzeilen,
armoedebestrijding + SZH doet meer dan dat alleen: bv. zorg (niet-medisch),
belangrijk risico, om te blijven functioneren in de maatschappij + de kosten =>
(financiële) toegang tot die diensten bv. kinderen opvoeden kost geld dus
compenseren in de sociale zekerheid: zware onkosten geheel of gedeeltelijk
tegemoetkomen
Kost onderwijs geen deel van sociale zekerheid (wel: studiefinanciering ongeveer)
Pensioen: hier wel: inbreuk legitieme verwachtingen, dus overgangsperiode nodig
(logica zoek bij rustpensioenen, je moest rusten om geld te krijgen, nu kan het
anders)
Bv. je partner overlijdt, dan hebben nabestaanden geen inkomen meer,
oorspronkelijk was het voor de weduwe
Gezondheidszorg: je hebt ziekteverzekering en je hebt thuisblijven/geen loon:
doorbetaling loon krijgen, bv. invaliditeit duurt langer, arbeidsongeschiktheids-
berekening op andere manier gebeuren, bv. moederschap: compenseren
inkomensverlies => vervangen verloren inkomen bij deze 6 subonderdelen van GZ
Werkloosheid: bv. door ontslag: opzeggingstermijn voorbij en geen nieuw werk =>
sociaalzekerheid, werkloosheidsuitkering als het onvrijwillig was, niet om dwingende
reden = zelf veroorzaakt, dus geen uitkering OF werkloosheid betekent ook: je wil
werken, maar je vindt geen, als net afgestudeerd bv.
WANT: menswaardig bestaan geven, in sociale bijstand zit een grote poot van
werkloosheid
Inkomensvervangend: verliest werk, inkomen vervangen
Kostencompenserend: dat personen uit armoede blijven
nDefinitie 2
IAO-conventie nr. 102: somt risico’s op – conventionele definitie, waar wij sociale zekerheid
onder verstaan, het is conventie, maar de risico’s gaan integratie in de maatschappij beogen
Eerst beperkt tot arbeidsgroepen, begint bij ambtenaren in 19e eeuw en dan uitbreiden
Pensioen geven voor rest van leven, dan houd je ze weg uit arbeidsmarkt, dus
overlijdensverzekering is al heel sterk uitgehold
Bv. zorg pas in 90’ erbij gekomen
Wat we nu als hoeksteen beschouwen van ons stelsel, niet in het jaar 52! Bepaalde
regelgevingen blijven werken met deze oude definitie van de IAO-conventie => daardoor
beperkt in toepassingsgebied (veel dingen niet van toepassing op bijstand hierdoor)
Mist: dekking sociale risico’s, maar niet elke vorm van die erkende risico’s kan je als sociale
zekerheid beschouwen
Bv. afdekking risico overlijden, levensverzekering = le spaart voor jezelf, maar je doet het
niet collectief
Pensioensparen: 1e is de wettelijke pensioen, aan het afkalven, Bv. 2 e pijler door bedrijf, voor
collectief overleg, om tot aanvullend pensioen in bedrijf te komen
Want gaat over herverdeling/solidariteit want bv. minder belastingen betalen, en
gemeenschap loopt zo middelen mis
Bv. hospitalisatieverzekering: zit niet voldoende solidariteit in, is comfort om in een aparte
kamer te liggen
, Solidariteit, hoe herken je die?
Mededingingsregels bv.: je mag geen subsidies geven aan privéverzekering, anders is dat
concurrentie
Sociale zekerheid: veel subsidiering naartoe
Maar verplichten mag eigenlijk niet, want je verstoort de markt, moet de markt vrijlaten
(Fransen) – laten in competitie gaan met andere pensioenproducten bv.
Europees mededingingsrecht laat dat niet: het verplicht opleggen
Maar rechtspraak zei dat pensioenregeling vol zit met solidariteit en dat je die kunt vrijlaten
van competitie, en zij kunnen ook niet zeggen dat je een goed of slecht profiel hebt (wat bij
privé wel zo is - selectie naar profiel bv. bij levensverzekeringen)
Privéregelingen: het risico inschatten = de waarschijnlijkheid dat schade zich gaat voordoen -
> vrijwillig, want is op basis van vraag en aanbod, risicoprofiel is hier dus heel belangrijk
Er is solidariteit, maar in mindere mate, want is beperkt tussen de groep horizontaal bv. je
huis brandt af zal verkering je betalen dus de andere groepsleden
Er is ook een verticale solidariteit: de sterke schouders dragen meer bij, gekoppeld aan
inkomen uit arbeid, hoe hoger loon, hoe meer bijdrage (je hebt er ook die niet meebetalen en
toch meeverzekerd worden als bv. ten laste van je ouders)
Veel verticale solidariteit/veel herverdeling op basis van inkomensniveau =
socialezekerheidsregeling, als die er niet is of beperkt dan privéregeling
De verticale solidariteit vraagt bijna verplichte dekking, verplicht, is doorgaans sociale
verzekering (want weinigen zouden dat doen)
Publiekrecht, regelgeving die overheid uitvaardigt en het ons verplicht oplegt
PV: Dat schade zich voordoet
SZ: Bijdragen wettelijk vastgelegd, proportioneel, geen risicoprofiel, betalen naar inkomen
Werkdefinitie:
Geheel wettelijk/bovenwettelijke redenen op basis van solidariteit
Sociale zekerheid: Sociale verzekering – sociale bijstand: die prestaties uitvaardigen
SB: doelstelling: armoedebestrijding
SV: levensstandaard handhaven
Deze dubbele toestand in elk SZ-stelsel
SZregeling: levensstandaard vóór het risico om die zo lang mogelijk te handhaven, probeert
dat te waarborgen zodat je je leven zoals normaal kunt verderzetten + zorgen dat men nooit
onder een bepaald minimum komt – gebeurt door SV
SV: uit verzekeringen die gesocialiseerd zijn, maar nog logica van verzekeringen, maar
aangepast aan mate van solidariteit die nodig is
Andere technieken worden gebruikt, juridisch van belang, want sommige regelingen leggen
zich enkel op verzekering toe, andere alleen op bijstand
SB: middelentoets/behoeftigheid, of je te weinig middelen hebt, structureel onderdeel
daarvan bv. als je te weinig middelen hebt, dan pas grijpen ze in, dus je moet behoeftig zijn
SV: kinderbijslag niet alleen betaald aan onbemiddelde gezinnen, maar voor iedereen, zoals
werkloosheidsuitkering (bv. de Notarisvrouw, zij heeft lang genoeg gewerkt en altijd
bijdragen betaald, onvrijwillig werkloos)
Bv. kinderbijslag, gaat om gezinsarmoede, om ze eruit te houden, niet alleen voor opvoeding
kinderen
SV: Financiering door bijdragen, geaffecteerde belastingen
SBijstand vaak uit belasting van gemeente of budget kan ook van belang zijn