Dit is een samenvatting van het vak Strafrecht van het academiejaar 2022/2023. Het is een combinatie van mijn notities in de les en het boek. Bovendien is de samenvatting duidelijk ingedeeld volgens hoofdstukken en (onder)afdelingen met titels en subtitels.
Strafrecht is een reactie op een misdrijf
Misdrijf -> als er eens straf op gesteld is = zonder straf geen misdrijf (nulla poene sine lege)
Regels ≠ strafrecht, alleen wanneer er een straf door gevolgd wordt
Ontstaan uit wraakneming
We moeten niet op treden tegen wat iemand doet, maar tegen wat iemand is (dader = centraal)
1) Materieel strafrecht = het geheel der rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar
worden gesteld en gesanctioneerd
- Inhoudelijk
- Dingen die niet mogen
- Wat is er strafbaar
- Welke sanctie krijg je
2) Formeel strafrecht (strafprocesrecht) = het geheel van de procedurele regels volgens welke
materieel strafrecht wordt toegepast
- Procedure (toepassing van het materieel strafrecht)
- Hoe wordt het strafrecht toegepast
- Wie zal de bewijzen verzamelen
- Hoe zullen de bewijzen verzamelt worden
- Welke rechtbank is bevoegd
3) Internationaal strafrecht
- Heel beperkt
- Zware misdrijven
- Samenwerkingen tussen verschillende landen (bv: uitwisselingen)
4) Nationaal strafrecht
- Plaats waar misdrijf wordt gepleegd, dat land gaat zijn strafrecht toepassen
- Bv: Zwitser vermoordt Fransman in België, Zwitser wordt gestraft volgens het
strafrecht van België
1
, H2: HISTORIEK
Opmerking vooraf: de straffen voor de misdrijven zijn zeer vaak vrijheidsbeperkingen (gevangenis,
enkelband…) en daardoor is er niet veel speelruimte à met het strafrecht kan je heel zelden iemand
veranderen, de verandering moet teweeg gebracht worden door andere domeinen.
1. ARCHAÏSCH STELSEL
- Strafrecht niet zo belangrijk
- Strafrecht privaat aangelegenheid
- Slachtoffer neemt heft in eigen handen om te wreken
- Oog om oog, tand om tand = talio-recht
- Overheid heeft hier niets mee te zien
- Familie zorgt voor het eigen recht
2. MIDDELEEUWEN
A) Accusatoir strafrecht debat tussen partijen centraal + rechter gaat bemiddelend optreden (vanop
een afstand)
- Lokale organisaties (feodaal)
- Oplossing zoeken voor de verschillende partijen
- Families rond de tafel
- Enkele regels (niet zelf straffen opleggen)
- Rechters die proberen oplossingen te vinden voor de conflicten (rondreizen)
- Uitspraak doen over het conflict, niet meer de families die het oplossen
- Schadevergoedingen (geen boetes)
- Vrede opleggen -> vredegeld naar familie + overheid (eerste boetes)
- Lijfstraffen, verbanningen
- Ongelijkheid (ene persoon die straf, andere persoon andere straf)
- Bewijslast = beklaagde moest aantonen dat hij/zij het niet gedaan had
B) Inquisitoir strafrecht rechter veel actiever opzoek gaan naar de waarheid + uitwerking
staatsapparaat
- Late middeleeuwen -> staat + rechter worden sterker
- Minder ruimte voor bemiddeling en dialoog
2
, - Top-down beslissingen
- Wetboeken + regels -> uitgeschreven
- Alles in functie van het onderhouden van de soeverein die de staat beheert
- Illustreren hoe belangrijk de koning was
- Procedures worden uitgeschreven (heel nauwkeurig)
- Bewijslast = rechtbank moest aantonen dat beklaagde schuldig is
-> Ontstaat vanuit private wraakneming, overheid neemt dat daarna over (boetes + lijfstraffen)
-> Hoe meer hiërarchie, hoe meer strafrecht
-> Hoe groter het verschil tussen de standen, hoe strenger het strafrecht
-> Straffen wreed en publiekelijk uitgevoerd
3. VERLICHTING
A) Verlichting
- Humanitaire -> anders kijken naar straffen
- Maatschappij is veranderd
- Absolutisme verdwijnt -> burgers worden sterker
- Andere maatschappijordening nodig -> “Contrat social” = burgers die het kunnen betalen
maken de samenleving
- Ongelijkheid verdwijnt
- Ontstaan eerste wetboeken (geen discussie mogelijk)
- Je mag alleen straffen voor misdrijven die in de wet staan
- Ius punendi = het recht om te straffen
- Nachtwakerstaat = overheid zo klein mogelijk houden, mogen niet overal tussenkomen
- Gevangenis als strafinstrument (nut: beklaagde zal verbeteren)
Magna Carta = de belangrijke pijlers van het strafrecht, belangrijke principes van het strafrecht (3)
- Legaliteit = geen misdrijf zonder wet, geen straf zonder wet, niets uitvinden, bescherming in
te aanwezige overheid
- Subsidiariteit = enkel strafrecht gebruiken als het nodig is, eerste andere vormen proberen,
niet alles straffen enkele degene die echt niet kunnen, strafrecht als laatste redmiddel
- Proportionaliteit = verhouding tussen misdrijven en de straffen, straf moet proportioneel zijn
met straf, zware misdrijven zorgen voor zware straffen
3
, B) Het ‘revolutionair strafrecht
- Wetboek met vaste straffen
- Rechter mag enkel straf geven die in het wetboek staat
- Niet te veel ruimte voor rechters
- Mildere straffen
- Invoering van jury
C) Codificaties van Napoleon
- Sommige straffen worden terug ingevoerd (handen afhakken, doodstraf, …)
- Wetboeken krijgen eerste vorm
1) De Code d’instruction criminelle van 1808
Opnieuw de invoering van het inquisitoir systeem tijdens het vooronderzoek. De rechten van
verdediging werden ook minder beschermd. Veel onnauwkeurigheden, moeilijke
terminologie en uitweidingen.
2) De Code de pénal van 1810
De rechter krijgt een beoordelingsmarge. Hij mag de straf bepalen binnen de perken van een
wettelijk bepaalde minimum- en maximumstraf
Code pénal 1810 -> wetboeken van vandaag hebben veel gemeenschappelijke kenmerken
4. VANDAAG
A) De Grondwet van 1830
In de Grondwet stond dat alle wetboeken zouden worden herzien, maar dit is niet gebeurd.
In 1867 was er een nieuw strafwetboek. Maar het Wetboek van Strafvordering is nog dat van
Napoleon.
B) Het strafwetboek
De Code pénal werd herzien door een Commissie die in 1834 werd opgericht onder leiding van Haus.
Nypels speelde hier ook een rol. De tekst werd in 1867 aangenomen door het
Parlement. Het volgde grotendeels zijn voorganger op en dus waren er bitter weinig vernieuwingen
in te vinden.
In 1976 kwam dan de Commissie voor de herziening van het Strafwetboek, onder leiding van
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ugentrechten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.