Les 12 nov – Perifere retina en retinaloslating
- Dia 1: Homocysteïnemie is een erfelijk enzym-defect, waardoor homocysteïne
niet voldoende wordt omgezet in cysteïne. Homocysteïne is een natuurlijk
afbraakproduct van het essentiële aminozuur methionine, dat ruim in voedsel
voorkomt.
De mogelijke verschijnselen hierbij omvatten oa een loslating van de ooglens.
De perifere retina is een plaats waar problemen kunnen ontstaan die visus
bedreigend zijn, en het meest frequente probleem is een netvliesloslating.
- Dia 2: Hier zien we een post mortem donoroog.
In de periferie insereert het netvlies op de onderliggende choroidea, thv de ora
serrata. Deze zone vormt precies een zigzagje.
Een scheur zoals hier ligt aan de basis van het ontwikkelen van een
netvliesloslating.
- Dia 7: Het grootste deel van onze retina gebruiken wij niet. Het perifeer gedeelte
staat in om het netvlies vast te plakken, en voor het bevloeien van de middelste
streek. De middelste streek is het meest interessante gedeelte voor ons.
Op deze voorstelling van de retina is de gekartelde insertie duidelijk zichtbaar.
Het buitenste gedeelte noemt men de vitreumbasis; dit is waar het glasvocht
insereert op de retina. Hoe ouder men wordt, hoe breder deze insertierand is
tov de retina; met de leeftijd verandert de samenstelling van het vitreum immers,
waardoor een versteviging gebeurt aan de periferie.
- Dia 8: Doorheen het leven verandert het glasvocht van primair glasvocht, naar
secundair en vervolgens tertiair glasvocht.
Het ciliair lichaam gaat het voorkamerwater maken, maar kan ook water afstaan
naar de vitreale structuur; soms is het corpus ciliare hyperactief.
Het corpus vitreum wordt vooraan en achteraan (voor en achter de vitriumbasis)
omgeven door membranen, namelijk het posterieur en anterieur hyaloid
membraan.
Posterieur is de aanhechting van het vitreum relatief zwak; het posterieure
hyloid membraan hangt hier enkel vast via de oogzenuw, grote bloedvaten en thv
de macula. Deze aanhechting zal dan ook loskomen (vrij snel bij myopie) omwille
van de verandering van de samenstelling van het corpus vitreum; de
samenstelling gaat van een gelatineuze consistentie, naar een waterige
consistentie en het water zal zich vooral posterieur bevinden. Deze loskoming
treedt op rond ongeveer 45 jaar. Dit is ook de leeftijd waarop presbyopie ontstaat;
waarschijnlijk is dit geen toeval.
Aangezien het corpus vitreum eerst loskomt posterieur, zal er een kwalachtige
structuur achterblijven, die klotst in het oog. Dit zorgt voor een regelmatige
tractie op de vitriumbasis. Deze is sterk vastgehecht, maar bij te veel tractie kan
de retina aan de insertierand ook gaan scheuren. Dan zal er een probleem
, ontstaan! Aangezien water heel mobiel is, zal het doorheen de scheur onder het
netvlies dringen en dit opheffen en losmaken van de onderliggende choroïdea.
- Dia 9: Als het contact tussen de choroidea en de retina verloren gaat, heeft men
een groot probleem. Aangezien licht niet meer doorgeseind kan worden, zal er
blindheid optreden.
Als de patiënt een stuk onderaan het beeld niet meer ziet, dan heeft hij een
probleem bovenaan zijn netvlies.
- Dia 10: Er zijn bepaalde prodromen bij een netvliesloslating.
Mannen hebben meer kans op netvliesloslatingen, waarschijnlijk omdat zij
grotere oogbollen hebben.
De vitriumbasis bij deze persoon zal breed zijn (tot onder letsel 4-5) en de
scheuren liggen tot 8mm van de limbus verwijderd.
- Dia 11: Als men een netvliesloslating ziet bij jonge personen, zijn dit meestal
mensen met refractiestoornissen. Bij oudere personen ziet men het gewoonlijk
boven de 65 jaar.
De patiënt zullen klagen van het zien van felle lichtflitsjes (‘sterretjes’) op
dezelfde plaats, en ze kunnen het soms zelf uitlokken; dit noemt men fotopsie, en
dit wil zeggen dat er tractie is op het netvlies!! Soms is fotopsie afwezig, maar dan
klagen patiënten van een verlies van zicht in het onderste gezichtsveld.
Na een nachtrust is het vaak beter, want vocht zal dan terug achter het netvlies
uit komen, en het netvlies zal weer tegen de choroidea komen.
- Dia 14: Meestal komt de hele retina los, maar soms zijn er slechts een aantal lagen
die loskomen; men spreekt dan van schisis.
Als het enkel de binnenste lagen zijn die loskomen, dan krijg je een soort
pigmentlaag die de pathologische zone gaat proberen af te scheiden.
Als je dit opmerkt tijdens onderzoek, dan weet je dat er een chronisch proces
aan de gang is, dat nog altijd aanleiding kan geven tot een secundaire loslating.
- Dia 15: Er was hier eerst een blaas met kleine scheurtjes. Als er in de diepte nog
een bijkomende scheur ontstaat, dan komt de rest van de retina los!
- Dia 16: Deze mensen hebben geluk.
- Dia 17: Men gaat een retina gaatje behandelen, wanneer het tweede oog
bijvoorbeeld al een loslating heeft gehad. Dan willen we zeker het oog met het
gaatje sparen.
De retina is fragiel en scheurt gemakkelijk, want er zit zeer weinig collageen in.
Een grotere hoeveelheid collageen zou immers het licht beletten de zenuwcellen
te exciteren!
- Dia 18: Retinaloslatingen worden meestal veroorzaakt door degeneratieve
aandoeningen van het glasvocht, maar er zijn dus ook nog andere oorzaken.
Het glasvocht bij diabetici is veel viskeuzer dan bij een normaal persoon, en zal
minder degenereren maar dit is geen goede evolutie! Bij diabetici kan er ischemie
optreden thv de retina, en dit kan aanleiding geven tot neovascularisatie en
vorming van membranen. Deze membranen bestaat uit collageenvezels,
waardoor deze contractiemogelijkheden hebben. Wanneer dit gebeurt, wordt het
netvlies mee losgerukt van de choroidea. Men spreekt van een tractionele