- Dia 3: Deze vragen moet men altijd stellen.
- Dia 4: Als we over zicht spreken, hebben we het altijd over centraal zicht (de
visus).
- Dia 5: Als een probleem heel plots op is getreden, moet men denken aan een
arterieel probleem, zoals een occlusie. Een bloeding zorgt ervoor dat men bijna
niets meer ziet. Een neuritis begint sluimerend (begint te zwellen in de zenuw),
totdat de kritische drempel van zwelling bereikt is en dan is er toch redelijk
plotse uitval.
Neuritis geeft vooral pijn bij oogbewegingen.
- Dia 6: Als patiënten zeggen dat het met een loep wel prima gaat, dan weet men
dat het meestal een refractieprobleem is. Als de letters vervormd zijn
(metamorfopsie) moet men denken aan een maculaire aandoening.
- Dia 8: Het zicht gaat niet goed zijn.
- Dia 9: Subretinale bloeding, waarbij de fovea nog nét gespaard is.
- Dia 11: Heel de fundus ziet er veel te wit uit en de fovea is ook wat roder. Door de
arteriële occlusie krijgt de retina een gigantisch oedeem, waardoor deze witter
wordt. Men ziet minder de onderliggende chorioidea. De macula is nog wel rood
omdat het netvlies hier heel dun is, en de chorioidea minder gaat maskeren. Links
is er een klien ciliair vatje dat nog vascularisatie geeft van dat plekje (pijl).
- Dia 17: Lensluxatie geeft vooral refractiestoornissen (astigmatisme).
- Dia 19: Hier gaat de patiënt het zelf minder aangeven. Ze zeggen eerder dat ze
wat moeilijker zien en onzekerder zijn in het duister / donker.
- Dia 22: Bij een retinaloslating, dat vrij plots gebeurt, gaat de patiËnt merken dat
er iets weg is uit het gezichtsveld, dat er een deel donker is.
- Dia 21: De zwarte vlekjes zijn floaters door een kleine retinale bloeding.
- Dia 22: Men ziet zonder hindernis op de chorioidea => donkerder. Klein wit =>
operculum.
- Dia 23: Rechts iets dat aspect heeft van wolkjes en naar je toe komt =>
netvliesloslating (iets grauwer van kleur).
- Dia 25: Bij migraine spreekt men eerder van lichte golvingen (visuele aura) in
een bepaald deel van het gezichtsveld, die typisch bewegen (en niet echt van
lichtflitsen). Dit gaat meestal van binnen naar buiten. Als men naar de golven
blijft kijken, gaan deze dus naar buiten gaan tot ze verdwijnen uit het
gezichtsveld.
- Dia 26: Als iemand echt een lichtflits ziet, betekent dit dat er getrokken wordt
aan de retina. Met de leeftijd gaat het glasvocht lubrifiëren en dit is normaal. Maar
soms hangt het netvlies té vast waardoor de lubrificatie gaat trekken aan het
netvlies. Dit gaat zorgen dat er een scheurtje wordt getrokken. Als men een klein
scheurtje / gaatje heeft, kan het gelubrifieerd vitreum achter het netvlies terecht
komen, en een veel grotere netvliesloslating veroorzaken.
, - Dia 28: Theoretisch kan men monoculair dubbel zien (dus met 1 oog toe), maar
meestal zijn dit geen 2 scherpe beelden naast elkaar maar is het serieus wazig
(corneaprobleem of cataract).
Binoculair is meestal het echte dubbel zien de beide ogen werken dan niet
samen. Myastenie is een spierziekte die kan schommelen en op de ene moment
werken de spieren wel samen, op de andere moment niet.
Bij forie staan de ogen iets te dicht bij elkaar. De hersenen zetten de twee beelden
op elkaar van beide ogen. Als men een kleine forie heeft, moeten de hersenen een
kleine inspanning doen om 1 beeld te creëren. Als men een grote forie heeft,
moeten de hersenen zich erg inspannen en meestal lukt dit niet, maar in sommige
omstandigheden (bv heel moe) kan men dan toch dubbelzicht krijgen, of gaan de
hersenen 1 beeld volledig negeren. Na een tumor of trauma, zijn de hersenen niet
gewoon geworden aan het uitschakelen van 1 beeld, dus kan men een heel
vervelend dubbelzicht krijgen.
- Dia 29: Op de ene moment kan het kind de ogen recht houden, en op de andere
moment straberen de ogen => de hersenen kunnen dit wel corrigeren (geen
dubbelzicht).
- Dia 30: Oog staat naar buiten. We trekken het ooglid open omdat er bij een
volledige III parese ook een ptose is, dus anders zien we het niet. Rechts is er een
letsel aan het ooglid en hiermee moet men altijd voorzichtig zijn, want het kan bv
een basocellulair carcinoom zijn.
- Dia 33: Floaters is een veel voorkomende klacht. Als men beweegt met de ogen
van links naar rechts, bewegen ze mee en bewegen ze zelfs nog iets verder. Een
beetje floaters zijn volledig normaal. Als men er plots heel veel heeft, kan dit
wijzen op een bloeding. Het kan ook wijzen op een uveïtis met opstapeling van
vele inflammatoire cellen. De floaters projecteren zich door het licht dat binnen
schijnt op het netvlies en dit ziet men.
- Dia 34: Als men licht ziet, ziet men een kring hierrond waar men het licht ziet
uitdeinen; dit noemt men een halo. Dit is typisch bij bepaalde vormen van
cataract en vooral bij cornea oedeem. Cornea oedeem door andere redenen
zoals bv dystrofie kunnen ook halo’s geven.
- Dia 36: Meestal is de ene kant erger dan de andere.
- Dia 37: Heeft u het gevoel dat uw hart sneller klopt (tachycardie)?
- Dia 38: Als iets heel traag ontstaat, denkt men eerder aan een tumor. Als iets snel
ontstaat bij een kind moet men voorzichtiger zijn, aangezien tumoren relatief
sneller kunnen ontwikkelen dan bij volwassenen. Eerst moet men wel denken aan
een infectie bij kinderen.
Bij Graves is er vaak een spanning in de oogkas en dit gaat een licht pijnlijk
drukgevoel geven.
- Dia 39: We zien bilateraal wit sclera boven de cornea. Als de patiënt omlaag gaat
kijken, gaat het ooglid wat minder naar beneden bewegen. Men kan vergelijken
met een oudere foto, om te zien of het effectief is toegenomen.
- Dia 42: Men kan korstjes krijgen (blefaritis) doordat het oog droger is. De patiënt
zal het meest klagen over prikkende, brandende ogen door de droogte.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vvdgeneeskunde1993. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
