Lesdoelen vitale functies
Na het doorwerken van dit hoofdstuk kan je:
De termen vitale functie en parameters definiëren en kaderen in de praktijk
Normale en verschillende vormen van afwijkende lichaamstemperatuur verwoorden
Het belang bespreken van nauwgezette observatie van vitale parameters
De factoren die de lichaamstemperatuur beïnvloeden
De zorg en begeleidingsmaatregelen bij koorts
De verschillende manieren voor het meten van de (lichaams-)tempratuur met hun
indicaties tegenindicaties, voor- en nadelen
De basisprincipes van technische handelingen toepassen bij opname van
lichaamstemperatuur
De kenmerken van een normale ademhaling bij kinderen en volwassenen opnoemen.
De kenmerken van pathologische ademhalingstypen opnoemen en hun oorzaken
verklaren
Het begrip ademnood verklaren alsmede hoe deze toestand door de patiënt wordt
ervaren
Beschrijven en verklaren welke lichaamshouding de ademhaling positief beïnvloeden
De betekenis van polsslag verwoorden
De kenmerken van normale en afwijkende polsslag beschrijven.
De betekenis van bloeddruk onder de vorm van definitie verwoorden.
De normale bloeddrukwaarden opnoemen.
Het materiaal nodig voor bloeddrukopname beschrijven.
De reflexen die verband houden met het bewustzijn van de patiënt opsommen
De gradaties in verband met het bewustzijn weergeven en verklaren.
Oorzaken in verband met veranderingen in verband met het bewustzijn opsommen
Kent de indicaties voor specifieke observatie van bewustzijn
Kan het belang aangeven van het gebruik van observatieschalen voor opvolgen van
het bewustzijn en kan deze kritisch bespreken
Kent de terminologie in verband met het observeren van bewustzijn, polsbloeddruk,
lichaamstemperatuur en ademhaling en kan deze ook verklaren.
Volgende termen verklaren: hypothermie, shock, pyrexie, pyrogenen tachypnoe,
bradypnoe, apnoe, orthopnoe, dyspnoe, paradoxale ademhaling, Küssmaul
ademhaling, Cheyne-stokes ademhaling, hyperpnoe, hyperventilatie, stridor
anoxemie, anoxie, asfyxie , fowlerhouding , RR, systolische bloeddruk ,diastolische
bloeddruk, hypertensie , hypotensie, miosis, mydriais, corneareflex, somnolentie ,
stupor, coma, delirium , lipothymie, syncope
Als voorbereiding op jullie practica rond deze skills verwachten wij van jullie dat jullie deze
cursus al oriënterend hebben doorgenomen en volgende items kennen
Wat zijn de verschillende vitale parameters
Wat zijn de normaalwaarden van deze parameters
Vitale functies
1
, Oriënterend kennen
Vitale parameters + normaalwaarden kennen
Vitale functie bij levensreddend handelen
= functie dat bij uitval levensbedreigend is
vb. bewustzijn, bloedcirculatie & ademhaling
Vitale functie in klinische situatie (wij gebruiken deze)
= lichamelijke functies die door CZS worden geregeld en van essentieel belang is
Vb. bloedc, pols, AH
Vitale parameters & vitale functies:
Vitale p = hoeveel keer per minuut, … (veranderlijk)
Vitale f = namen vb. AH, BZ, …
Normale parameters:
Ademfreq 12/min
Hartfreq 75 slagen/min
RR 120/80 mmHg
Bewustzijn alert, aanspreken, pijn
Observatie van een zwangere:
1. Wegen, meten & voedingstoestand
2. Vitale functies
1. Lichaamstemp
2. Ademhaling
3. Circulatie: pols en bloeddruk
4. Bewustzijn
1. Lichaamstemperatuur
Homeostase
= evenwicht tussen warmteproductie en warmteverlies (geregeld in
thermoregulatoircentrum in hypothalamus)
Normale lichaamstemp
36 -37gr Celsius, maar er zijn individuele verschillen en fysiologisch schommelingen
Lichaamstemperatuur
We bedoelen hiermee kerntemp, want in het lichaam is de temp niet overal gelijk
Kerntemperatuur
= temp in diepliggende weefsels
1.1. Fysiologische schommelingen die lichaamstemp beïnvloeden
Spijsvertering
2
, Leeftijd
o Kleine kinderen groter lichaamsopp dus koelen sneller af
o Ouderen trager metabolisme dus koelen sneller af
Tijdstip
o 20:00-00:00 hoge temp
o 04:00-06:00 lage temp
Hormonale effecten
o vapeurs
Arbeid
Omgevingstemp
Emoties
1.2. Pathologische schommelingen
1.2.1 Hypothermie
= elke daling v/d lichaamstemp lager dan 36gr (axillair = oksel)
Oorzaken:
Overdreven afkoeling
Letsel CZS
Prematuren
Toxische stoffen vb. medicatie, alcohol
Gevolg:
Achterste deel van hypothalamus (= warmt producerend deel) wordt gestimuleerd
waardoor:
o Toename van waakzaamheid en spieractiviteit vb. rillen (TEKENING)
o Stimulatie van OS-zenuwstelsel ADR & NOR
Kippenvel
VC bleke huid, koud, geen transpiratie
o Stimulatie van Thyroid (= schildklier) met verhoging van celstofwisseling
o Onvoldoende voeding daling van stofwisseling
Behandeling:
Causaal afkoeling beletten, voedingstoestand verbeteren
Symptomatisch opwarmen
1.2.2 Hyperthermie
= stijging v/d lichaamstemp hoger dan 41gr, kan onherstelbare hersenschade veroorzaken
(axillair)(spoedeisend)
Ontstaan:
Niet door pyrexie (= koorts)
Lichaam produceert meer warmte en neemt meer warmte op uit omgeving dan het
kan afstaan
Oorzaken:
Onvoldoende warmteverlies door warme en vochtige atmosfeer
3