Volledige samenvatting strafrecht (18/20 mee behaald op het examen)
Samenvatting Praktisch strafrecht - Straf- en strafprocesrecht - 2e jaar rechtspraktijk Artevelde (2RP)
Praktisch Strafrecht
Tout pour ce livre (4)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
HBO-Rechten
Strafrecht 2
Tous les documents sur ce sujet (13)
1
vérifier
Par: britt64 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
annedeboer96
Avis reçus
Aperçu du contenu
Praktisch
straf(proces)recht
HBO-RECHTEN
,1. Het strafbare feit
1.1 Voorwaarden van het strafbare feit
Er wordt van een strafbaar feit gesproken indien het om een menselijke gedraging gaat, die
valt binnen een delictsomschrijving en die wederechtelijk en aan schuld te wijten is. Iemand
kan als verdachte worden aangemerkt als er een redelijk vermoeden van schuld is dat deze
persoon een strafbaar feit heeft gepleegd.
Om een strafbaar feit vast te kunnen stellen moet er aan vier voorwaarden voldaan worden.
1. Het gaat om een menselijke gedraging
2. Die valt binnen een delictsomschrijving
3. De gedraging is wederrechtelijk
4. De gedraging is aan schuld te wijten
1.1.1 Een menselijke gedraging
Met menselijke gedraging wordt bedoeld dat een persoon een gedraging heeft verricht.
Volgens de wetgever van het Wetboek van Strafrecht berekent dit dat een persoon een
gewilde spierbeweging heeft uitgeoefend. Een gedraging kan bestaan uit het doen of
nalaten.
Een menselijke gedraging kan dus ook bestaan uit het nalaten. Hierbij is doorslaggevend dat
de verdachte een spierbeweging had kunnen maken, maar dit niet heeft gedaan.
1.1.2 De gedraging valt binnen een delictsomschrijving
Om van een strafbare gedraging te kunnen spreken dient de menselijke gedraging te vallen
binnen een delictsomschrijving. In een delictsomschrijving staat welke gedragingen strafbaar
zijn. De wetgever schrijft in een delictsomschrijving welke gedragingen volgens de wet
verboden zijn. Een delictsomschrijving moet altijd wettelijk zijn vastgesteld. (Artikel 1 SR,
legaliteitsbeginsel) Dit artikel bepaald dat een feit pas strafbaar is als er voorafgaand aan de
gedraging een wettelijke strafbepaling is geformuleerd. Dit noemen we het legaliteitbeginsel.
Het betekent dat er voordat de gedraging plaatsvindt, in de wet een omschrijving moet staan
van het gedrag dat strafbaar wordt gesteld.
1.1.3 Een wederrechtelijke gedraging
Met wederrechtelijk wordt bedoeld: in strijd met het recht. Wanneer de verdachte met zijn
menselijke gedraging een delictsomschrijving vervult, handelt hij automatisch in strijd met
het recht. Toch is dit niet altijd het geval. Een succesvol beroep op een
rechtvaardigingsgrond, zoals: noodweer, overmacht, ambtelijk bevel, wettelijk voorschrift.
,1.1.4 Aan schuld te wijten
De verdachte moet men iets kunnen verwijten. De gedraging moet hem kunnen worden
toegerekend. Er is sprake van verwijtbaarheid als de verdachte anders had kunnen handelen
maar dit niet heeft gedaan. Wanneer een verdachte een beroep kan doen op een
omstandigheid die ertoe leiden dat de verdachte geen verwijt kan worden gemaakt, dan
doet de verdachte een beroep op schuldsluitingsgrond. Een succesvol beroep op een
schuldsluitingsgrond betekent dat de verdachte geen schuld heeft en hij dus geen strafbaar
feit heeft gepleegd.
1.2 Bestanddelen en elementen
Een strafbaar feit is een menselijke gedraging, die valt binnen een delictsomschrijving, die
wederrechtelijk is en aan schuld te wijten. De laatste twee voorwaarden, wederrechtelijk en
schuld, worden elementen genoemd. De onderdelen waaruit een delictsomschrijving valt
noemen we bestanddelen.
De elementen zijn ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen. De
bestanddelen staan altijd in een tenlastelegging opgenomen en moeten door de rechter
bewezen worden verklaard. De elementen zijn ongeschreven voorwaarden, maar een
verdachte moet er wel aan voldoen, wil hij veroordeeld kunnen worden.
1.3 Verschillende strafbare feiten
Een strafbaar feit is onder te verdelen in een type delict. Het wetboek van strafrecht bestaat
uit drie delen: algemene bepalingen, misdrijven en overtredingen.
1.3.1 Misdrijven en overtredingen
Een onderscheid in delicten dat gemaakt kan worden is het verschil tussen misdrijven en
overtredingen. Misdrijven vind je in boek twee van het Wetboek van Strafrecht, de
overtredingen in boek drie. Het verschil tussen misdrijven en overtredingen zit in de
strafbedreiging. Misdrijven zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de overtreder
daarvan zwaarder gestraft moet worden. Op misdrijven staat dan ook altijd gevangenisstraf.
Overtredingen zijn delicten waarvan de wetgever heeft gemeend dat de strafbedreiging wat
minder mag zijn. Voor overtredingen krijgt de dader alleen een geldboete of hechtenis.
1.3.2 Formele en materiële delicten
Zowel misdrijven als overtredingen zijn onder te verdelen in formele en materiële delicten.
Het verschil tussen formele en materiële delicten zit hem in de wijze waarop de wetgever het
delict in de wet heeft omschreven.
Formele delicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Het gaat hierbij om
de handeling en niet het gevolg.
Materiële delicten stellen het intreden van een bepaald gevolg strafbaar. De manier waarop
het gevolg intreedt, is niet van belang: het gaat om het gevolg.
, 1.3.3 Commissie- en omissiedelicten
Delicten kunnen ok worden opgedeeld in ‘handelen’ en ‘nalaten’. Wanneer we spreken over
delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen, dan hebben we het over
commissiedelicten. Naast commissiedelicten heb je ook omissiedelicten. Dit type delicten
stelt juist het nalaten strafbaar.
1.3.4 Gronddelicten, gekwalificeerde delicten en geprivilegieerde
delicten
In het strafrecht kan er onderscheid worden gemaakt tussen: gronddelicten, gekwalificeerde
delicten en geprivilegieerde delicten. Uitgangspunt is dat een bepaalde gedraging strafbaar is
gesteld, dit is het gronddelict. Als we spreken van een gekwalificeerd delict, dan is dat een
delict dat ernstiger is dan het gronddelict. Het gaat echter nog steeds om hetzelfde delict, er
is dan alleen vaak een extra bestanddeel toegevoegd. Een geprivilegieerd delict is het
tegenovergestelde van een gekwalificeerd delict. Ten opzichte van het gronddelict, is het
geprivilegieerde delict een lichtere variant met een lagere strafbedreiging.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annedeboer96. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.