Delphine De Roy 22 Juni 2023
JURIDISCHE CONTEXT
Inhoud
DEEL I: WAT IS RECHT? (p.31 t/m 64)
1. Kenmerken en definitie
2. Soorten subjectieve rechten
3. Deelgebieden van het recht
4. Bronnen van het recht
JURIDISCHE CONTEXT INTERIEURARCHITECT
DEEL V: BURGERLIJK RECHT (p.181 t/m 195)
1 Rechtshandelingen
1.1 Rechtshandeling en rechtsfeit
1.2 Geldigheid van rechtshandelingen
1.3 Nietigheid van rechtshandelingen
2 Personen
2.2 Rechtspersonen (p.225 t/m 231)
4. Verbintenissen (p.273 t/m 290)
4.1 Soorten
4.2 Bronnen
4.3 Het contract (= de overeenkomst)
A.3 Contractuele aansprakelijkheid (p.290 t/m 295)
4.4 Onrechtmatige daad (p.299 t/m 310)
4.6 Bijzondere overeenkomsten
4.6.1 Koop (p.317 t/m 323)
4.6.5 Aanneming (p.339 t/m 340)
Integratie-oefening: analyse van een voorbeeldovereenkomst
DEEL 1: WAT IS RECHT?
1. KENMERKEN EN DEFINITIE VAN HET RECHT
1.1. RECHT IS OVERAL
Met recht wordt iedereen gewild of ongewild geconfronteerd. Sommige dingen mag je wel, andere niet:
- Als minderjarige mag je net deelnemen aan verkiezingen, vanaf 18 jaar wel.
- Als meerderjarige kun je zelf een huis kopen, als minderjarige kun je dat alleen als je ouders voor jou optreden en de vrederechter hiervoor toelating geeft.
- Rij je door het rode licht, dan loop je het risico door de politie bekeurd te worden.
- Ben je het slachtoffer van een verkeersongeval, dan kun je voor de rechtbank schadevergoeding eisen van degene die het ongeval veroorzaakt heeft of van zijn
verzekeringsmaatschappij.
- Als een van je ouders overlijdt, dan erf je normaal gezien minstens een deel van zijn vermogen en moet je op dat deel belastingen betalen.
- Ben je bij het overlijden van je beide ouders nog minderjarig, dan zal een voogd worden aangesteld om jouw opvoeding en het beheer van je vermogen verder te verzorgen.
In al deze gevallen wordt wat mag, wat moet of wat niet mag door 'het recht" geregeld. Het recht is onderverdeeld in specifieke 'rechtstakken' zoals het grond-wettelijk recht, het
personen- en familierecht, het verkeersrecht, het strafrecht, het aansprakelijkheidsrecht, het erfrecht, het fiscaal recht... (zie verder, Hoofdstuk 3. Het objectief recht ingedeeld)
De aangehaalde gevallen tonen wel aan dat recht niet weg te denken is wit ons leven, maar zeggen ons nog niets over de fundamentele kenmerken van 'het recht. Om goed te kunnen
uitmaken waarin het recht zich onderscheidt van andere maatschappelijke verschijnselen zoals moraal, godsdienst, cultuur, economie enz. moeten we nagaan wat die fundamentele
kenmerken van het recht juist zijn.
1.1.1. Het recht heeft als doel de samenleving te ordenen
- Opdat we als mensen in deze wereld zouden kunnen overleven, onze doelstellingen en ons geluk zouden kunnen nastreven, moeten we handelend optreden. We overleven
en bereiken onze doelstellingen niet vanzelf. Om te handelen moeten we middelen hebben. Onze eigen intellectuele en lichamelijke vermogens zijn onze eerste middelen.
Verder zin er ook de stoffelijke zaken van deze wereld, waar wij gebruik van kunnen maken en onze rechten op mogen toepas-sen om dan de doelstellingen die we voor
ogen hebben, te bereiken.Een belangrijke voorwaarde om het menselijke handelen in de samenleving doeltreffend te laten verlopen is daarom duidelijkheid over wie wat
mag doen met welke middelen, m.a.w. de bevoegdheid om op te treden met middelen (goederen, gelden en rechten). Als het in een samenleving niet duidelijk is wat de
diverse leden ervan als hun eigen goederen mogen beschouwen, dan wordt ordelijk handelen onmogelijk. Telkens als iemand een middel zou willen produceren of
gebruiken, zou dat kunnen leiden tot een ruzie of gevecht met anderen. Vandaar dat er in alle ons bekende samenlevingen, van de primitief-ste tot de meest complexe,
regels zijn gegroeid over de bevoegdheid om over de diverse middelen te beschikken. Die regels zijn rechtstreeks van toepassing op ons gedrag. We kunnen uit die regels
opmaken over welke middelen we als personen mogen beschikken, in hoeverre we erover mogen beschikken, en wat we als goederen, rechten... van anderen in de
samenleving moeten respecteren.
1
,Delphine De Roy 22 Juni 2023
1.1.2. Het recht wordt opgelegd door de samenleving
De oorsprong van het recht ligt in de wil van de samenleving.
- Het dagdagelijkse samenleven leidt ertoe dat problemen rijzen die een oplos-sing vergen. Denk bijvoorbeeld aan het ontstaan van e-commerce. Deze nieuwe vorm van
kopen houdt in dat de consument meer bescherming krijgt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je achter je laptop een mooi product koopt dat in werkelijkheid helemaal niet zo
mooi is als je dacht. Deze regels ontstaan dus naar aanleiding van een gewijzigde samenleving.
- In onze (moderne) maatschappij wordt het aanpassen van het recht aan de evoluerende opvattingen en omstandigheden toevertrouwd aan specifieke wet-gevende
organen ('parlementen'), die bij (grond) wettelijke regels in het leven geroepen zijn. Die parlementen vertegenwoordigen de wil van de leden van de samenleving en zin
in die zin dan ook eigenlijk 'de stem van het volk'. Als zij akkoord gaan, betekent het in feite dat wij allemaal ook akkoord gaan met de regels in de nieuwe regels.
Het maken van nieuwe regels en het wijzigen of afschaffen van bestaande rechtsregels gebeurt volgens wettelijke procedures die strikt nageleefd moeten worden. Alleen
a ls die wettelijke procedures zijn nageleefd, kan de wet toepassing vinden en afdwingbaar worden.
- Ook wie mag meebeslissen over de nieuwe regels (wie kan verkozen worden? wie mag stemmen?), is geregeld in rechtsregels.
1.1.3. De naleving van het recht kan worden afgedwongen
Rechtsregels zijn duidelijk te onderscheiden van andere maatschappelijke gedragsregels zoals morele, conventionele en religieuze regels. Die laatste bepalen om te beginnen niet de
subjectieve rechten zelf, maar regelen veeleer de wijze waarop iemand van zin rechten en vrijheden behoort gebruik te maken (bv. de morele regel van liefdadigheid, de conventionele
beleefdheidsregels, de religieuze plichten, regels die gelden bij sportwedstrijden. .). Ook ontbreekt bij veel van die regels een georganiseerde structuur om ze af te dwingen of te
veranderen. Als dergelijke regels er wel zin, zoals in de kerk of de sport, dan gelden ze alleen voor degenen die ze vrijwillig willen volgen. Dit is fundamenteel anders bij rechtsregels,
die wel degelijk afdwingbaar zijn. Dit betekent dat er bij niet-naleving gevolgen zullen zijn: wie te snel rijdt, riskeert dat zijn rijbewijs wordt ingetrokken; wie iemand anders schade
berokkent, moet die schade vergoeden; wie zijn belastingen niet betaalt, krijgt een boete opgelegd... Om de naleving van rechtsregels af te dwingen bestaan er structuren en
instellingen (bv. politie, fiscus, parket, rechtbanken....), evenals procedures die het burgers mogelijk maken om een recht af te dwingen, of de schending van een recht te beteugelen,
desnoods "met de arm der wet".
1.2. SOORTEN REGELS
Het recht is dus een geheel van regels, zelfs een bijzonder uitgebreide set regels. De hierboven beschreven kenmerken van het recht vertalen zich in verschillende categorieen
rechtsregels:
Gedragsregels In de eerste plaats bevat het recht regels die het gedrag van de leden in de samenleving ordenen. Dit gebeurt in de eerste plaats door het
vastleggen van de subjectieve rechten "subjectieve rechten" van de leden van de samenleving, nl. hun bevoegdheden om over middelen te
Subjectieve rechten beschikken. Deze rechten komen bijgevolg toe aan menselijke personen of groeperingen van menselijke personen (rechtspersonen).
Instellingen en procedures Het recht omvat echter ook nog andere regels. Indien bepaalde leden van de samenleving zich bijvoorbeeld niet aan de gedragsregels houden
voor toepassingen en en de rechten van anderen aantasten, dan moet het recht voor regels en structuren zorgen waarmee de toepassing van die gedragsregels
afdwingen (desnoods met geweld) kan worden afgedwongen. Een voorbeeld van een dergelijke structuur is de gerechtelijke organisatie, waarin diverse
instellingen (bv. de arbeidsrechtbank, de procureur des Konings, de gevangenissen) zijn vervat.
Instellingen en procedures De juridische gedragsregels zelf, en de regels en structuren voor de toepassing ervan liggen ten slotte niet voor eeuwig en altijd vast. Ze moeten
voor wijziging van het om heel wat redenen kunnen evolueren (bv. verandering in de publieke opinie, evolutie in de recht gedragspatronen, het opduiken van meer
recht efficiënte technieken). Om dat veranderingsproces ordelijk te laten verlopen, bestaan er ook regels en structuren die bepalen hoe de juridische
gedragsregels en de toepassingsregels en -structuren kunnen worden gewijzigd of afgeschaft: regels over de totstandkoming van wetten,
procedures tot het wijzigen van de grondwet...
1.3. DEFINITIE VAN RECHT
Uit het voorgaande kunnen we concluderen dat het recht volgende essentiele kenmerken heeft:
- Wat?
o Het recht is een geheel van regels.
o Sommige regels zijn gedragsregels, andere regels die de instelling en procedures voorzien voor de toepassing en afdwingen van het recht, nog andere
regels bepalen de instellingen en procedures om bestaande regels te wjijzigen.
- Waarom?
o Die regels hebben als doel de maatschappij te ordenen.
- Wat als?
o De overtreding/niet-naleving van die regels wordt gesanctioneerd door een wettelijk voorzien systeem van sancties.
- Van waar?
o Die regels worden opgelegd door de maatschappij, via haar vertegenwoordigers.
In één zin is het recht te definieren als de geinstitutionaliseerde orderning van het lenselijk handleen in de samenleving. Of nog: het recht is het geheel van afdwingebare regels die
het menselijk handelen in de samenleving ordenen.
2
,Delphine De Roy 22 Juni 2023
1.4. OBJECTIEF RECHT VERSUS SUBJECTIEF RECHT
Þ Contouren professionalisme
OBJECTIEF RECHT
- Algemene abstracte bewoordingen (kwaliteit van regelgeving, wetstechniek)
- Los van de concrete personen en situaties waarop ze van toepassing zijn
Hierboven bespraken we reeds de verschillende soorten rechtsregels (gedragsregels, afdwingingsregels en wijzigingsregels) die terug te vinden zin in "het recht". Deze regels zijn
steevast uitgedrukt in algemene, abstracte bewoordingen. Die rechtsregels vormen het "het objectief recht”, want ze staan los van de concrete personen ("rechtssubjecten") en
situaties waarop ze toepasbaar zijn.
SUBJECTIEF RECHT
- Een door het rechtssysteem erkende bevoegdheid
- Telkens als objectieve rechtsregels toepassing vinden in concrete situaties
Uit deze objectieve rechtsregels putten wij onze "subjectieve rechten". Een subjectief recht is een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde
handelingen te stellen. Het kan gaan om handelingen over jezelf (bv. de vrijheid van arbeidskeuze), over een bepaalde zaak (bv. eigendomsrecht), over het laten gelden van een
aanspraak jegens iemand anders (bv. als schuldeiser jegens een schuldenaar) of over het uitoefenen van politieke inspraak (bv. het kiesrecht). Telkens als objectieve rechtsregels
toepassing vinden in concrete situaties en op concrete personen, spreken we van subjectieve rechten. De verschillende categorieën van subjectieve rechten behandelen we in het
hiernavolgende hoofdstuk (hoofdstuk 2).
1.5. RECHTSSUBJECT VERSUS RECHTSOBJECT
Rechtssubjecten Een rechtssubject is een persoon of groep personen die subjectieve rechten en juridische plichten kunnen hebben. Kort gezegd zijn rechtssubjecten
dragers van subjectieve rechten en plichten. Ons recht kent twee soorten rechtssubjecten of juridische personen, met name de natuurlijke personen
en de rechtspersonen.
Natuurlijke personen Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed. Natuurlijke personen hebben een reeks eigenschappen (zoals een naam, bekwaamheid,
nationaliteit...) die allen samen de omvang van hun rechten bepalen (zie verder, Deel IV, 2.1 Natuurlijke personen).
Rechtspersonen Rechtspersonen zijn groeperingen, instellingen en stichtingen die, zoals natuurlijke personen, bepaalde rechten en (juridische) plichten hebben
Specialiteiten (zie Deel IV, 2.3. Rechtspersonen). Deze rechtspersonen worden gecreëerd met een bepaald doel en met specifiek aan dit doel gekoppelde rechten
en plichten. Men spreekt daarom ook van een juridische constructie met een eigen specialiteit.
Een dergelijke constructie (bv. een vennootschap, een vzw) met "rechtspersoonlijkheid" is dus meer dan de som van haar leden, die natuurlijke
personen zijn. Ze kan zelf rechten en plichten hebben, los van de rechten en plichten van haar respectieve leden.
Rechtsobjecten Een rechtsobject is het voorwerp waarover de personen (rechtssubjecten) hun subjectieve rechten kunnen uitoefenen. Dit rechtsobject kan een ding
zijn, zoals bv. een ding of een dier, maar dit kan ook een geheel van goederen zin (bv. een handelszaak), of een recht (bv. aandelen, een som geld,
het vruchtgebruik op een huis). Wanneer je een mixer koopt in een grootwarenhuis, is zowel de koper (jij) als de verkoper (doorgaans is dit een
rechtspersoon, bv. een vennootschap) een rechtssubject. Het rechtsobject is dan de mixer, of juridisch juister: het eigendomsrecht over de mixer.
Natuurlijke personen en rechtspersonen
- Beide dragers van subjectieve rechten
- Natuurlijk persoon = MENS (reeks eigenschappen: naam, nationaliteit, adres, burgerlijke stand, handelingsbekwaamheid)
- Rechtspersoon: groepering, organisatie, juridische constructie met een specialiteit bv. Vennootschap
- Al de rest zijn zaken, waarover een natuurlijke of rechtspersoon beschikt, bv. dier, een kapitaal, intellectuele eigendom
1.6 RECHTSMISBRUIK
Þ Sturing professionalisme
VERBOD OP RECHTSMISBRUIK
- Ontwikkeld in de rechtspraak van het Hof van Cassatie
- Algemeen Rechtsbeginsel
- Normale uitoefening van een recht door een voorzichtig en bezorgd persoon
- Men mag subjectieve rechten niet gebruiken met als enige middel om een ander te schaden
- Men mag tussen twee manieren om rechten uit te oefenen, niet de meest schadelijke kiezen (zonder belang)
- Sanctie: herstel in natura en/of schadevergoeding
- Voorbeeld: Een wet bestaat maar om te volgen zodat andere niet gestoord of beschadigd zouden worden. Vanaf dat je een wet misbruikt en mensen hiermee stoort dan
kan je ook gesanctueerd worden.
3
, Delphine De Roy 22 Juni 2023
Oogmerk te schaden
Hierboven legden we uit dat we allen subjectieve rechten hebben die door anderen gerespecteerd moeten worden. Je mag je subjectieve rechten gebruiken naar eigen goeddunken,
maar je mag ze niet misbruiken.
Eenvoudig uitgedrukt komt rechtsmisbruik erop neer dat een op het eerste gezicht rechtmatige handelwijze zodanig tegen de borst stuit dat ze als een misbruik van recht wordt
beschouwd en uiteindelijk als een onrechtmatige handelwijze wordt gekwalificeerd (zie ook Deel III, Hoofdstuk 1.4.3.).
Een klassiek voorbeeld is dat van de eigenaar van een radio-installatie met een hoge buitenantenne waar de duiven van zijn buurman herhaaldelijk tegenaan vlogen. De
eigenaar weigerde om zijn installatie goed zichtbaar te maken, ook al bood de buurman aan de kosten daarvan volledig voor zijn rekening te nemen. De eigenaar zou dat
enkel legitiem mogen weigeren als het zichtbaar bekleden van de antenne de ontvangst zou aantasten. Dat was echter niet het geval. De rechter oordeelde dat de
eigenaar voor een keuze stond tussen een voor hem onschadelijke en kosteloze verbetering van zijn installatie en het behoud van een voor de buurman zeer schadelijke
toestand. Door dat laatste te kiezen, heeft de eigenaar van de antenne zijn recht misbruikt.
Het verbod op rechtsmisbruik werd door de rechtspraak ontwikkeld en wordt door het Hof van Cassatie erkend als algemeen rechtsbeginsel (zie verder, 4.3.3 Algemene
rechtsbeginselen). Het verbod op rechtsmisbruik staat dus met andere woorden nergens in een wettelijke bepaling, maar behoort toch tot het recht (en kan als dusdanig ook
gesanctioneerd worden).
Er wordt gesproken van rechtsmisbruik wanneer men zijn subjectieve rechten gebruikt met als enige bedoeling een ander te schaden.
Voorbeeld: Iemand bout een valse schoorsteen juist tegenover het venster van zijn buurman alleen maar om hem te hinderen.
Afwezigheid van belang
Ook is er sprake van rechtsmisbruik wanneer iemand twee of meer manieren belang heeft om een recht uit te oefenen, en hij die manier kiest die het schadelijkst is voor (een)
ander(en), terwijl hij daar zelf geen enkel belang bij heeft.
Voorbeeld: Een handelaar brengt aan het uiteinde van zijn handelshuis een lichtreclame aan. Zin buurman brengt vlak ernaast ook een lichtreclame aan van een grotere
omvang, zodat de eerste lichtreclame aan en zijde niet meer zichtbaar is voor het publiek. Aangezien de tweede handelaar zijn lichtreclame evengoed aan de andere kant
van zijn handelshuis kan hangen, waar hij niemand zou hinderen, is hier sprake van rechtsmisbruik.
Abnormale rechtsuitoefening
In het algemeen maak je misbruik van je recht als je het uitoefent op een wijze die "kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een
voorzichtig en bezorgd persoon" (Cass. 10 september 1971, Arr. Cass. 1972, 31).
Voorbeeld: Een grondeigenaar eist dat zijn buurman zijn gevel afbreekt omdat die enkele centimeters op zijn grond komt. Die afbraak zou de buurman ernstige schade
toebrengen, terwijl het de grondeigenaar maar weinig baat zou bijbrengen. Het nadeel voor de derde (de buurman) staat buiten iedere verhouding tot het voordeel voor
de eigenaar (proportionaliteit) (art. 3.62 BW).
Sanctie: herstel in natura/ schadevergoeding
Om rechtsmisbruik te sanctioneren, grijpt de rechtspraak naar de foutaansprakelijkheid van artikel 1382 BW (zie verder, Deel IV. Burgerlijk Recht, Hoofdstuk 4.4 Onrechtmatige daad).
In principe is de sanctie herstel in de oorspronkelijke toestand (herstel in natura), bv. door de clausule of het recht waarop men zijn handelswijze of vordering steunt, te neutraliseren.
Als dat niet mogelijk is, kent de rechter een schadevergoeding toe.
2. SOORTEN SUBJECTIEVE RECHTEN
- Professionele rollen
We weten ondertussen dat subjectieve rechten de bevoegdheden zijn om over middelen (goederen, gelden) te beschikken, en dat rechtssubjecten (natuurlijk personen of
rechtspersonen) deze rechten afleiden uit de objectieve rechtsregels.
Deze subjectieve rechten zijn zodanig divers van aard, en vertonen enorme verschillen qua kenmerken, dat het zinvol is om deze subjectieve rechten nader in te delen. Aldus
onderscheiden we verschillende categorieën van subjectieve rechten.
POLITIEKE EN BURGERLIJKE RECHTEN
- Politieke rechten: relatie tussen burgers en de overheid
- Politieke vrijheden, participatierechten en sociaaleconomische rechten
- Herverdeling van vermogens
- Burgerlijke rechten: relatie tussen burgers (patrimoniaal en extra-patrimoniaal)
- Persoonlijkheids- en familierechten, zakelijke rechten, contractuele rechten en vorderingsrechten, intellectuele rechten
4