Koninklijk besluit van 26 februari 2017 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 mei
2016 tot regeling van de overplaatsing van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van
de Staat naar de federale politie
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst,
gestructureerd op twee niveaus, artikel 121;
Gelet op de wet van 21 april 2016 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken, de
artikelen 92, § 1, tweede lid, 2° en 4°, derde en zesde lid, en 94;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het
personeel van de politiediensten (RPPol);
Gelet op het koninklijk besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het
dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 2007 betreffende de bewapening van de
geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, alsook de bewapening van de leden van de
Diensten Enquêtes bij de Vaste Comités P en I en van het personeel van de algemene inspectie van
de federale politie en van de lokale politie;
Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2016 tot regeling van de overplaatsing van de
beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat naar de federale politie;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 23 van het onderhandelingscomité van de
buitendiensten van de Veiligheid van de Staat, gesloten op 13 januari 2016;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 379/1 van het onderhandelingscomité voor
de politiediensten, gesloten op 30 maart 2016;
Gelet op de adviezen van de inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 26 oktober 2016
en 3 november 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 28
november 2016 en 1 december 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 5 december 2016;
Gelet op advies 61.242/3 van de Raad van State, gegeven op 16 januari 2017, met
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie en op
het advies van de in Raad vergaderde Ministers,