Samenvatting alle literatuur Vak Publiek Management 2023 Master (EUR)
32 vues 4 fois vendu
Cours
Publiek management
Établissement
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Deze samenvatting bevat alle literatuur voor het vak Publiek management. Het bevat een samenvatting van onderstaande literatuur:
College 1
- Boyne
- Bryson
- Hyndman
- Lodge
- Mazzucato & Kattel
College 2
- Egeberg
- Overman
- Van Thiel
- Verhoest
College 3
- Hughes
- Poister
-...
Samenvatting publiek management
College 1
Bryson, Crosby & Bloomberg: Public Value Governance: Moving Beyond Traditional Public
Administration and the New Public Management
Er ontstaat een nieuwe beweging in het openbaar bestuur die verder gaat dat het traditionele
openbaar bestuur en new public management. De nieuwe beweging is een antwoord op de
uitdagingen van een genetwerkte, multisectorale wereld waarin niemand de volledige leiding heeft.
In de nieuwe aanpak zijn waarden die verder gaan dan efficiëntie en effectiviteit (vooral
democratische waarden) prominent aanwezig. Deze benadering brengt waarden naar voren die in
eerder tijdperken al aanwezig waren, maar toen niet dominant. De overheid dient deze waarden te
borgen, maar ook burgers en bedrijven zijn actieve publieke probleemoplossers.
Een opkomende kijk op openbaar bestuur
Kijk nog eens naar tabel in artikel! De nieuwe aanpak benadrukt 4 belangrijke standpunten die samen
antwoord geven op de huidige uitdagingen en oude tekortkomingen:
1. Nadruk op publieke waarde
2. Erkenning dat de overheid een bijzondere rol heeft als borger voor publieke waarden
3. Een geloof in het belang van publiek management en publieke dienstverlening
4. Een verhoogde nadruk op burgerschap en democratisch en collaboratief bestuur.
Traditioneel openbaar bestuur
Ontstond eind 20ste eeuw in VS als antwoord op uitdagingen van industrialisatie, verstedelijking,
moderne bedrijfsleven, geloof in wetenschap etc. De succesvolle ervaringen met de reacties van de
overheid in bijv. WOII zorgden voor steun voor het traditionele openbaar bestuur. In de ideale vorm
waren politiek en bestuur volledig gescheiden. De doelstellingen werden bepaald door gekozen
functionarissen en daarna verfijnd door technische experts. Overheidsinstanties waren de
belangrijkste aanbieders van publieke waarde. Efficiëntie was de voornaamste waarde. Burgers
werden gezien als klant of kiezers.
New public management
NPM werd dominant in jaren 80 en 90 en ontstond uit bezorgdheid over het falen van de overheid,
geloof in doeltreffendheid en efficiëntie van markten, een geloof in economische rationaliteit en een
drang om grote gecentraliseerde overheidsinstanties te wenden richting decentralisatie en
privatisering. In NPM moeten publieke managers sturen, niet roeien. Ze sturen door doelstellingen te
bepalen en door dienstverlening te katalyseren door te kiezen voor een bepaald instrument. Markten
en concurrentie zijn de geprefereerde manier om overheidsdiensten op de meest efficiënte en
effectieve manier te leveren, aan de klanten (burgers). Publieke managers moeten empowered
worden.
Opkomende benadering
We hebben te maken met een steeds diversere en complexere samenleving die met complexere
problemen wordt geconfronteerd: natuurrampen, falen van de economie, ongelijke effectieve
gezondheidszorg etc. In de nieuwe benadering staan burgers, burgerschap en democratie centraal.
Burgers worden gezien als goed in staat om op een weloverwogen manier problemen op te lossen.
Publieke waarde zou voortkomen uit een inclusieve dialoog en overleg, waarbij gemeenschapsleden
uit meerdere sectoren zijn betrokken. Publieke waarde is niet het exclusieve terrein van de overheid
en deze heeft niet als enige publieke waardeverplichtingen, maar wel een belangrijke rol als borger
van publieke waarden. Burgers zijn niet meer alleen klanten en kiezer, maar probleemoplossers en
bestuurders. In deze aanpak kunnen overheidsinstanties bemiddelaars, katalysatoren en
samenwerkingspartners zijn; soms sturen, soms roeiend, soms samenwerkend etc. Ook verandert de
manier waarop de kerndoelstellingen van de overheid worden vastgesteld. Traditioneel door gekozen
functionarissen, bij NPM ook, maar managers beheren vervolgens de input en output. In deze
benadering zijn zowel gekozen functionarissen als publieke managers belast met het creëren van
publieke waarde. De rol van publieke managers gaat verder dan in eerdere benaderingen. Ze moeten
,netwerken van beraadslaging en uitvoering helpen creëren en begeleiden en de effectiviteit,
capaciteit en verantwoordingsplicht van het systeem behouden en verbeteren.
In de opkomende benadering is discretionaire ruimte van managers beperkt door de wet,
democratische waarde en verantwoording. Verantwoording wordt veelzijdiger -> niet meer alleen
hiërarchisch of marktgedreven. Geen enkele sector heeft het monopolie op publieke dienstverlening,
maar overheid speelt wel een belangrijke rol. Ook is er minder scepsis over de overheid en een
minder sterke voorkeur voor markten en klantenservice. In de nieuwe benadering is ook de bijdrage
van het openbaar bestuur aan het democratische proces anders -> overheid levert dialoog en
katalyseert en reageert actief op burgerschap.
I.t.t. traditioneel bestuur en NPM lijkt de opkomende benadering dubbelzinnig en relatief ongetest.
Wat vooral belangrijk is bij de opkomende benadering is begrijpen wat er wordt bedoeld met
publieke waarde, publieke waarden en publieke sfeer.
Waarde, publieke waarde, publieke waarden en publieke sfeer
De literatuur over publieke waarden maakt onderscheid tussen: publieke waarden, het creëren van
publieke waarde en de publieke sfeer.
Barry Bozeman over publieke waarden:
Hij stelt dat publieke waarden de waarden zijn die normatieve consensus bieden over: de rechten en
voordelen waarop burgers wel/niet recht moeten hebben; de verplichtingen van burgers; de
principes waarop regeringen en beleid gebaseerd moeten zijn. Bozeman beschrijft ook publieke
waarde-falen: wanneer noch de markt, noch de publieke sector de benodigde goederen en diensten
levert om publieke waarde te verwezenlijken. Publieke waarden zijn voor Bozeman meetbaar in
input-, proces-, output- en uitkomstmaatstaven. Hij stelt dat tekortkomingen in de publieke waarden
gecorrigeerd moeten worden. Hij zwijgt over de rechten of verantwoordelijkheden van niet-burgers.
Mark Moore over het creëren van publieke waarde:
Bozeman richt zich op het beleids- en maatschappelijk niveau, terwijl Moore zich richt op publieke
managers. Hij stelt dat publieke waarde in eerste plaats voortvloeit uit overheidsprestaties. Net als
Bozeman stelt hij dat publieke waarde kan worden gemeten input-, proces, output- en
uitkomstmaten. Moore heeft het over een publieke waarderekening. Aan de batenkant staan de
verwezenlijking van collectief gewaardeerde resultaten, terwijl de kosten het gebruik van
overheidsgedrag en collectief bezit zijn. Hij stelt dat publieke managers de strategische driehoek
moeten gebruiken. Strategie moet gericht zijn op het bereiken van iets dat (1) inhoudelijk waardevol
is, (2) legitiem en duurzaam, (3) operationeel en administratief haalbaar. Managementsucces is
volgens Moore het vergroten van publieke waarde. I.t.t Bozeman gaat Moore uit van een hiërarchie
van waarden waarin effectiviteit, efficiënte, verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en eerlijk van de
publieke organisatie de voornaamste waarden zijn. Voor Moore zijn het uiteindelijk de gekozen
functionarissen en de burgers die de waardering bepalen, maar ook publieke managers spelen een
belangrijke rol. De waardering kan blijken uit de publieke waarderekening.
Timo Meynhardt over publieke waarde:
Meynhardt gelooft dat publieke waarde wordt geconstrueerd uit “waarden die de relatie tussen een
individu en de maatschappij karakteriseren en de kwaliteit van de relatie definiëren”. Hij stelt
eveneens dat publieke waarde kan worden gemeten (met dezelfde maten). Meyhardt stelt 4
basisdimensies van publieke waarde: moreel-ethisch, politiek-sociaal, utilitair-instrumenteel en
hedonostisch-esthetisch. De ‘waarde’ die een individu aan een ervaring hecht, is gebaseerd op hoe
goed de ervaring voldoet aan zijn of haar basisbehoeften, beoordeeld aan de hand van deze
dimensies. Hij geeft weinig aandacht aan de instituties betrokken bij publieke waardecreatie.
John Benington over de publieke sfeer:
Voor Benington is de publieke sfeer de ruimte – psychologisch, sociaal, politiek, institutioneel en
fysiek – waarbinnen publieke waarden worden vastgehouden, gecreëerd of verminderd. Hij stelt dat
‘publiek’ niet gegeven wordt, maar dat het continu geconstrueerd wordt. Publieke waarde wordt
betwist en komt tot stand via een voortdurend dialoog. Publieke waarde is iets wat bijdraagt aan de
publieke sfeer.
Hoe publieke waarde zich verhoudt tot andere concepten
,Publieke waarde omvat verschillende andere concepten
- Publiek belang: redenen voor of gevolgen van overheidsoptreden
- Publieke goederen: productie van niet-rivaliserende, niet-uitsluitbare goederen en diensten. ->
niet hetzelfde als publieke waarde: publieke waarde omvat de resultaten van publieke goederen.
- Common wealth: algemeen welzijn van het volk -> fundamentele hulpbronnen en publieke
goederen van een gemeenschap waarover burgers de verantwoordelijkheid en het gezag op zich
namen.
Hoe de ideeën over het creëren van publieke waarde en maatschappelijke publieke waarden op
beleidsniveau worden gebruikt in de praktijk en in onderzoek
De verschillende onderdelen van de literatuur over publieke waarden kunnen met elkaar verbonden
worden. Moore’s op managers gerichte idee van het creëren van publieke waarde impliceert het
produceren van wat het publiek waardeert, waarvan de verdiensten kunnen worden beoordeeld aan
de hand van een reeks meer specifieke publieke waarden. Deze kunnen de maatschappelijke of
beleidsgerichte publieke waardecriteria van Bozeman en anderen omvatten, de psychologisch
gerichte criteria van Meynhardt, Beningtons idee van het versterken van de publieke sfeer.
Stoker stelt ‘management van publieke waarden’ voor als nieuw paradigma (opvolger NPM). Critici
van publieke waarde beweren dat deze is gebruikt als een retorische strategie om de belangen van
bureaucraten en hun organisaties te beschermen en te bevorderen. Fischer stelt een oppositionele
benadering van publieke besluitvorming voor (publiek/privaat, zwart/wit/, goed/fout etc.) dat
contrasteert met een ‘tegenstelbare’ of integratieve benadering waarin publieke managers
ogenschijnlijk ongerelateerde zaken met elkaar kunnen verbinden.
Ten slotte kan publieke waarde, als prestatie, dienen als raamwerk voor prestatiemeting en -
management. Belangrijk is het idee van publieke waarde dat er niet 1 einddoel is. Opvallend is de
afwezigheid van empirisch onderzoek naar de normatieve proposities van publieke waarde of de
effectiviteit ervan als raamwerk voor het begrijpen van publiek management.
Gebruik van publieke waarden op beleidsniveau en op maatschappelijk niveau in de praktijk en in
onderzoek
Publieke waarden spelen een prominente rol binnen ‘public value mapping’, ontwikkeld door
Bozeman. Deze aanpak integreert een breed scala aan waardeoverwegingen in
beleidsbeslissingsprocessen door te helpen:
1. Publieke waarde te identificeren
2. Te beoordelen of er sprake is van falende publieke waarden
3. Relaties tussen waarden in kaart te brengen
4. Grafisch de relaties weergeven tussen publieke waarde en marktfalen
Meynhardt heeft een instrument ontwikkeld voor publieke waardebepaling, dat de scorekaart voor
publieke waarde wordt genoemd: samenvatting van de ranglijst van individuen van de waarde van
iets dat betrekking heeft op het publiek langs de eerdergenoemde dimensies + een vijfde dimensie
(financiële prestaties).
Andersen heeft een derde instrument ontwikkeld dat niet berust op criteria voor publieke waarden of
psychologische beoordelingen, maar op organisatorische waarden, afgeleid van 4 typische
bestuursvormen (hiërarchie, clan, netwerk en markt). Voor elk van de 4 wordt de rol van publieke
organisaties, burgers, organisatorische context, controlevormen en centrale waarden verwoord. Hij
heeft 7 dimensies ontwikkeld waarop publieke waarde ontstond: het grote publiek, het naleven van
regels, houden aan budget, professionaliteit, belangenafweging, efficiënt aanbod en gebruikersfocus.
Conclusie
- Stand van zaken: nog geen naam voor nieuwe benadering binnen openbaar bestuur. In ieder
geval staan aandacht voor kwesties van publieke waarde, publieke waarden en publieke sfeer
centraal. Er is groeiende belangstelling voor deze benadering door de urgentie, reikwijdte en
omvang van de publieke problemen in de wereld. Ook is er de erkenning dat regeringen alleen
niet effectief de problemen aan kunnen pakken. Tot slot is er de zorg dat publieke waarden
, verloren zullen gaan als gevolg van een krachtige anti-overheid retoriek en een reeks markt-
en prestatiegerichte hervormingen.
- In de opkomende benadering speelt de overheid duidelijk een belangrijke rol als schepper van
publieke waarde, en borger voor publieke waarden en de publieke sfeer. Maar in een op de
markt gebaseerde democratie is de overheid niet de eigenaar van alle processen en
instellingen -> moeten veel samenwerken.
- De literatuur over publieke waarde trekt aandacht voor vragen over (1) de publieke
doeleinden die moeten worden gediend door organisaties in alle sectoren, door meer
algemene bestuursregelingen, en door publiek leiderschap in brede zin gedefinieerd, en (2)
hoe publieke managers en leiders deze doeleinden zouden moeten bereiken.
Een onderzoeks- en praktijkagenda
Moet meer duidelijkheid komen in definities. Onderzoek moet rekening houden met subjectief
gekoesterde publieke waarden en met meer objectieve toestanden van de wereld.
Er moet bij prestatiemeting en managementbenaderingen op worden gelet dat er ook niet-op
missie gebaseerde waarden worden meegenomen.
Beleidsanalyse zou ook een breed scala aan waarden moeten omvatten die verder gaan dan de
traditionele focus op efficiënte en effectiviteit.
Er zou ook aandacht moeten zijn voor de verwachte en werkelijke politieke waarde gecreëerd
door beleid, programma en projecten -> voor het publiek verhelderen welke waarde bepaalde
acties hebben.
Onderzoekers moeten helpen om publieke waarde te vinden, met speciale aandacht voor de rol
van de overheid. De literatuur over publieke waarden moet veel verder de conceptuele, politieke,
organisatorische, bestuurlijke en andere beperkingen onderzoeken van publieke managers die in
bepaalde omstandigheden publieke waarde willen creëren.
Instituties en processen zijn van belang voor het creëren van publieke waarde, realisatie van
publieke waarden en het behoud en de verbetering van de publieke sfeer. Deze instituties en
processen moeten focus van onderzoek zijn. Er moet dus verder worden gewerkt aan het
verbinden van managementgedrag dat probeert publieke waarde te creëren met instellingen en
processen, en op beleidsniveau en andere belangrijke publieke waarden die verband houden met
democratisch en collaboratief bestuur.
Mazzucato & Kattel – Covid-19 and public sector capacity
Dit artikel stelt dat regeringen, om een pandemie te beheersen, dynamische vermogens en capaciteit
nodig hebben, die maar al te vaak ontbreken. Deze omvatten het vermogen om zich aan te passen en
te leren; het vermogen om openbare diensten en de behoeften van burgers op elkaar af te stemmen;
capaciteit om veerkrachtige productiesystemen te besturen en capaciteit om data en digitale
platforms te besturen.
De coronapandemie heeft laten zien dat het vermogen van staten om een crisis van deze omvang te
beheersen, afhankelijk is van de cumulatieve investeringen die een staat heeft gedaan in zijn
vermogen om te regeren, te handelen en beheersen. De pandemie was vooral een uitdaging voor
lanen die de noodzakelijke investeringen in ‘de dynamische capaciteiten van de publieke sector’
hebben genegeerd. Om grote uitdagingen aan te pakken is het nodig om particuliere en publieke
investeringen, innovatie en samenwerking nieuw leven in te blazen. Het vereist een ander type staat:
een die in staat is om op te treden als investeerder, nieuwe vormen van groei kan katalyseren en
daardoor investeringen en innovatie in de particuliere sector aan kan trekken.
De pandemie heeft ook het belang onderstreept van de publieke sector als marktvormer en niet
alleen als marktfixer -> moet zorgen voor veerkracht en stabiliteit op de lange termijn en voor het
vormgeven van publieke resultaten. Overheden zouden moeten investeren in het opbouwen van hun
macht op cruciale terreinen, zoals productie- en inkoopcapaciteit, publiek-private samenwerkingen,
en digitale- en dataexpertise.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lieskezijlstra2002. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.