Communicatie met gezinnen
Leermodule 1: basishouding en kader
Professionele basishouding (MEMO REGELS PO. B.)
Meerzijdige partijdigheid: iedereen aan bod laten komen en serieus nemen, kies geen partij
Echtheid (authenticiteit): wat je aan de binnenkant voelt komt overeen met wat je aan de
buitenkant toont, oprechtheid
Metacommunicatie: communiceer over de bedoelde onderliggende betekenis, toets af,
verduidelijk, benoem, bevraag
Openheid: aansluiting vinden en open staan voor waarden, normen en verwachtingen
Respect: rekening houdend met het tempo, de gevoelens en referentiekader van de ander,
geen NIVEA
Empathie (betrokkenheid): inleven in de ander en kijken vanuit de ander zijn waarden,
normen en referentiekader
Gelijkwaardigheid: de ander is de expert en heeft de regie in handen, krachten centraal
stellen
Empowerment: krachten, capaciteiten en mogelijkheden van de ander ontdekken en
gebruiken in moeilijke momenten, de ander versterken, ook bemoedigen en bekrachtigen bij
succeservaring
Lichaamstaal: verbaal als non-verbaal, mimiek, intonatie, alert voor de gevoeligheden,
SOFTEN
Stimuleren: door open vragen te stellen, door te vragen, samen te vatten, te parafraseren…
Professionele nabijheid: evenwicht zoeken tussen afstand en nabijheid, creëer geen
afhankelijkheid
Onvoorwaardelijke acceptatie: niet loslaten en altijd blijven ondersteunen
Betrouwbaarheid: verantwoordelijk, voorspelbaar en transparant
1
, Communicatie met gezinnen
Diverse elementen in een eerste gesprek met een gezin
De begroeting
Ontmoeting
Stel jezelf voor
o “Hallo ik ben… en ik ben jeugdprofessional (iedereen aankijken) . Jeugdprofessional is een
moeilijk woord, maar het betekent dat ik met kinderen, jongeren en gezinnen
gesprekken voer wanneer er iemand zich zorgen maakt in het gezin.”
Het gezin stelt zich positief voor / niet starten met de zorgen, want dan is er vaak maar één
iemand aan het woord
o “Als jullie vandaag naar hier zijn gekomen, ga ik ervan uit dat iemand van jullie zich
zorgen maakt over iets in het gezin… En over die zorgen gaan we vandaag zeker
praten, maar eerst zou ik graag met jullie kennis willen maken los van de zorgen.
Wie zijn jullie, wat doen jullie graag, waar zijn jullie het meest trots op?"
Afspraken maken over de duur
o “Ik heb … gepland, lukt dat voor jullie?”
Spanning
Bij het gezin → probeer het ijs te breken, vb.
o “Zijn jullie hier goed geraakt?”
o “Amai jullie hebben pech gehad met het weer vandaag.”
o “Jullie wonen hier mooi/gezellig.”
Bij jezelf → spanning bij jezelf reguleren
o Let op je ademhaling, gedachte het is oké om het ook niet te weten
Zorgen verkennen
Parafraseren en doorvragen
o “Wat bedoel je met…?”
Bevraag de andere gezinsleden over hoe zij denken over de geuite zorgen
o “Kan je me uitleggen waarover je bezorgd bent?”
o “Hoe kijk jij naar de zorgen?”
o “Wat doet dat met jou dat … dit zegt?”
Krachten van het gezin
Verkennen van wat het gezin al probeerde en waarom dit wel/niet werkte
o “Wat hebben jullie al geprobeerd om met de zorgen die er zijn om te gaan?”
o “Wat hebben jullie al geprobeerd dat wel/niet werkte?”
o “Dus jullie hebben al dingen gevonden die jullie een stuk verder helpen. Wat kan de
gezinsbegeleiding daar nog aan toevoegen?”
2