Jelke Moortgat
2022-2023
HELIKOPTERPERSPECTIEF: KORTE SESSIE
INLEIDING
LOGICA VAN STRAFRECHTSKETEN- EN ECHELONS
Strafrechtelijk beleid is op te delen in 2 delen: sensu stricto en sensu lato. Het gaat over hoe je in de SRK
instroomt (terecht komt), doorstroomt en uitstroomt
Sensu lato = sociale vangnetten die
ervoor zorgen dat je niet in het
strafrechtsketen terechtkomt → hoe
meer vangnetten in sensu lato, hoe
minder kans dat je in SRK komt
Sensu stricto = strafrechtsketen bestaat
uit verschillende enchelons waarbij de
wetgeveing bepaald welke misdrijven in
strafrechtsketen terechtkomen
HOE DENKEN WE OVER MISDAAD EN STRAF ?
Een slingerbeweging waarbij in geschiedenis vooral focus werd gelegd op dader en andere keer de daad.
Ancien regime (tot aan 18e eeuw)
Periode waarin koning alleenrecht had. Elk misdrijf werd beschouwd als inbreuk tegen de koning. Straf was
lijfstraf of publiekestraf met bedoeling om publiek te laten schrikken zodat nietmand misdrijven zou begaan.
Ook verleden middeleeuwen genoemd want ook geen duidelijke regelgeving, er waren gruwelijke straffen,
lijfstraffen met focus op vergelding, afschrikking en algemene preventie
Klassieke strafrecht (verlichting) (18e-19e eeuw)
Reactie op de willekeur die er was tijd ancien regime. Mens werd beschouw als rationeel wezen, persoon die
vrije wil heeft en kosten/baten afweging kan maken om al dan niet misdrijf te plegen. Magna Carta stond
centraal met 3 principes
- Legaliteit = elk misdrijf/straf moet neergeschreven zijn: burger bewust van alles en kan kosten/baten
analyse maken
- Proportionaliteit = elke straf moet in proportie staan met de misdrijf die werd gepleegd
- Subsidiariteit = strafrecht moet het ultieme remedium zijn en dat je eerst andere mogelijkheden moet
zoeken
Er zijn vaste en gelijke straffen waarbij de rechter de straffen concreet moet toepassen zoals ze in de wetgeving
staan. Rechter is ‘la bouche de la loi’ = de mond van de wet.
1
, Jelke Moortgat
2022-2023
De functies van een straf zijn: vergelding (sociaal contract), afschrikking (algemene preventie) en bijzondere
preventie (gevangenisstraf).
Positivisme (2de helft van 19e eeuw)
Vroeger focus op daad en schuld en in positivisme focus op de dader. Exacte en menselijke wetenschappen
kwamen naar boven die factoren bovenhaalden die zouden leiden tot criminaliteit. Mensen zijn helemaal geen
rationele wezens, hadden geen vrije wil of een vrije keuze, maar waren gedetermineerd om misdrijf te plegen.
Factoren gaan ervoor zorgen dat persoon criminaliteit pleegd en er zelf niets aan kan doen. Straf wordt nu
aangepast aan de persoonlijkheid van de dader. Focus om bijzondere preventie (= zorgen dat die ene persoon
niet rediciveert) en resocialisatie en niet vergelding want heeft geen nut iemand te straffen en die persoon er
niet aan kan doen.
Sociaal verweer (2de helft van 19e eeuw)
Het beschermt de maatschappij (‘verweren’). Verbind het klassieke strafrecht en positivisme. Verder bouwen
op positivisme maar de vrij wil niet uitsluiten. Klassieke strafrecht is van toepassing op een bepaalde groep
(normale delinquenten) en het positivisme op een andere groep (geestesgestoorden en minderjarigen). =
tweesporenbeleid van Prins
Na WOII = Overgangsfase, bloei, welvaart, en verzorgingsstaat met uitbouw van sociale vangnetten
Nieuw sociaal verweer (na WOII) = Heeft aandacht voor persoonlijkheid & sociaal milieu (‘oud’ sociaal
verweer). Bouwt verder op sociaal verweer, willen duidelijke focus op rechtspositie van dader.
Vandaag
Diverse stromingen waarbij we bij het straffen gaan streven naar evenwicht tussen vergeldingn preventie,
resocialistaie en herstel. De rechter is nu niet meer enkel la bouche de la loi of gaat ook niet enkel rekening
houden met persoonlijkheden van de dader. Combinatie waarbij hij moet kiezen.
Rechter als koorddanser: rekening houden met context van de beklaagde → straf op maat, er zijn geen vaste
straffen meer.
→ voorgaande minister van justitie Koen Geens: 3 fases hervorming strafrecht, strafprocesrecht en
strafuitvoeringsrecht: commissie hervormingen strafrecht en strafprocesrecht
→ huidige minister van justitie Vincent Van Quickenborne bouwt hierop verder: wanneer mogen we de
veranderingen verwachten?
DE STRAFRECHTSKETEN
Je komt in strafrechtsketen doordat je misdrijf hebt gepleegd = door de wet omschreven gedrag waarop een
straf is gestekd die in de wet is bepaald (= legaliteitsprincipe).
2
, Jelke Moortgat
2022-2023
Er is altijd een dark number = misdrijven die niet worden aangegeven door dader of slachtoffer.
= per jaar 700.000-750.000 misdrijven aan OM → 30.000-55.000 behandeld door strafrechter → 18.000 tot
gevangenisstraf
STRAFRECHTSKETEN EN RUIMTE VOOR BELEID
Klassieke strafrecht geen ruimte voor beleid (magna carta)
Oud sociaal creatie van beleidruimte op echelon SU (in strafuitvoering konden bepaalde mensen
verweer uitsromen) en deels ST(stratoemeting zoals voorwaardelijke invrijheidsstelling)
Nieuw sociaal op elke echelon creatie van beleidruimte (bij elke echelon mogelijk om uit te stromen
verweer zoals prbatie, penitentiair verlof,…)
STRAFRECHTSKETEN EN DE VERREGAANDE JURIDISERING
Overreglementering, uitbreiding strafrecht maar investeringen voor justitie volgden niet.
- “we hebben het strafrecht verwaarloosd”
- gevangenissen zitten overvol, coördinatie tussen diverse actoren loopt soms mank
→ overlopen/opstroppen trechter: onbeheersbare hoeveelheid straffen en het onvermogen om die
uitgesproken straffen adequaat uit te voeren.
→ tast efficiëntie van het strafrecht aan en uitholling
KEUZES MAKEN BIJ OPSPORING
Lokale/federale politie, bijzondere inspectiedienst, douane,… politie legt schriftelijk een PV vast.
Elk onderzoek door de politie is in opdracht van OM → 90% is opsporingsonderzoek olv OM en 10% heeft OM
niet leiding maar wel de onderzoeksrechter en dat is een gerechtelijk onderzoek.
Wettelijk geen autonomie (geen politiespot): alles verbaliseren en doorgeven aan OM
KEUZES MAKEN BIJ VERVOLGING
OM is hier centrale figuur omdat de opsporing gebeurd door de politie olv het OM in 90% van de gevallen =
opsoringsonderzoek en de OM gaat in vervolging beslissen welke zaken al dat niet zullen worden vervolgd en
voorgelegd worden aan de rechter. Enkel 5-7% van de gevallen beslist OM om een zaak voor te leggen voor
een rechter
Opsporings- en vervolgingsbeleid zijn richtlijnen gemaakt door minister van Justitie en omzendbrieven van
Colle PG’s en die zijn bindend voor alle leden van OM. Binnen dit beleid kan OM eigen accenten gaan leggen =
opportuniteitsbeginsel
3
, Jelke Moortgat
2022-2023
Seponeren (65%-70%) Zaak stroomt uit de SRK op het niveau van vervolging
• Technisch sepot (65%) = verdacht is niet gekend, verdacht is overleden,…
• Opportuniteitsseppot (35%) = vervolging zou meer schade/kosten doen voor
maatschappij dan baten
Buitenrechtelijke aan sepot een bepaalde maatregel hangen, minnelijke schikking,…
afhandeling op parketniveau
Beslissen tot vervolgen doorstromen naar echelon van strafrechter
KEUZES MAKEN BIJ STRAFTOEMETING
Je beland bij de strafrechter (is een uitzondering). Strafvordering wordt ingesteld via OM en in uitzonderlijke
gevallen via slachtoffer of via Raadkamer na een vordering van de OM en na afluisting van gerechtelijk
onderzoek door onderzoeksrechter.
Vrouwe justitia
- Zwaard = knoop doorhakken
- Weegschaal = afweging maken tussen de daad en persoonlijkheid van de beklaagde
→ = onafhankelijk, onpartijdig, afweging, knoop doorhakken: vonnisvellen.
Rechter als koorddanser
Straftoemetings is geen automatisme, maar rechter moet rekening houden met daad en persoonlijkheid van de
beklaagde. Vandaag is er veel mogelijkheid om straftoemeting aan te passen en kan de rechter uit vele straffen
kiezen. Hij moet rekening houden met legaliteitsbeginsel (minima en maxima), maar hij kan verschillende
invulling geven aan een straf.
→ recht om te straffen werd vanaf het positivisme/sociaal verweer verlegd van de objectieve zwaarwichtigheid
van de daad (klassieke leer, vaste straffen, “la bouche de la loi”) naar persoonlijkheid van de dader
- Misdrijf in wet, maar concrete straf moet niet op voorhand in wet worden bepaald
- Op het ogenblik van de straftoemeting: aanpassen aan de persoonlijkheid van de beklaagde
→ rechter moet balanceren tussen bestraffen daad & bestraffen van de dader: balanceren op een koord tussen
gelijkheidsbeginsel en het beginsel van de individualisering van de bestraffing.
Dispariteit
= Door het discretionaire ruimte van de rechter zijn er veel ongelijkheden in de straftoemeting voor hetzelfde
misdrijf. Dit is te verwachten omdat naast wettelijke factoren (ernst misdrijf, minima en maxima,…) ook niet-
wettelijke factoren die de straf kunnen beinvloedenbestaan zoals persoonlijkheid, aanwezigheid van
beklaagde, sociaal-economische achtergrond, figuur van de rechter (eerder ervaring, gender,…). DUS
straftoemeting is niet neutraal.
Recht en samenleving
Rechter ten dienste van de maatschappij? -> “de rechtbank”
“Evolutie van rechter als pure wetstoepasser, over billijke en activistische rechter tot de verlegen
4