Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting ABS1 - osteologie - zeer uitgebreid incl tekeningen! €8,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting ABS1 - osteologie - zeer uitgebreid incl tekeningen!

 11 vues  0 fois vendu

Zeer uitgebreide samenvatting met tekeningen. Alles is duidelijk vermeld en de cursus is volledig in de samenvatting verwerkt. Alle informatie die nodig is voor het behalen van dit vak is terug te vinden in deze samenvatting. Ook wordt er duidelijk vermeld welke onderdelen kliniek zijn en dus zeer ...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 89  pages

  • 9 octobre 2023
  • 89
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (22)
avatar-seller
TMdgkstudent
Inleiding tot de osteologie en arthrologie
Soorten beenweefsel
Het lichaam kent twee soorten van bot. Namelijk Spongieus bot en compact bot. Het Spongieus bot
(substantia spongiosa) is eerder spons achtig. De beenweefselbalkjes (trabekels) vormen een
driedimensionaal netwerk. De ruimtes in dit netwerk zijn opgevuld met beenmerg en bloedvaten. Het
compacte bot (substantia compacta) bestaat uit een dikke witte structuur. Het is een dichte massa waarin
alleen microscopische kleine ruimten zichtbaar zijn.

Soorten beenderen
- Lang been (os longum): het voorste en achterste lidmaat bestaat vooral uit lange beenderen. Zoals
onder andere de humerus, radius, ulna en femur. De vingers zijn kort maar vallen ook onder lang
been.
- Kort been (os breve): de staartwervel bestaat uit kort been.
- Plat been (os planum). Plat been wordt vooral teruggevonden bij de schedel. Bij de grote huisdieren
worden zeer lange neusbeenderen terug gevonden, dit zijn platte beenderen.
- Onregelmatig been (os irregulare): wervels bestaan uit onregelmatig been. Dit komt door de
uitsteeksel die zich hierop bevinden. De uitsteeksel zitten er niet zomaar en hebben allemaal een
functie.
- Sesambeen (os sesamoideum): deze beenderen zijn secundair in de evolutie ontstaan door wrijving.
De patella is een voorbeeld van een sesambeen.

Lang been (os longum)
Het lang been omvat drie delen:
- Middenstuk, diafyse. Dit is een holle cilinder waarvan de wand
bestaat uit compact beenweefsel dat de mergholte (cavum
medullare) omgeeft. In de mergholte bevindt zich het rood/geel
beenmerg.
- Twee buiteneinden, epifysen. Deze bestaan vooral uit Spongieus
beenweefsel. De buitenzijde die bestaat uit compact been is bedekt
met een laagje gewrichtskraakbeen. De holten in de epifysen staan in
verbinding met de mergholte.
Bij mannelijke individuen sluiten over het algemeen de groeischijven sneller
dan bij vrouwelijke individuen.

Os pneumaticum bij vogels
Bij vogels gaan er een aantal anatomische variaties optreden om ervoor
te zorgen dat de botten lichter zijn. In de diafyse bij vogels kunnen er
luchtzakken aanwezig zijn. Een dergelijke luchtzak is ontstaan door een
luchtgat (foramen pneumaticum). Dit maakt vervolgens dat de vogels
een stuk lichter zijn en dan wel al dan niet kunnen vliegen.
Zo hebben de klassieke huisdieren vergelijkbare structuren in de
schedel. Dit zijn de sinussen. Deze zorgen ervoor dat het gewicht van
het hoofd verlicht wordt.

Kort been (os breve)
Bij een kort been zijn alle dimensies van dezelfde grootorde.De
structuur lijkt op de epifyse van een lang been. Het ontstaat langs
enchondrale beenvorming.

Plat been (os planum)

Tanisha Mikkers 1

,Bij een plat been is één dimensie veel kleiner dan andere twee. Het bestaat uit een platte laag spongieus
beenweefsel (thv schedel diploë genoemd), omgeven door dunne laag compact beenweefsel.
Speciale beenderen
Sesamsbeen (os sesamoideum)
Ontstaat in een pees waar deze over beenuitsteeksels moet glijden (vb patella) of waar ze over een
gevaarlijke plaats moet glijden (bv. straalbeen).
Bij sommige diersoorten bevindt zich een sesambeen op plaatsen waar veel mechanische belasting
optreedt, zoals het stuitbeen (os rostrale) in de neusschijf van het varken.

Onregelmatig been (os irregulatum)
▪ Beenvorm past niet (helemaal) bij bovenstaande beenderen.
▪ Type voorbeelden: niet platte beenderen van schedel; wervels; ...

Straalbeentje bij paarden
Het paard steunt op de middelvinger, en gaat dus op de tip van hun tenen steunen. Rund en paard zijn
unguligraad, steunen op hun nagels. Dit verklaard waarom er bij paarden zoveel problemen voorkomen bij
de ondervoet.
De mens steunt bijvoorbeeld op hun hiel = plantigraad.
Hond en kat gaan ook op hun tenen steunen = digitigraad.




Ossa cordis bij ruminantia
Er wordt maar zelden bij runderen een RX opname genomen, toch kan het een enkele keer voorkomen.
Het is dan belangrijk om te weten dat runderen hartbeentjes hebben. Deze hartbeentjes binden zich onder
de aortaklep en worden groter naarmate de dieren ouder worden. Deze hartbeentjes zijn gevormd door de
sterke stuwing van het hart en zijn vervolgens door ossificatie ontstaan. Dit is een vorm van een
sesambeentje.

Os penis (baculum)
Dit is tevens een soort van sesambeen. De grootte van de os penis heeft niets te maken met de grootte van
het dier. Zo hebben een leeuw, jachtluipaard en een tijger een heel klein os penis terwijl die van een hond

Tanisha Mikkers 2

,een heel stuk groter is (afhankelijk van het ras). Het is belangrijk om te weten dat deze structuur er zit, bij
het maken van een RX opname wordt deze namelijk als een witte structuur teruggevonden op de opname.


Beenvorming
Botvorming kan plaatsvinden op twee manieren, enchondrale botvorming of periostale botvorming.
- Enchondrale botvorming: kraakbeen vormt zich om tot bot. Let op, bot wordt nooit gevormd door
kraakbeen! De kraakbeencellen sterven af en de plaats wordt ingenomen door botcellen. Eerst is er
sprake van een bindweefsel stadium, dit wordt vervangen door kraakbeen en later door een
secundaire ossificatie. Ledematen zijn hier een typisch voorbeeld van.
- Periostale ossificatie: dit vindt vooral plaats aan de wand van bot. Het compacte bot van de schacht
wordt voornamelijk gevormd door de periostale ossificatie.
De lengtegroei van een lang been gebeurt vanuit het Epifysaire kraakbeen dat gelegen is tussen de epifyse
en diafyse. Het kraakbeengedeelte dat het dichts bij de diafyse ligt, groeit aan en verbeent. Dit is de
fertiele zijde. Bij een volwassen dier wordt het Epifysaire kraakbeen vervangen door bindweefsel, zodat de
lengtegroei finaal ophoudt. De groei in de breedte gebeurt vanuit het periost. Dit vormt steeds nieuwe
lagen beenweefsel aan de buitenplaatsen van de diafyse.

Periost
Bot zelf is inert (gevoelloos). Maar het stoten van het scheenbeen doet toch pijn, dit komt door het periost
dat beschadigd is. Alle soorten been zijn langs buiten, uitgezonderd t.h.v. Het gewrichtskraakbeen, steeds
omgeven door een gespecialiseerde laag bindweefsel, het periost/beenvlies. Het periost bestaat uit twee
lagen:
- Een inwendige laag die beenweefsel kan vormen (osteoblasten)
- Een uitwendige laag die veel bloedvaten, evenals zenuwen (sensibiliteit) bevat. Enkele bundels
collageenvezels (vezels van Sharpey) dringen vanuit beenvlies in het beenweefsel.

Uitstekende delen
- Gewrichtsuitsteeksels (processus articulatis). Deze is bedekt met een laagje kraakbeen en vormt
een gewricht met een aanpalend been.
- Apofyse. Dit is een omvangrijk uitsteeksel, niet bedekt met kraakbeen. Meestal voor de
aanhechting van de pees van een grote spier. De grote apofysen zijn, zoals epifysen, door
enchondrale botvorming ontstaan en zijn meestal door Epifysair kraakbeen van de diafyse
gescheiden.

Syndesmologie en arthrologie
Er zijn verschillende soorten van gewrichten die voorkomen:
- Synarthrose (onbeweeglijk). Syn = samen. Zitten vast aan elkaar. Zijn min of meer onbeweeglijk.
- Amfiathrose (weinig beweeglijk). Geen echte synoviaal gewricht maar wel meer beweeglijkheid dan
met de synarthorse. Bv. Verbinding tussen onderste rij polsbeenderen met de
middenhandsbeentjes.
- Diarthrose (beweeglijk), synoviaal gewricht. Dit betekent dat er gewrichtsvocht aangemaakt wordt.
Er is glijmiddel nodig om de twee gewrichten die in verbinding staan mooi te laten bewegen t.o.v.
elkaar.
Het kan een verbinding zijn tussen twee botstructuren met bindweefsel = syndesmose. Het kan zijn dat de
twee botstructuren met elkaar verbonden zijn door middel van kraakbeen = synchondrose. Verbinding van
twee botstructuren met bot = synostose.

Bindweefselverbinding (junctura fibrosa)
Een syndesmose (syndesmosis) is een nagenoeg onbeweeglijke beenverbinding (amfiarthrose) d.m.v.
bindweefsel. Is het verbindend bindweefsel plaatvormig dan spreken we van een membrana
Tanisha Mikkers 3

, Interossea, bijvoorbeeld de verbinding tussen de radius en ulna bij sommige dieren.

Een sutura is bijvoorbeeld wanneer de Schedelbeenderen bij kinderen zijn verbonden door bindweefsel
(soms kraakbeen).
Een gomphosis (articulatio dento-alveolaris) is een wigvormige verbinding, waardoor de tanden met
bindweefsel in de kaak bevestigd zijn via een periodontaal ligament

Kraakbeenverbinding (junctura cartilaginea)
De kraakbeenverbinding omvat de synchondrosis en symphysis.

De synchondrose (synchondrosis) kent een geringe beweeglijkheid, bijvoorbeeld:
- Tijdens groeiperiode kraakbeenzone (= epifysaire kraakbeen) tussen diafyse en epifyse van lange
beenderen dat op einde groeiperiode gaat verbenen (= synostosis)
- Tongbeen dat door hyalien kraakbeen aan de schedel bevestigd.

De symfyse (symphysis) is een brede platte schijf van vezelig kraakbeen (fibrocartillago) of collageen
bindweefsel. Voorbeelden van dergelijke verbinding zijn:
- Twee heupbeenderen
- Twee mandibulae
- Tussenwervelschijf

Beenvergroeiing (synostosis)
Ontstaat uit een bindweefsel- of kraakbeenverbinding hetzij fysiologisch hetzij pathologisch.

Algemene opbouw van een gewricht




Recessus




De proximale en distale epifyse gaan altijd bedekt zijn met gewrichtskraakbeen, dit is een soort van
shockdemper en heeft een wit glanzend uiterlijk.
De twee botstructuren staan in verbinding met elkaar en moeten beweeglijkheid hebben maar moeten
natuurlijk niet te vrij kunnen bewegen. De twee botstructuren moeten in een bepaald vlak kunnen

Tanisha Mikkers 4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur TMdgkstudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,99
  • (0)
  Ajouter