Belang van pre-analytische fase in klinische biologie Hendriks
Invloeden van leeftijd, geslacht, ras, zwangerschap
Je moet altijd referentiewaarden hebben als je laboresultaten wilt interpreteren -> in het
bepalen van referentiewaarden spelen deze factoren (leeftijd, geslacht...) dus een rol:
● Leeftijd
- Erythrocyt-concentratie (en dus Hb-gehalte) is veel hoger bij neonati dan bij
volwassenen
- Alkalisch fosfatase-activiteit piekt tijdens de groeifase, wat een
weerspiegeling is van de osteoblast activiteit
I. Alkalisch fosfatase = leverenzym (botfractie, leverfractie)
II. Tijdens groeifase veel osteoblast & osteoclast-activiteit: botfractie stijgt
(vnl tussen 6-18 jaar), als men volwassen wordt vooral leverfractie
III. Voor alkalisch fosfatase dus altijd een leeftijdsgebonden parameter
insteken
- Cholesterol-concentratie in serum (let ook op de afhankelijkheid van geslacht,
die verschilt ifv tijd): cholesterol neemt toe ifv tijd, statines gebruiken om die
waarden laag te houden
● Ras
- Zwarten: minder granulocyten, meer VitB12 & Lp(a)
● Geslacht
- Creatine kinase & creatine hoger bij mannen want concentratie = afhankelijk
van spiermassa (creatine stijgt bij spieraandoeningen)
- Creatine kinase: voor diagnose hartinfarct, stijgt ook bij spieraandoeningen
- Mannen hebben bv ook hogere erythrocyten, Hb en triglyceriden
● Zwangerschap
- Tijdens zwangerschap veranderen bindingshormonen zoals TBG (thyroxine
bindend globuline)
- Normaal gezien: TBG bindt T4 dus een deel vrij-T4 en een deel gebonden-T4
- Tijdens zwangerschap: TBG stijgt dus meer gebonden-T4 dus TSH stijgt
(thyroïd stimulerend hormoon): maakt T4 aan dus terug normale concentratie
vrij-T4
- Als labo enkel T4 meet zie je enkel verhogingen, daarom ook vrij-T4 bepalen
- Schildklier nakijken: vooral naar TSH en vrij-T4 kijken!
- Deficiëntie ijzer en ferritine door verhoogde nood tijdens zwangerschap: ijzer
supplementeren eventueel
- Verhoogde acute fase eiwitten: sedimentatiesnelheid = parameter hiervan
Verandering van gewoonten: dieet, vasten, verhongering, inspanning, hoogte
Deze kunnen invloed hebben op parameters
● Dieet en drinkgewoonten
- Vetrijk dieet = hoge triglyceriden waarde: als je ’s morgens vetrijk eet en dan
bloedafname doet kan dit interfereren met bepaalde methodes
=> Triglyceriden stijgen 50% na standaard maaltijd van 700kcal
● Vasten
● Fysische inspanning
- Creatine kinase: spieren intens gebruiken -> CK stijgt! in labo gebruikt voor
diagnose hartinfarct doordat CK in bloedbaan komt door beschadiging van
hart (nu vnl troponine gebruikt voor hartinfarct)
, ● Hoogte
- Zuurstofspanning daalt & je maakt meer EPO
● Stimulantia
- Roken: kan effect hebben op bepaalde waarden
I. CEA kanker merker (vooral voor GI-tumoren): rokende mensen
constant hoge CEA-waarden die fluctueren (is niet per se kanker)
II. COTININE (parameter): nicotine niet in bloed te vinden
(korte T1/2), cotinine = afbraakproduct nicotine (lange T1/2) ->
hiermee controleren of persoon rookt
- Alcohol
I. Gamma GT stijgt enorm! Andere enzymen ook maar minder sterk
II. MCV (mean corpuscular volume) & LDH (lactaatdehydrogenase) ook
gestegen, urinezuur ook
- Verslavende middelen
Staalafname
= echt pre-analytische fase, veel aspecten spelen een rol
● Tijdstip van afname = chronobiologie
- Veranderingen kunnen lineair (bv ifv leeftijd) of cyclisch zijn (biologische
ritmes bv menstruatie, dag/nacht ritme = circadiaans, seizoenen)
- Zo veel mogelijk staal afnemen, noteren welk uur, hoe lang na maaltijd,..
- Circadiaans ritme: cortisol = maximaal in ochtend
- Regels betreffende tijdstip: liefst tussen 7-9u, liefst 12u na laatste maaltijd
● Interfererende diagnostische of therapeutische procedures
- Operaties: tijdens operaties veranderen veel parameters, dus altijd VOOR
operatie de waardes opnemen
- Infusen: eerst waarden bepalen, dan pas infuus steken
- Puncties, injecties
- Mentale stress
● Houding van de patiënt (liggend-staand)
- Niet vaak staand bloed afnemen
- Van liggend naar staand: drukverschillen treden op
● Garot
- Drukverband om aders zichtbaarder te maken: parameters kunnen door
verhoogde druk veranderen
● Bloedafname
- Buisjes voorzichtig omzwenken (niet schudden anders hemolyse bloedcellen)
anders ontstaan stolsels
- EDTA = beste anticoagulans om morfologie van bloedcellen intact te houden
- Soms buisjes met glycolyse-inhibitor: fluoride of lithiumjoodacetaat (nuttig
want RBC verbruiken glucose dus glucoseconcentratie daalt)
- Voor stollingstesten (protrombinetijd) is verhouding anticoagulans-bloed
cruciaal
I. Citraat plasma + calcium voor stolling + preparaat met tissue factor
om stolling in gang te zetten
II. Buisje dat je afneemt echt goed vullen tot 3-5mL!
, ● Plasma of serum
- Serum: geen anticoagulans aanwezig maar staal wel
voldoende laten stollen (als je te snel centrifugeert kan er
achteraf in serum kleine stolsels ontstaan)
- Buis met NaF: glucosewaarden blijven hetzelfde
- Buis zonder NaF: glucosewaarden dalen sterk
Processing van stalen
● Effect van tijd en temperatuur gedurende
transport van stalen
- Glucose
- Verhoogde LDH & kalium: in hoge
concentratie aanwezig in RBC, als staal
niet goed bewaard/te lang onderweg
naar labo treedt hemolyse op (RBC
geven inhoud vrij aan plasma)
● Bewaring van stalen in het laboratorium
- Urinestalen niet op juiste temperatuur
bewaard: bacteriën vermeerderen sterk
- Meer en meer tendens: stalen afnemen
in labo zelf
- Stalen ontdooien: zeer grondig mengen omdat er
concentratiegradiënten ontstaan: terug homogeen
maken
● Centrifugatie, distributie van stalen
Specifeke problemen
● Stollingstesten
- Transport van stalen voor stollingstesten moet op
kamertemperatuur gebeuren
● Hematologie
- EDTA bloed wordt gebruikt voor celtellingen
● Moleculaire biologie
- Stalen om DNA uit te extraheren om er dan PCR op te doen
- GEEN heparine stalen omdat het amplificatie inhibeert
● TDM (therapeutische drug monitoring)
- Wachten op steady state (= 5x T/12 GM) om staal af te nemen
- Gestandaardiseerd bloed afnemen
- Aminoglycosiden: hiervoor heb je piek- en dalwaarden (geen steady state dus
men meet piek en dal)
● Lipemische stalen
- Turbiditeit (troebelheid) kan probleem geven bij stalen
- Stalen recupereren door ultracentrifugatie te doen of andere producten
toevoegen waardoor lipidedeeltjes verlagen
● Hemolyse
- Verhoogde LDH & kalium
- Hemolyse: Hb komt vrij (normaal laag in bloed) dus Hb-concentratie in bloed
stijgt dus x-as = 5g/L (veel hemolyse), y-as = verhoging parameter tov 1
, - Als staal hemolytisch is, is LDH 4x gestegen en kalium 1.5x
● Interferentie door GM
- Orale contraceptiva: toename bindingseiwitten van bepaalde hormonen
- Fenytoïne: induceert enzymen
- Coumarines: effect op stollingstesten
- Voor een aantal GM verhogen levertesten een beetje
Besluit
Elk aspect van de pre-analytische fase kan beschreven worden in een SOP (standard
operating procedure), zoals dit ook gebeurt met analytische procedures.
BLOEDGROEPEN
Aan oppervlakte bloedcellen zijn antigenen die antilichamen vormen
- Antigenen = bloedgroepen
- Bloedgroepen: vnl voor RBC gebruikt
- Bloedgroepstructuren: erfelijk bepaald, 2 hoofdtypes
I. EW = primair product van bloedgroep-gen
II. Koolhydraten: bloedgroep-gen codeert hier voor een enzym
Bloedgroep-genen
Er bestaan verschillende allelen van bloedgroep-genen (polymorfisme)
Allelen die coderen voor bloedgroepen zijn co-dominant: 2 verschillende allelen leveren
beide 1 product tenzij 1 van de 2 een ‘stom allel’ is (O)
Bloedgroep-antilichamen
Bloedgroep-antigenen kunnen aanleiding geven tot vorming Al: 2 vormen obv oorzaak
ontstaan
- Regulier: komen van nature voor bij iedereen die het antigen mist op RBC
- Irregulier: verworven, Al pas gekregen na contact met RBC waarop die antigenen zijn
(Transfusie, geboorte waarbij bloed foetus in circulatie moeder komt)
Indeling obv herkomst:
- Allo-Al: gericht tegen antigenen van een ander individu
- Auto-Al: gericht tegen antigenen van het individu zelf
Klinisch belang: sommige Al geven versnelde afbraak RBC in vivo, is afhankelijk van
karakteristieken van Al:
● Reactie temperatuur
- Warme Al: reageren bij lichaamstemperatuur
- Koude Al: problemen in winter (temperatuur daalt waardoor Al reageren)
● Immunoglobuline klasse
- Enkel IgG passeert placenta: kan hemolytische ziekte van pasgeborene
veroorzaken
● Complementbinding
- Activatie complementsysteem
- Vnl complementbindende IgM
- IV hemolyse
● Stimulatie Al productie
● Extravasculaire hemolyse (lever en milt)