Het hele boek Levensloop LWEO van economie samengevat waaronder ook informatie uit de opdrachten. De stof is 'up to date' dus ook informatie uit de appendix is erin opgenomen. Ik heb zelf figuren zoals tabellen en grafieken toegevoegd om de inhoud duidelijker te maken. Verder heeft elk hoofdstuk ee...
Samenvatting economie levensloop h5,h6,h7 en arbeid h1
Tout pour ce livre (2)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Economie VWO
102
Tous les documents sur ce sujet (14)
13
revues
Par: floorpeijs • 2 année de cela
Par: KalleIjsveld • 3 année de cela
Par: 419592 • 3 année de cela
Par: lunacanonvan • 3 année de cela
Par: cecilesimonis • 3 année de cela
Par: casfgmeuwissen • 3 année de cela
Par: tessdemin16 • 4 année de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
maritheijmans
Avis reçus
Aperçu du contenu
Levensloop H1, kiezen
Keuzevraagstuk: je moet een keuze maken
Consumptie: wanneer een product wordt aangeschaft door de eindgebruiker (consument), hij koopt
het niet om er geld aan te verdienen
Kapitaalgoederen: het product wordt aangeschaft door een bedrijf om er geld mee te verdienen
Investeren: het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven
Schaarste1: de spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen, je wilt het wel kopen
maar je kunt het niet
Schaarste2(in economische zin): er wordt een offer of inspanning geleverd om het goed te verkrijgen.
Omdat er inspanning wordt geleverd, kosten schaarse goederen geld
Absolute schaarste: een gebrek aan een goed
Vrije goederen: goederen waarvoor geen schaarse middelen worden gebruikt (b.v. lucht, zonlicht)
Opofferingskosten: de waarde van datgene wat we opofferen door voor iets anders te kiezen. Je kiest
het alternatief met de hoogste waarde. De opofferingskosten bestaan uit de waarde van het op een
na beste alternatief. Het hoeft niet altijd om geld te gaan, het kan ook over vrije tijd gaan.
Budgetvergelijking: een vergelijking van alle mogelijke combinaties van
twee producten die je maximaal met een gegeven budget en gegeven
prijzen kunt kopen. Voorbeeld:
Je hebt een prepaid abonnement van 10,-. Een sms’je kost 0,08 en een
belminuut kost 0,25. Dit leidt tot een budgetvergelijking van:
10= 0,25b + 0,08s
Budgetlijn: de grafische voorstelling van een budgetvergelijking. Het geeft
de mogelijke combinaties van b en s weer. Voorbeeld: wanneer je het
budget verhoogt, verschuift de budgetlijn evenwijdig, zie lijn II. Wanneer
de prijs van een goed verandert, verandert de helling, zie lijn III.
Koopkracht/reële waarde van je budget: hoeveel producten je van je nominale budget kunt kopen
Bij de speltheorie wordt voorondersteld dat:
– Beslissingen van de ene partij invloed hebben op de beslissingen van de andere partij.
– Spelers rationeel handelen, streven naar een zo hoog mogelijke uitbetaling.
– De informatie symmetrisch is, spelers weten even veel van elkaar
– De uitbetalingsmatrix/opbrengstenmatrix(overzicht van de verwachte opbrengsten, deze hangt van
je eigen keuze maar ook van die van de ander speler af) geeft de te verwachten opbrengsten weer bij
een bepaalde strategie(je hebt voor elke situatie een keuze voorbereid).
– Er sprake is van evenwicht indien de uitkomst van het spel voorspeld kan worden. Twee dominante
strategieën betekent een evenwicht in dominante strategieën.
Een voorbeeld van zo’n opbrengstenmatrix:
Opbrengst Smash Je ziet bijvoorbeeld dat Smash €300,- aan
Wel reclame Geen reclame opbrengst heeft wanneer beide clubs
Wel reclame €900 ; €300 €1.200 ; € 0 reclame maakt.
Avanti Evenwicht: een voorspelling van de
Geen reclame €400 ; €600 €800 ; €100
uitkomst van het spel
Dominante strategie: de strategie die het meest oplevert, ongeacht de strategie van de ander. Voor
Avanti geld dat reclame maken €900 of €1200 oplevert en geen reclame levert €400 of €800. De
dominante strategie van Avanti is dus reclame maken. Het is voor beide clubs de dominante strategie
om reclame te maken, er is dus een evenwicht in dominante strategieën.
, Gevangenedilemma: een evenwicht in dominante strategieën leidt niet tot het optimale resultaat,
Voor beide spelers is bekennen de dominante
Jaren Pistolini
strategie, maar zouden ze samen iets af kunnen
gevangenisstraf Bekennen Zwijgen
spreken dan kiezen ze beiden voor zwijgen en zijn ze
Bekennen 10 ; 10 1 ; 22
Stiletto het voordeligst uit.
Zwijgen 22 ; 1 3;3
Coöperatief opstellen: samenwerken voor een beter resultaat
Non-coöperatief opstellen: de spelers beconcurreren elkaar
Wanneer een gevangenedilemma zich vaak herhaald, kan dit ertoe leiden dat de spelers zich
coöperatief opstellen.
In het eerste opzicht kiezen beiden ervoor
Opruimtijd plus Joyce
om niet op te ruimen. Doordat dit zich elke
zoektijd Opruimen Niet opruimen
week herhaalt, heeft het invloed op hun
Opruimen 40 ; 40 70 ;15
Irene strategie. Stel dat Irene een keer kiest voor
Niet opruimen 15 ; 70 60 ; 60 opruimen en afwacht wat Joyce doet. Als
Joyce kiest voor opruimen, ontstaat er een coöperatieve strategie.
Tit-for-tat strategie: een coöperatieve strategie waar de een hetzelfde doet als de ander. Je begint
met samenwerken, maar als de een verandert van strategie en niet meer samenwerkt, straf je die
onmiddellijk door ook niet meer samen te werken.
Je kan ook uit een gevangenisdilemma komen door een bindende afspraak. Stel dat de twee schurken
Stiletto en Pistolini een afspraak hebben om te zwijgen dan komen ze er beter uit. Het is dan wel
belangrijk dat de persoon waarmee je een afspraak maakt te vertrouwen is.
Free-ridergedrag/meelifter-gedrag: profiteren van anderen
Veelpersoonsdilemma: een gevangenedilemma waar veel personen bij betrokken zijn
Hoofdstuk 2, jeugd
Kinderbijslag: je krijgt geld van de overheid omdat je een kind hebt, de hoogt van de kinderbijslag
hangt af van de leeftijd van het kind. Kinderen die vanaf hun 16e naar een hbo of universiteit gaan,
krijgen geen kinderbijslag meer. Zij kunnen studiefinanciering aanvragen. Voor kinderen die naar een
mbo-opleiding gaan gaat de kinderbijslag door tot 18 jaar.
Stroomgrootheid: bedrag dat je ontvangt over een bepaalde periode
Voorraadgrootheid: kan je meten op een bepaald moment
Inkomensheffing: inkomstenbelasting over je inkomen en premies voor de volksverzekering. De
heffing is een jaarbedrag. Na afloop van het jaar stelt de belastingdienst vast hoeveel je moet betalen.
Wie een looninkomen ontvangt betaald maandelijks alvast een voorheffing. Deze heffing wordt van je
brutoloon afgehaald zodat je nettoloon minder is. De belastingdienst stelt een maandelijkse
loonheffing vast op basis van het verwachte jaarinkomen. De overheid gaat ervanuit dat wie een loon
verdient het hele jaar in loondienst blijft. Maar als je slechts enkele maanden in loondienst bent klopt
dit niet. Je hebt dan teveel betaald en je kunt het teveel betaalde bedrag terugvragen door een
teruggavenbiljet (T-biljet) in te vullen. Voor iedereen is er een bepaald heffingskorting dat was in
2013: komt de berekende loonheffing niet boven 2001,- euro uit dan ben je geen heffing
verschuldigd.
Lorenzkromme/ lorenzcurve: hierin kan je zien hoe de inkomens over personen verdeeld zijn. Je zet
op de horizontale as het cumulatief percentage personen en op de verticale as het cumulatief
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maritheijmans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.