1
Juridische argumentatieleer: Deel 1: Redeneren
TITEL I
Hoofdstuk 1. De mens als dier met sterke cognitieve capaciteiten
Theorie van het zogenaamde ‘drievuldige brein’ (triune brain) : menselijk brein bestaat uit drie delen.
I. Reptielachtige brein:
Basaal brein (meest basale structuren) --> oudste laag
Gedrag hierdoor gestuurd is rigide, obsessief, compulsief en paranoïde --> deze gedrag wordt steeds herhaald
want reptielachtige brein leert niet van fouten.
Het controleert ook spieren, evenwicht en autonome functies en is altijd actief.
II. Limbische brein:
= het brein van de meeste zoogdieren (revolutionair het vroegste) – middelste deel
Andere functies dan het reptielachtige brein
Geur, drijfveren, motivatie, emoties, tijdsbesef, kennisverwerving en geheugen
= emotioneel systeem
Bepaalt of het Aangenaam of onaangenaam is
III. Neopallium (neocortex)
= de nieuwste laag
= brein primaten (mensen)
Cognitieve functies (inventiviteit en abstract redeneervermogen)
Neemt ongeveer 2/3 in van de hersenstructuur (bij mensen)
Linker hersenhelft: controleert de rechterkant + is eerder lineair, rationeel en verbaal
Rechter hersenhelft: controleert de linkerkant + eerder ruimtelijk, abstract, muzikaal en artistiek
≠ geen wetenschappelijk nauwkeurige weergave van de samenstelling en evolutie van ons
brein
De mens is geen rationele economische actor -> veel van ons gedrag wordt gestuurd door de meest basale
delen van ons brein
!! Richard Thaler en Cass Sunstein: Humans – Econs (Homo Sapiens – Homo Economicus):
Humans = echte mensen
Econs = zuiver rationale actoren (chimpansees) = gedragen zich perfect rationeel
Mensen nemen niet zomaar beslissingen -> inspelen op emotionele en basale behoeften kan -> vatbaar voor
manipulatie (vb. Broodlucht in een bakkerij, vliegen in urinoirs)
Mensen aansporen om bepaalde dingen te doen zonder dat ze zich ervan bewust zijn = nudging
,2
Hoofdstuk 2. Systeem 1 en Systeem 2-denken
⇨ 2 manieren v. denken
Afdeling 1. Algemeen kader
Systeem 2:
o Traag, rationeel en analytische denken
o Vergt inzet, motivatie en het toepassen van eerder geleerde regels
o ! aandacht -> onderbroken als aandacht weg (beperkte hoeveelheid aandacht)
o Log en moeizaam
o Moet ingrijpen om de chaos van systeem 1 te ordenen
o bewust te activeren
Systeem 1:
o Snel en intuïtief (reflexmatig)
o Automatische piloot
o Fundamentele manier van denken, oudst
o Bepaalt de actie + zorgt voor moeiteloze indrukken en gevoelens
o Stuurt de meeste handelingen en gedragingen (vaardigheden van reptielen en limbische brein)
o Neiging om goed en sappig verhaal van alle info (zeker als in korte stukken, zoals
twitterpost) te maken ≠ werkelijkheid = systeem 1 zoekt een coherente boodschap
(complottheorieën)
� DUS Systeem 2 activeren om coherent verhaal te controleren
MAAR, de neurale verbindingen tussen willekeurige delen van het zenuwstelsel kunnen getraind worden,
waardoor ingeoefende verbanden veel sneller worden gelegd
� Wat eerste veel moeite en aandacht kost (vorm van systeem 2 denken), kan door studie, herhaling en
oefening een automatisme worden (vorm van systeem 1 denken).
� Curse of knowledge: door veel ervaring met moeilijke zaken ⇾ automatisme ⇾ geen
besef van eigenlijke moeilijkheidsgraad
!! Systeem 1 ≠ emotie, Systeem 2 ≠ rede:
� Emoties kunnen ook beheerst en beheerd worden door systeem 2 + tot op bepaalde hoogte kunnen we
zelf kiezen hoe we op iets reageren dat emoties bij ons losmaakt
� Systeem 1 doet meer dan enkel emoties bevatten -> met voldoende oefening kunnen bepaalde
inzichten zo vertrouwd zijn dat ze geen moeite meer kosten om ze toe te passen, dan zijn ze ook deel
van systeem 1
Afdeling 2. Ter verduidelijking: twee testen en een filmpje
Wason Selectie Test
Mensen zijn standaard onderhevig aan de bevestigingsbias (confirmation bias)
⇨ De mens is geneigd om enkel oog en oor te hebben voor de info die ons standpunt bevestigt en die
strookt met onze eerder bestaande kennis en ervaringen
⇨ We hebben minder aandacht voor informatie die ons standpunt zou kunnen ontkrachten
Mensen zijn cognitief meer onderlegd om concrete problemen in een herkenbare context op te lossen, dan
abstracte problemen
, 3
o Dual process-theorie (onderscheid systeem 1 en systeem 2): door onze vertrouwdheid met de situatie,
kost het ons geen moeite om de relevante vragen te stellen en dus de juiste kaarten om te draaien DUS
wanneer je twijfelt over de geldigheid van een redenering => maak haar CONCREET !!!!
Hoofdstuk 3. Het brein als verbandenleggende machine
o We verwerken info op intuïtieve manier, waardoor we vaak onbewust allerlei verbanden leggen die
misschien niets met elkaar te maken hebben (denk aan rood = gevaar)
Conceptverruiming door verminderde blootstelling (niet kennen):
= VB. gevaar: hoe minder we in gevaarlijke omstandigheden komen, des te groter wordt ons gevaarconcept en
des te meer worden situaties die eerder niet problematische waren, toch als gevaarlijk bestempeld.
� De wereld objectief gezien veiliger geworden, toch ervaren mensen dat anders WANT hun concept van
gevaar is verruimd
Systeem 1 : spontaan verbanden leggen tussen allerlei concepten, gebeurtenissen, feiten en stellingen => ons
brein = een verbandenleggende/narratieve machine
(we vinden het gemakkelijker om structuur dan concrete worden te onthouden)
Vb.: Piet ging skien. Hij brak een been.
� Systeem 1 legt onmiddellijk een verband tussen de twee gebeurtenissen
⇨ Piet brak zijn been door het skien.
⇨ Kunnen we daar niet per se uit afleiden
� REDEN: onze lekenkennis (alledaagse niet-gespecialiseerde kennis) stuurt ons er op aan, omdat we
ooit al eens zo’n verhaal hebben gehoord
� ervaringen zorgen ervoor dat nieuwe info niet fris opgeslagen wordt, maar eerder in een netwerk wordt
gezet
� Brein = een doorleefd web van nieuwe en oude verbanden die wisselend geactiveerd en versterkt
worden
� DUS info gecontextualiseerd en ingepast in samenhangende narratieven
� Systeem 1 legt positieve en stereotypische verbanden:
* Op positieve wijze correleren
* Gaat er van uit dat verschillende beweringen inderdaad iets met elkaar te maken hebben +
bouwt er onmiddellijk een samenhangend verhaal op
* Feiten die niet in het verhaal passen, laat het vaak weg
⇨ Negeert logica of toeval !!!
VOORDEEL = systeem 1 reikt een kader aan om betekenis te geven aan de ontelbare feiten die we elke dag
opnemen (= handig) = coherent kader
NADEEL = de spontane gelegde verbanden zijn niet steeds correct, want systeem 1 wil gewoon een coherent
verhaal van allerlei losse stukjes info, maar dat wil niet zeggen dat dit ook realiteit is
⇨ Om de waarheid te verifiëren moeten we systeem 2 activeren en overschakelen op een
intensieve manier van denken
⇨ COMPLOTTHEORIEEN!!! (= enorm populair, want we willen samenhang tussen verschillende
losse feiten)
* Voordeel: gieten veelheid aan info in één overkoepelend verhaal
* Nadeel: stroken niet met de waarheid + kunnen aanhangers opzwepen om drastisch te
handelen, zodat gevaarlijke situaties ontstaan