DEEL 1: VOOR EEN GOED BEGRIP: OPVOEDING WHAT’S IN A NAME?............................................................ 3
1. Naar een omschrijving van: wat is opvoeding ...?...................................................................................... 3
2. Wat zeggen ons deze “omschrijvingen”? ................................................................................................... 5
3. Opvoeding: een maatschappelijke opdracht? ............................................................................................ 8
4. Zinvolle vragen voor verdere verdieping .................................................................................................... 9
DEEL 2: PEDAGOGIEK ALS WETENSCHAP .................................................................................................... 10
1. Eén lettertje verschil: pedagogie versus pedagogiek ............................................................................... 10
2. Opvoeding in een wetenschappelijk jasje ................................................................................................ 12
3. Meer dan een driestromenland? .............................................................................................................. 14
3.1 PERSONALISTISCHE STROMING/ GEESTESWETENSCHAPPELIJKE STROMING ............................... 15
3.2 EMPIRISCH - ANALYTISCHE STROMING .......................................................................................... 18
3.3 KRITISCH EMANCIPATORISCHE STROMING.................................................................................... 20
3.4 ECOLOGISCHE STROMING .............................................................................................................. 23
4. Denken over opvoeding... ......................................................................................................................... 25
4.1 Is nooit waardenvrij ........................................................................................................................ 25
4.2 In een vloeiende samenleving ........................................................................................................ 25
4.3 Met een veranderde jeugd in een samenspel van ontwikkeling, leren en vrijheid ....................... 28
4.4 Vanuit een kinderrechtenperspectief als een basissokkel ............................................................. 29
DEEL 3: OPVOEDINGSPRAKTIJK ONDER DE LOEP ........................................................................................ 34
1. De kracht van opvoedingsmodellen (analytische modellen)? .................................................................. 34
1.1 Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner .................................................................................... 35
1.2 Procesmodel van Belsky ................................................................................................................. 37
1.3 Balansmodel van Bakker................................................................................................................. 38
1.4 Model van Hellinckx (2002) ............................................................................................................ 39
2. Handvatten in de opvoedingspraktijk: focus op opvoedingsvaardigheden ............................................. 43
2.1 Ontwikkelingstaken – opvoedingstaken (pedagogische vraag v/h kind) ....................................... 43
2.2 Opvoedingsvaardigheden volgens Patterson-Voets: een evenwicht zoeken tussen steunen-
sturen-stimuleren ......................................................................................................................................... 46
2.3 De opvoedingspiramide van Webster-Stratton & Hancock (1998) ................................................ 48
, DEEL 1: VOOR EEN GOED BEGRIP: OPVOEDING WHAT’S IN A NAME?
1. Naar een omschrijving van: wat is opvoeding ...?
Straffen en belonen worden gekoppeld aan waarden & normen
Individuele waarden & normen hebben een bovenlaag die we uit onze biografie hebben
meegenomen, komen ook voort uit een maatschappelijk verhaal
Bv: “Ik ben overal en altijd bereikbaar” = belangrijke waarde voor jongeren de dag van
vandaag
3 elementen/perspectieven die terugkeren binnen opvoeding:
1. Ontwikkeling: ouders zijn er om die ontwikkeling te ondersteunen (inschatten wat een kind
nodig heeft op welke leeftijd)
2. Leren leren: ouders kijken hiervoor richting school maar heel wat leren speelt zich af buiten
de klasmuren bv: “Hoeveel maaltijden kan je maken?” “Waar heeft u leren vrijen?”
leren door experimenteren,..
zou sterker zijn als we daar thuis/op school aandacht aangeven
3. Vrijheid aanleren tijdens ontwikkeling:
Vrijheid om wederzijds elkaar zaken aan te leren bv: auto leren rijden aan kind en later zal
kind rijden voor ouders
Wanneer vrijheid op zijn plaats is = een toetsing
Buikgevoel helpt niet altijd bij de vrijheidsbepaling, waar zetten we de vrijheidsgraden?
=> niet evident voor ouders
Bv: “onderhandelingsgezin” moeilijk om pedagogisch gezag te laten tonen
=> vrijheidsgraad durven inbouwen is een zoektocht
Definities doorheen de tijd: !! (examen) !!
LANGEVELD:
“Pedagogisch ingrijpen in liefde en vertrouwen gericht op zelfverantwoordelijke zelfbepaling”
Langeveld heeft veel kleur gegeven in de pedagogische wetenschap in Vlaanderen en België
Geschreven rond WO 2, gekleurd door de tijdscontext: in liefde en vol vertrouwen
Belangrijke statement in die periode: “grootbrengen van mensen is niet altijd doordrongen
door het geloven in een religie.”
Zelfverantwoordelijke zelfbepaling: verzet tegen wat er op dat moment gebeurt (1 volk)
Kind moet opgevoed worden uit zelfverantw. Zelfbepaling
Tweede insteek: zolang het kind niet zelf in staat is om die zelfverantw. op te nemen,
zal de ouder vervangend optreden (herkend in het hoederecht, juridisch bepaald vb.
minderjarigheid meerderjarigheid)
punt van religie (in God vertrouwen)
, DE KEYSER:
“Opvoeding is hulp bieden ter ondersteuning van de zelfactiviteit op weg naar meerwaarde met
het oog op een zo groot mogelijke zelfstandigheid”
Jaren 70’, 80’ (priester)
Bouwt verder op definitie van Langeveld
Gaat gepaard met het orthopedagogisch denken “zo groot” mogelijke zelfstandigheid,
vroeger werden kinderen met een beperking weggestoken (nu nog steeds in Afrika)
Toevoeging die niet onbelangrijk is: VOOR IEDEREEN, rekening houdende met dat
zelfstandigheid niet voor iedereen hetzelfde is
Niet grootbrengen door kleinhouden: zelfstandigheid is een belangrijk onderdeel
Moeilijk voor ouders om kind groot te laten worden
Groei naar zelfstandigheid moet bevorderd worden
HELLINCKX:
“Opvoeden is een complex fenomeen dat verweven is met vele andere aspecten van het
dagelijks leven. De kern van het opvoeden bestaat uit veelvuldige interacties tussen een kind en
een opvoeder. Als een opvoeder beschouwen we iedereen die gedurende langere tijd dag in dag
uit met een kind samenleeft en zich verantwoordelijk voelt en weet voor de ontwikkeling en de
toekomst van het kind”
Veel betekenis binnen de orthopedagogie
Haalde als eerste het opvoeden als complex fenomeen aan; is niet vanzelfsprekend
Bracht alle mogelijke interacties in beeld die een rol kunnen spelen bij opvoeding
Gaat niet enkel om opvoeder en opvoedeling
Veel kleurt mee de opvoeding met een ruim netwerk: “Wie komt allemaal in beeld
en hoe wordt dat maatschappelijk bepaald?”
Intercultureel verhaal
DIEKSTRA:
“Opvoeding is iedere invloed die mensen, bedoeld of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling
van kinderen”
Dieren voeden niet op, het gaat om mensen
Het is mensenwerk: met vallen en opstaan
Bedoeld: bedoelde (heel bewust) gesprekken voeren met kinderen
Onbedoeld: Bv. Ouder vraagt aan kind “Hoe is het met je vriendinnetje?” tijdens het
autorijden, kind komt later terug op thema: oogcontact hoefde niet door de voorruit in de
auto wat het gesprek vlotter liet lopen en minder ongemakkelijk
Intentioneel/niet-intentioneel
Als begeleider van kind ben je een modelfiguur: onbedoeld/bedoeld zit vaak in de kleine
dingen. Bv: Huisbezoek: ouders van kind kijken naar je om iets van jou te leren, ”ik wil die
pedagogische vaardigheden ook”
Vb van Diekstra: mensen steken over wanneer het rood licht is en aan de overkant staat een
moeder met haar kind en denkt: “Hoe moet ik dit nu weer uitleggen aan mijn kind?”
Onbedoeld heeft snel zijn effecten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur irisvantomme. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.