1. Inleiding burgerlijk recht
1.1 Privaat recht – Publiek recht
Publiekrecht = Geeft regels regels ten aanzien van de verhouding tussen de burger en
de overheid. Ook omvat dit rechtsgebied de verhouding tussen overheidsinstanties
onderling
Vb. Grondwettelijk recht, strafrecht, sociaal zekerheidsrecht
Vb. Je woning wordt onteigend voor de aanleg van een autostrade
Privaatrecht = Regelt de rechtsverhoudingen tussen personen onderling en beoogt de
private belangen van individuen of groepen van individuen te regelen.
Burgerlijk recht is een rechtstak van het privaatrecht
Vb. Je hebt ruzie met je buurman over een overhangende boom, dan ga je naar de rechtbank
1.2 Gebiedende en aanvullende rechtsregels
Belangrijk om te weten of je regels moet naleven of je er van mag afwijken
1.2.1 Gebiedende bepalingen
= Moet worden nageleefd worden, mag nooit van worden afgeweken worden
Bij niet naleving sanctie
A. Dwingend recht
= Mag niet van worden afgeweken, zelfs al zijn partijen akkoord om hier wel van af
te wijken & nemen ze een andere bepaling op in hun contract
Ter bescherming van bepaalde groepen van personen (zwakkere partij)
Ter bescherming van sterkere partijen (werkgever)
Ter bescherming van beide partijen (goede orde)
Sanctie bij overtreding: Relatieve nietigheid van de bepaling
Na conflict kan er van worden afgeweken door sluiten van andersluidende
overeenkomst
Vb. Regels huur (opzeg), arbeidsrecht
Vb. Vormvoorschriften in het algemeen zijn van dwingend recht Hoe een proces starten
B. Openbare orde
= Regels die zo essentieel zijn, dat ze de fundamenten van onze maatschappij raken
Bescherming van de gehele samenleving
Vb. Strafrechtelijke bepalingen, verbod op moorden
C. Goede zeden
= Wat in de samenleving als moreel aanvaardbaar wordt beschouwd
Vb. Verhuren van je lichaam voor prostitutie is tegen de goede zeden
Van B & C mag NOOIT worden afgeweken
1.2.2 Aanvullende rechtsregels
= Gelden enkel als er geen andere regeling getroffen is
1
,Vullen de overeenkomst aan als er niets over bepaald is
Keuze om aanvullende bepalingen te volgen of afwijkende overeenkomst te sluiten
Vb. je koopt een huis en je komt overeen met de verkoper dat de wasmachine blijft staan
maar dat hij alle planten uit de tuin mag meenemen
Vb. artikel 1651 BW: Indien bij het aangaan van de koop niets daaromtrent is afgesproken,
moet de koper betalen op de plaats en op het tijdstip voor de levering
1.3 Rechtshandeling – rechtsfeit
Rechtsfeit = Feiten die een rechtsgevolg hebben
rechten & plichten agv een gebeurtenis
Vb. Geboorte, overlijden, meerderjarig worden, buren…
Rechtshandeling = Bewuste handelingen waaraan rechtsgevolgen verbonden zijn
Men wil de gevolgen (rechten/plichten) die voortvloeien uit de handeling
Vb. huwelijk, schenking, koop-of huurovereenkomst
1.4 Geldigheid & nietigheid van rechtshandelingen
= Niet alle rechtshandelingen zijn geldig
Kunnen in bepaalde gevallen nietig verklaard worden
Nietig indien tegen de regels van openbare orde & goede zeden
Vb. Bedrog, handelingsonbekwaam (minderjarige die een auto koopt)
● Absolute nietigheid
= Rechtshandelingen die in strijd zijn met rechtsregels van openbare orde, zijn absoluut
nietig.
Dit kan nooit gedekt worden.
Iedereen kan nietigheid inroepen. De rechter zal deze nietigheid ambtshalve opwerpen
Wat wordt juist gesanctioneerd: totaal ontbreken van geldigheidsvereisten of strijdig
met openbare orde of goede zeden.
Geldt ex tunc (verleden) & ex nunc (toekomst)
Verjaart niet
Vb. Een huurmoord, verzekeren tegen drugs
● Relatieve nietigheid
= Rechtshandelingen in strijd met rechtsregels van dwingend recht, zijn slecht relatief
nietig.
Je kan niet voorafgaand afwijken van de dwingende regel.
Indien men geen afstand wil doen van de bescherming die de dwingende bepaling biedt,
moet men de relatieve nietigheid in limine litis (d.w.z. aan het begin van het geschil)
opwerpen. Afstand van de relatieve nietigheid kan slechts na aanvang van het geschil.
Wat wordt juist gesanctioneerd: gebrekkige geldigheidsvereisten of strijdigheid met
dwingende rechtshandeling
De relatieve nietigheid wordt niet ambtshalve opgeworpen door de rechter.
Geldt enkel voor het verleden
2
, Verjaart na 10j, kan enkel ingeroepen worden bij de start van geding (proces)
Vb. Overeenkomst die je tekende en achteraf bedenk je je dat je toen dronken was
De persoon die het ondertekende kan de nietigheid aanvragen
1.5 Rechtsmisbruik
= Als iemand zijn rechten op zo’n manier uitoefent dat ze de grenzen te buiten gaan van
de uitoefening van die rechten door een normaal en voorzichtig persoon
Na uitoefening rechten ontstaat er een nadeel voor een andere persoon
Vb. Lichtreclame op een pand
2. Personenrecht
3
, Wat is een persoon = Elke entiteit die drager kan zijn van rechten & plichten
Hebben van rechten en plichten = Rechtsbekwaamheid
2.1 Natuurlijk persoon
= Iemand, een mens van vlees en bloed
Met rechten en plichten (mag dingen kopen, huwen, schenken…)
- Dieren hebben in ons recht geen persoonlijkheid in nieuwe BW wel aparte categorie:
Erkenning in gevoelsvermogen & biologische noden
- In gelijke mate: Volgens grondwet enkel voor Belgen MAAR vreemdeling krijgt dezelfde
bescherming
Niemand kan rechteloos worden
Niemand kan volledig zijn rechtsbekwaamheid verliezen, maar bepaalde subjectieve
rechten kunnen wel ontnomen worden
Vb. Bv: vreemdelingen hebben niet alle politieke rechten
Vb: sommige veroordeelden worden bepaalde rechten ontzeg: recht om verkiesbaar te zijn,
openbare ambten te vervullen
- Beperking rechtsbekwaamheid in relatie tot bepaalde andere personen
Vastgelegd door de wet of uitgesproken rechter
Bv: maatschappelijk werkers mogen geen erfenissen krijgen van cliënten, ouders kunnen
ouderlijk gezag verliezen,
Rechtsbekwaamheid of ook wel genotsbekwaamheid genoemd, is het vermogen om te
beschikken over (bepaalde) rechten en plichten. In die zin is het begrip rechtsbekwaamheid
heel nauw verwant met het begrip “persoonlijkheid”, drager van rechten en plichten. Maar
in tegenstelling tot de persoonlijkheid, die voor elke persoon gelijk is, kan de mate van
rechtsbekwaamheid van persoon tot persoon verschillen.
Het uitgangspunt is dat elke persoon dezelfde volledige rechtsbekwaamheid bezit, en dus
volledig rechtsbekwaam is.
Gedeeltelijke rechtsonbekwaamheid.
Er zijn slechts twee categorieën van beperkte rechtsonbekwamen in ons rechtsstelsel:
Sommige strafrechtelijk veroordeelden; de vreemdelingen.
De rechtsonbekwaamheid is steeds noodzakelijkerwijze beperkt en dus niet
algemeen. Volledige rechtsonbekwaamheid zou leiden tot het verlies van
rechtspersoonlijkheid, wat sinds de afschaffing van de slavernij niet meer mogelijk is.
2.2 Rechtspersonen
= Het recht geeft bepaalde groeperingen van personen en/of middelen de hoedanigheid van
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur shanischellens1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.