Leerdoelen Tijd in beeld samengevat
1.1
• Je kunt toelichten welke perioden en welke aspecten van het verleden worden bestudeerd bij
het vak geschiedenis.
• Je kunt voor het Midden-Oosten en voor Noordwest-Europa de prehistorie periodiseren in vijf
sub-perioden en van elk enkele kantelpunten en kenmerken (personen, gebeurtenissen,
ontwikkelingen en verschijnselen) noemen.
- Paleoliticum (oude steentijd, voor 10.000v.c.).
Om 10.000v.Chr was de laatste ijstijd voorbij. In deze tijd leefden de Neanderthalers. De
oudste vondst uit Nederland is een vuurstenen werktuig uit ca 12 000 v.C. uit Stroe,
Veluwe.
Maar de meerderheid werd gevonden in Maastricht. In Nederland hebben wij niets van
grottekeningen etc. De soorten die dit hebben gebruikt zijn Neanderthalers of
Heidelbergmensen geweest, geen Homo Sapiens.
In Oostenrijk werd het Venusbeeldje Willendorf gevonden uit ca 23 000v.C. Van dit soort
voorwerpen kunnen wij niet de functie herkennen, het is niet iets zoals een bijl, of een
speer.
Dit is dus meer gokwerk. Hetzelfde gebeurt met grottekeningen zoals die uit Chauvetgrot
uit ca 31 000 v.C., we weten niet waarom deze zijn gemaakt
- Mesolitihcum (middensteentijd, 10.000-5300v.c.)
Ijstijd voorbij, jagers en verzamelaars, nomadisch, mannetje van Willemstad, Archeon
- Neolithicum (nieuwe steentijd, 5300-2000v.c.) –
Komst landbouwsamenlevingen, Neolithische Revolutie.
Wat verbouwde men tijdens de neolithische revolutie?
o Emmertarwe (oertarwe)
o Gerst
o Vlas
o Linzen
o Erwten
o Lijnzaad
1
, o Maanzaad
Wat voor veeteelt hadden ze?
o Koeien (melk, eten)
o Schapen (melk, eten, wol)
o Geiten (melk, eten, wol)
o Varkens (eten)
o Honden (bewaken, jagen)
Wat voor gebruikersvoorwerpen en landbouwgereedschap werd gebruikt voor de
akkerbouw, veeteelt en koken?
o Aardewerk potten
o Maalstenen
o Ploegen
o Sikkels
o Gepolijste hakstenen
De veeteelt en de akkerbouw zijn kenmerken van hoe goed mensen hun omgeving
kunnen beheersen. Door de veeteelt en akkerbouw hadden ze een zekerder en
constanter bestaan, maar het was wel een eenzijdiger dieet. In Zuid-Limburg zijn
permanente nederzettingen gevonden (dit waren dus niet nederzettingen zoals die in het
Archeon). Dit waren boerderijen van ongeveer 7 bij 25 gemaakt van houten palen,
takken, leem en riet.
- Bronstijd (2000-800v.c.)
Verder bevorderde landbouwsamenlevingen, meer specialisatie, duidelijkere leiders,
groter. In deze tijd moet je denken aan de Veentempels en het meisje van Yde van circa
1475v.Chr
- Ijzertijd (800v.c.-romeinen)
Een vondst uit deze tijd is het Zwaard van Oss. In deze tijd kregen ze steeds betere
wapens, en dus ook nog heftiger geweld. Hierdoor was er nog meer behoefte aan
regionale leiders/koningen. Er kwam dus grotere sociale gelaagdheid.
• Je kunt toelichten in welke periode de landbouw en landbouwsamenleving ontstonden en wat
de gevolgen waren voor de manier van leven.
In de Neolithische revolutie (5300-2000v.Chr.), hierdoor gingen mensen van nomadisch leven
naar sedentair leven. Ze bouwden boerderijen waar ze vee hielden en aan akkerbouw deden. Ze
hadden een zekerder bestaan, maar het was wel eenzijdiger dan het leven van de
jagerverzamelaar.
• Je kunt voor Nederland de drie kenmerkende culturen van het neolithicum benoemen.
1. De Bandkeramische cultuur (5300 – 4800 v.C.) (Limburg)
2. Trechterbekercultuur (3500-2700 v.C.) (Drente)
2
, 3. Klokbekercultuur (2500-2000 v.C.) (Veluwe)
• Je kunt voorbeelden geven van hoe de mens zich verhield tot de kosmos/goden en zijn
geschiedenis.
Er valt te concluderen dat ze geloofden in het hiernamaals. Dit denken we omdat mensen
werden begraven, en dat ook nog eens soms met giften er bij. Ook werden er soms
Hunebedden gebouwd. Allerlaatst hebben we ook resten van offerplekken/tempels etc
gevonden
• Je kunt aan de hand van voorbeelden de levenswijze van jagers en verzamelaars beschrijven.
Sedentair leven, ze verbouwden tarwe, linzen, erwten. Hielden koeien, varkens en schapen.
Deden aan pottenbakken. Geloofde in het hiernamaals
• Je kunt verschillen tussen woon- of verblijfplaatsen uit de onderscheiden prehistorische
perioden herkennen aan de hand van de landschapsinrichting, gebruiksvoorwerpen en
levenswijze.
yes
Overige informatie 1.1:
Alle mensen op aarde stammen af van Homo Sapiens, maar er waren ook andere menssoorten
zoals de Neanderthaler. De Neanderthaler heeft het niet gered, maar ze hebben wel
samengeleefd. Hun DNA is dus wel gemengd geweest.
Wat maakt de Homo Sapiens zo speciaal, waarom hebben zij de race gewonnen van de
Neanderthaler?
- De hersencapaciteit? We hebben grote hoofden maar we hebben geen uitzonderlijke
hersencapaciteit. Zo had de Neanderthaler bijvoorbeeld een grotere hersencapaciteit,
maar ze wisten niet hoe ze het moesten gebruiken. Bij Homo Sapiens is de capaciteit en
de grootte niet uitzonderlijk, maar we weten wel goed hoe we het gebruiken. Dit is echter
niet doorslaggevend geweest in de race.
- Met vuur hebben we veel gewonnen. We zijn erachter gekomen dat we ons eten kunnen
koken. Hierdoor konden wij ons voedsel beter verteren, en werden we minder moe.
Hiermee bemachtigden we een hele grote voorsprong. Maar ook dit was destijds niet
uniek, de Neanderthaler kon dit ook al, vuur maken, maar qua dieren die nu op aarde
leven zijn wij de enigen die dit kunnen.
- Homo Sapiens kunnen goed werktuigen maken. Maar hierin zijn wij niet de enige. Dus dit
was ook niet doorslaggevend.
- Wat wij wel erg goed bezitten is samenwerkend vermogen. We kunnen een plan
bedenken om een dier te vangen bijvoorbeeld. Wanneer 1 Homo Sapien iets heeft
geleerd, kan hij dit overbrengen aan zijn medemens, waardoor ze als samenleving
kunnen bevorderen.
- De reden dat we zo goed kunnen samenwerken komt door onze taal. We kunnen goed
onze ideeën communiceren en overbrengen. Neanderthalers konden ook
3
, communiceren, maar zij konden minder goed praten (biologisch). Apen kunnen ook
praten, maar dit gaat niet verder dan waarschuwingen en hulpkreten.
- Al deze factoren samen maken het zo dat Homo Sapiens heel goed zijn in het beheersen
van de omgeving. Dat is de doorslaggevende factor geweest. Het enige andere goede
voorbeeld van een dier die dit goed kan is de Schimmel. Maar schimmel kan niet praten,
vuur maken, en zij hebben ook geen hersencapaciteit. Ze weten zichzelf wel altijd overal
tussendoor te wurmen.
Wat is het verschil tussen een mierenkolonie en een stad? Meerdere dieren kunnen toch in
groepen leven?
De mier denkt na vanuit instinct. Hij bezit geen zelfstandig denkvermogen, hij doet alleen wat hij
verteld wordt. Ze hebben allemaal hun eigen taak, en dus evolueert zo'n kolonie niet echt. Er is
geen communicatie, dingen zijn zoals ze zijn. Kunnen wij met 50.000 mensen ook samenwerken
zoals 50.000 mieren dit doen? Ja. Denk bijvoorbeeld aan een voetbalwedstrijd of een concert.
Dit gaat natuurlijk ook nog wel eens mis. Maar stel je voor je stuurt 50.000 gorilla's naar het Ajax
stadion.... Totale chaos. Zij zijn niet in staat om in grote verbanden te denken. Dieren kunnen
vaak alleen nadenken vanuit relaties en verbanden. In een groep van 100 Chimpansees heeft
iedereen wel een verband met elkaar. Maar 100 mensen die elkaar niet kennen zijn alsnog in
staat om rust te bewaren en ons te gedragen.
Wij Homo Sapiens kunnen Imaginair denken met reikwijdte.
Met reikwijdte bedoelen we dat wij mensen weten en ons kunnen voorstellen dat er nog mensen
leven die anders leven dan wij, en we kunnen wat voorstellen. Ook al kennen wij elkaar niet
weten we, we zijn mensen. Zelfs mensen die nog nooit TV hebben gekeken uit een
onderontwikkeld gebied zullen Star Wars begrijpen wanneer zij dit voor de eerste keer zien.
Over de hele wereld bestaan er scheppingsverhalen.
- Het Christelijke scheppingsverhaal over hoe God de wereld schept
- Het Noordse scheppingsverhaal.
- Het Egyptische scheppingsverhaal.
In al deze verhalen (behalve het scheppingsverhaal van de Aboriginals) is de rode draad
hetzelfde. Het is zwart, chaos, drama, alleen door wat voor reden dan ook, komt er een
opperwezen die alles rechtzet. Wat zegt dat over ons mensen?
Wij zijn in staat om na te denken over iets waar geen bewijs van is en iets wat wij nog nooit in het
echt hebben gezien, zo ver wij weten doen mieren dit niet. Hetzelfde geld voor Eenhorens. Bijna
alle mensen weten hoe een Eenhoorn er uit ziet, terwijl het niet bestaat.
De laatste theorie is de Big Bang Theory, dit is de enige waarin de mens niet centraal staat. Dit is
eventueel te verklaren doordat wij dit ook niet zelf hebben bedacht of gespeculeerd, maar wij dit
door wetenschap hebben geconcludeerd.
1.2 en 1.3
Begrippen: Landbouwsamenleving, agrarisch-urbane samenleving en rivierdalbeschavingen
4
,4000-3000v.c. Eerste steden Mesopotamië
Rondom rivieren eerste steden (rivierdalsamenlevingen)
Indes en gele rivier ook steden niet alleen in Egypte en Mesopotamië
Lesdoelen bijeenkomst 2
• Je kent het begrip rivierdalbeschavingen en je kunt hier voorbeelden van noemen
Rivierdalbeschavingen zijn de eerste steden die zijn ontstaan bij rivieren.
- Mesopotamië (tweestromenland: rivieren Eufraat en Tigris) Steden: Uruk Ur Babylon Susa.
Beschavingen: Sumerie en Babylonië ca 4000 v.C.
- Egypte (rivier: Nijl) Steden: Fayum (oase 4000v.C) en later Memphis
- Indusbeschaving (rivier: Indus. Tegenwoordig India en Pakistan) Steden: Harappa en
Mohenjodaro. Vanaf circa 2700 v.C.
- China (rivier: Gele Rivier) Stad: Zhenxue vanaf circa 1900 v.C.
- Andere oude steden die niet bij rivieren lagen: Jericho, Byblos, Damascus en Aleppo. Meer
kustplaatsen en strategische ligging
• Je kunt minimaal twee verklaringen geven voor het ontstaan van steden
- In Egypte kwam dit door irrigatie landbouw. Ieder jaar overstroomde de Nijl waardoor een
klein deel steeds vruchtbaar was. De rest bleef heel droog. Egyptenaren kwamen er
achter dat door het opvangen van water in bv kanalen je ander land ook vruchtbaar kon
krijgen. Doordat er opeens erg veel product was door het vruchtbare land kwam er een
overschot. Wie gingen dingen maken om dit in op te slaan? Er kwamen steeds meer
ambachtslieden en handelaars.
- In Mesopotamië was irrigatie landbouw iets minder aanwezig. Er was wel heel veel
vruchtbare grond en in ieder dorpje waren er weer andere mensen die andere producten
creëerden. Uit dat aanbod van allerlei landbouwproducten kwam de drang om uit te
gaan wisselen. Dit deden ze door markten te organiseren bij distributiecentra.
• Je kunt ontwikkelingen noemen die in rivierdalbeschavingen optraden
- Specialisatie; de differentiatie van beroepen . Bijvoorbeeld ook koningen met ambtenaren
- Het verschil tussen rijk en arm steeg. Vooral de steden die veel handel dreven
- Behoefte vanuit elite om luxe producten te verzamelen (goud, ivoor)
- Toename van geweld, meer bezit dus ook meer angst om het kwijt te raken
- Complexiteit wordt steeds groter, behoefte om afspraken vast te leggen, schrift ontstaat
• Je kunt verklaren hoe en waarvoor het schrift (hiëroglyfen en spijkerschrift) is
ontstaan.
Er was behoefte aan afspraken in de steeds groter wordende steden. Er moest vast worden
gelegd wie er belasting had betaald, wie heeft wat ingeleverd, welke afspraken zijn gemaakt. Het
was eerst alleen puur technisch. Het begon met simpele tekens, leek op turfen. Toen het
grootschaliger werd was er behoefte aan nog meer vormen van taal en tekens.
• Je kunt de betekenis uitleggen van Manetho, Herodotus en Champollion voor onze
kennis van de Egyptische cultuur
5
, - Herodotus. De romeinse redenaar Cicero noemde hem de vader der geschiedschrijving.
Herodotus heeft om 450 v.C. een boek geschreven; de historiën. Hij gaat hier in op heel veel
volkeren, en ook op de Egyptische geschiedenis. Waarom is hij nou echt de vader des
geschiedschrijving?
a. Hij nam geen genoegen met ‘horen zeggen’ hij is zelf naar Egypte toe geweest, en hij
ging met mensen praten en interviewen met priesters en normale stedelingen. Vooral
met priesters omdat die ook veel af wisten van het verleden.
b. Hij was heel rationeel. Hij geloofde niet in allerlei godsdienstige/mythologische
verklaringen.
Wat weten we allemaal door Herodotus?
a. De Egyptenaren verdeelde hun grond in tweeën: in vruchtbaar zwart land (kemet) en
onvruchtbaar rood land (desjret)
b. Ze hadden 3 seizoenen:
a. Ahket (Overstroming)
b. Peret (Zaaitijd)
c. Sjemoe (Oogsttijd)
c. Dat er oorlog is geweest in Egypte tussen het noorden en het zuiden.
d. Volgens hem was de eerste farao van Egypte Horimedes
e. Hij beschrijft hoe piramides gebouwd werden en hoe dat chronologisch ging
- Manetho. Hij was als een van de weinigen laatste in staat om de oude Egyptische taal nog te
leren. Hij heeft bijvoorbeeld de Koningslijsten geleerd van Abydos
- Jean Francois Champollion. Alle kennis van Manetho over de Egyptische taal was verloren
gegaan. In 1799 kwam Napoleon met het idee om een Egyptische veldtocht te houden. Daar
hebben ze dus ook de Steen van Rosetta gevonden en Champollion heeft deze ontcijfert.
• Je kunt de indeling van Manetho in Oude Rijk, Middenrijk en Nieuwe Rijk dateren in de
tijd
6
,• Je kunt aan de het belang uitleggen van het Narmerpalet en de Steen van Rosetta voor
onze kennis van de Egyptische geschiedenis
Het Narmerpalet kan gezien worden als een van de eerste officiële staatsdocumenten. Er op is
de strijd te zien om wie de baas van Egypte mag zijn, er was des tijds namelijk oorlog tussen
noord. De Steen van Rosette is een steen met 3 talen er op; Egyptische hiërogliefen, Egyptisch
demoties en Grieks. Er staat 3 keer hetzelfde verhaaltje, het is dus eigenlijk het eerste
woordenboek. Het stamt uit 196v Chr, was eerbetoon aan farao Ptolemaeus - afstammeling van
alexander de grote. Nadat het De Steen van Rosette was ontcijferd, begrepen wij eindelijk de
Egyptische talen waardoor we alle kleipaletten zoals het Narmerpalet en het Dodenschrift
konden ontcijferen.
• Je kunt het verband uitleggen tussen de beheersing van de rivier de Nijl en de
agrarisch-urbane samenleving in Egypte die hieruit ontstond.
Ieder jaar overstroomde de Nijl waardoor een klein deel steeds vruchtbaar was. De rest bleef
heel droog. Egyptenaren kwamen er achter dat door het opvangen van water in bv kanalen je
ander land ook vruchtbaar kon krijgen. Doordat er opeens erg veel product was door het
vruchtbare land kwam er een overschot. Wie gingen dingen maken om dit in op te slaan? Er
kwamen steeds meer ambachtslieden en handelaars.
• Je kunt uitleggen wat gevolgen waren van het ontstaan van bezitsverhoudingen in de
agrarisch-urbane maatschappij.
Door de handel die ontstond in de agrarisch-urbane maatschappij begon bezit iets steeds
belangrijkers te worden. Hierdoor ontstond meer geweld, want hoe meer bezit, hoe spannender
het is om het kwijt te raken. Er werden ook grote muren om steden etc heen gebouwd voor
eventuele jaloerse anderen. Ook was het zo dat de bovenklasse steeds meer bezit wilde.
• Je kunt de ontwikkeling van de Egyptische bouwkunst uitleggen van mastaba, via
trappiramide naar piramide
7
,Het begon met de Mastaba, dit was alleen een ondergrondse grafkelder. Dit lag vooral
ondergronds vanwege eventuele dieren of dieven. Daarna werd er een Sakkara omheen
gebouwd. Dit heet ook wel de trappiramide, eigenlijk meerdere Mastaba’s op elkaar. Hierna
kwam de Piramide, de gladgestreken versie van de Sakkara
• Je kunt voorbeelden geven van de rol van het hiernamaals en de godenwereld in de
Egyptische samenleving en de expressie hiervan in de kunst en gebouwen.
De Egyptenaren geloofden dat het leven nu volledig draaide om het hiernamaals, dat je je hier er
op kon voorbereiden. Hoe zag je dit terug? Heel simpel, in de piramides. Mensen werden
begraven met schatten. Of denk aan het dodenboek.
• Je kent minimaal vijf Egyptische goden: Osiris, Isis, Horus, Thot, Anoubis, Amon en Seth
Links onder: Hoenefer wordt door Anubis gebracht naar de weegschaal. Als het uitkwam dat hij
niet de waarheid had gesproken over zijn zondes, en zijn hart dus zwaarder was dan de veer,
zou hij worden verslonden door Ammut. Als hij de test doorslaat wordt dit genoteerd door Thot.
Dan wordt Hoenefer door Horus naar Osiris gebracht.
Isis is de vrouw van Osiris en is ook de vruchtbaarheidsgoddin. Ze is magisch zwanger
geworden en heeft kind Horus gekregen
Overige informatie 1.2 & 1.3
- Wat is een deze tijd een stedelijke gemeenschap? Een gemeenschap van mensen die
een hele sterke interactie leeft met het omringende platteland. Er worden andere
beroepen uitgeoefend maar de relatie is heel intens
Waarom bij rivieren?
a. Lokale handel ; snelwegen van de oudheid
b. Lange afstand handel ; vaak in connectie met zee
c. Verse hoeveelheid zoetwater voor irrigatiewerkzaamheden voor voedsel.
Wat zijn de eerste schriften?
8
, a. Spijkerschrift (3400v.C.) Uruk-Mesopotamie’
b. Proto-Elamitisch (3200v.C.) Iran
c. Hierogliefenschrift (3300v.C.) Egypte
d. Harappaanse schrift (2400v.C.) Indusvallei
e. Orakelbot, China (1750v.C.)
Waarom is tijdvak 2 raar? Tijdvak 2 is de Oudheid, tijd van Grieken en Romeinen. Duurt van
3000v.C.-500n.C. Maar 3000v.C. waren er nog geen Grieken en Romeinen. Om 2000v.C. ook
nog niet. Die kwamen pas rond 800v.C. Het gaat hier dus eigenlijk vooral over de Egyptenaren.
2.1
• Je kent de Griekse periodisering in Myceense Tijd, Donkere Eeuwen, Archaïsche Tijd,
Klassieke Tijd, Hellenistische Tijd en Romeinse Tijd
1. Helladische tijd 3000-1900vc
2. Myceense tijd 1900-1100vc
3. Donkere eeuwen: 1100-800vc (we weten het niet, Knossos verwoest etc)
4. Archaische tijd: 800-480vc (opbouw Griekse democratieën, groei, bloei)
5. Klassieke tijd: 480-330vc (Alexander de Grote, stempel drukken op culturen)
6. Hellenistische tijd: 330vc-146/8vc (Dood Alexander de Grote, verdeling Griekenland)
7. Romeinse tijd: 14/8vc-476nc (Romeinse rijk neemt Griekenland/Macedonie volledig over
• Je kunt uitleggen wat de functie is van een periodisering en waarom een periodisering altijd
subjectief is
Periodisering geeft vorm aan een verhaal. Zo kan je duidelijk zien wie wanneer heerste. Maar de
periodes lopen in elkaar over dus het blijft subjectief.
• Je kent de belangrijkste hoofdrolspelers uit de Trojaanse Oorlog: Achilles, Agamemnon, Paris
en Helena
De Grieken / Mycenen :
• Agamemnon was de koning van Mycene
• Menelaos was de koning van Sparta, broer van Agamemnon.
• Helena, vrouw van Menelaos, 'gestolen' door Troje
• Odysseus: Koning Ithaka, eigenlijk aanvoerder. 'De slimste der Grieken'
• Achilles: Griekse held
De eer moest hersteld worden. Menelaos wilde zijn vrouw Helena terug en zijn broer
Agamemnon zou hem daar wel mee helpen.
Trojanen:
• Priamus: Koning van Troje, goede man waarmee je afspraken kan maken
• Paris: Jonge zoon Priamus, heeft Helena 'gestolen'
• Hektor: Trojaanse held, zoon Priamus
• Aeneas: Trojaanse Prins die de vader van de Romeinen genoemd zou worden
9
, Hoe checken we of het verhaal van Homerus over het paard van Troje klopt? Heinrich
Schliemann wilde Troje zoeken. In 1871 heeft hij resten kunnen vinden zoals sierraden van
Priamus. Daarna heeft hij ook resten gevonden van Mycene (1874) zoals de Tholosgraven en
lineair-b kleitablet. Ook vond hij wat hij dacht het dodenmasker van Agamemnon was, maar dit
was het niet. Het was 150 jaar ouder. Hij was 'bezeten' door de Griekse cultuur, zo noemde hij
zijn zoon Agamemnon. Het dodenmasker van Toetanchamon en de slag van Troje lag ongeveer
50 jaar uit elkaar.
• Je kunt uitleggen waarom de Ilias zowel een rijke als een onbetrouwbare historische bron is te
noemen.
Homeros heeft de verhalen over de Ilias en de Odyssee voor het eerst op papier gebracht. Hij
schrijft over iets wat meer dan 400 jaar voor hem gebeurd is, rond 1300v.chr . Hoe betrouwbaar
is dat 'horen van' waarvan hij deze 'kennis' heeft? Rapsoden uit zijn tijd zoals Homerus zelf,
waren getraind op het precies navertellen wat zij hadden gehoord. Eeuw op eeuw werden
dingen doorgegeven op een relatief precieze manier. Het was dus redelijk betrouwbaar. Wat het
minder betrouwbaar maakt zijn de latere toevoegingen aan zijn boeken, hij vergaarde steeds
meer kennis in latere jaren en dacht dat dit leuk/mooi zou zijn om toe te voegen in zijn oudere
boeken. Wat hij vertelde was wel waar, maar niet alles paste in de tijd van de boeken.
Het laatste moment 1278vc komen we voor het laatst Trojanen tegen in andere bronnen dan
Homeros, zo weten we dat zij toen nog bestonden. 1200 De laatste benoeming van Mycenen.
Je kan dus stellen dat de slag om Troje tussen 1278-1200v.chr was.
• Je kunt een omschrijving geven van het begrip ‘polis’ en daarbij de begrippen acropolis en
agora gebruiken
Rond de 8e eeuw ontstonden polissen, staatkundige eenheden, ook wel Griekse staten
genoemd. In de polis had je het hoogste punt van de stad, de Acropolis. Denk aan de Akropolis
in Athene. Ook heb je in de Polis de Agora, een plein of marktplaats.
• Je kent de belangrijkste oorzaken waarom Grieken gingen koloniseren in de 8e, 7e en 6e eeuw
v.Chr.
De bevolking in Griekenland groeide erg snel met de komst van polissen. Het probleem was
alleen dat de grond in Griekenland niet erg vruchtbaar is en dat er niet veel ruimte is om uit te
breiden door de bergen. Ook waren ze op zoek naar nieuwe plaatsen voor handel en
grondstoffen. Ik griekenland had je voornamelijk olijven, en druiven, maar daar hield het bij op. In
Afrika konden ze bijvoorbeeld aan Dadels komen
• Je kent minstens vier belangrijke Griekse kolonies in het Middellandse Zeegebied
1. Syracuse (Siracusa) - Syracuse, gelegen op het eiland Sicilië, was een van de
belangrijkste Griekse kolonies in het westelijke Middellandse Zeegebied. Het werd
gesticht door Korinthische kolonisten in de 8e eeuw voor Christus en groeide uit tot een
welvarende stadstaat.
2. Massalia (Marseille) - Massalia, dat later bekend werd als Marseille, was een Griekse
kolonie gesticht door Phocaeërs uit Klein-Azië (het moderne Turkije) in de 6e eeuw voor
Christus. Het was een belangrijk handelscentrum en speelde een rol in de verspreiding
van de Griekse cultuur naar het westen.
3. Byzantium (Istanbul) - Byzantium, later bekend als Constantinopel en nu Istanbul, was
een Griekse kolonie gesticht door kolonisten uit Megara in de 7e eeuw voor Christus.
10