Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Celbiologie - Essentials of Human Anatomy & Physiology €5,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Celbiologie - Essentials of Human Anatomy & Physiology

1 vérifier
 29 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Collegeslides met aanvullingen van colleges voor het vak Celbiologie. Volledig overzicht, voldoende voor het tentamen toen.

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 3 octobre 2023
  • 38
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Aline valster
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: linetb6 • 11 mois de cela

avatar-seller
Aantekeningen Celbiologie
Met name H2 & H3 van boek Essentials of Human Anatomy & Physiology

College 1
HOOFDSTUK 1
 Anatomie: bestuderen van de structuur en vorm van het lichaam en onderdelen.
Observatie is nodig om groottes te bepalen en relaties van onderdelen vast te stellen.
o Grove anatomie: grote structuren en makkelijk observeer baar
o Microscopische anatomie: structuren zijn niet met blote oog zichtbaar, er is
een microscoop nodig.
 Fysiologie: bestuderen hoe het lichaam en de onderdelen werken en de functies
o Celfysiologie: hoe functioneren cellen.
 Relatie tussen anatomie en fysiologie: structuur bepaald functie en functie bepaald
structuur
o Het hart heeft een dikke spierwand om zo bloed door het hele lichaam te
pompen; longen hebben dunnen wanden voor gaswisseling
 6 levels van structuur organisatie:
1. Atomen vormen samen moleculen
2. Cellen opgebouwd uit moleculen
3. Weefsels: opgebouwd uit hetzelfde type cellen
4. Organen: opgebouwd uit verschillende soorten weefsels
5. Orgaansystemen: bestaat uit verschillende organen die nauw samenwerken
6. Organisme: opgebouwd uit veel orgaansystemen
 Levensfuncties op celniveau:
o Zeer georganiseerd
o Behouden van grenzen
o Beweging: voortbeweging & beweging van substanties
o Reactievermogen: mogelijkheid om te veranderingen waar te nemen en te
reageren
o Vertering: afbreken en opnemen van nutriënten
o Metabolisme: chemische reacties in het lichaam / de cel
 Afbreken van moleculen in kleinere moleculen
 Grote moleculen maken m.b.v. kleine moleculen
 Energie produceren
 Gereguleerd door hormonen
o Uitscheiding: elimineert afval van een metabole reactie, dit afval wordt
verwijderd in urine of feces.
o Homeostase: instandhouding van een stabiel intern milieu
 Behouden van dynamisch evenwicht, nodig voor normaal functioneren
en behouden van leven
o Reproductie
 Komt voor op cellulair niveau of organisme niveau
 Produceert toekomstige generatie
o Groei: vergroot de celgrootte en het aantal cellen

,  Stappen van homeostase:
1. Stimulans: produceert verandering in variabele
2. Receptor: detecteert verandering
3. Input: informatie wordt naar een control center gestuurd via ene afferente
weg
4. Output: informatie wordt naar effector gestuurd via een efferente weg
5. Respons: effector zorgt voor het verminderen van het effect en het
terugbrengen van het evenwicht


 Nodig voor cellen om te overleven:
o Nutriënten
 Voor energie en als bouwstof
 Koolhydraten: energieleverende brandstof
 Eiwitten: bouwstoffen voor celstructuur
 Vetten: reserve brandstof, beschermende functie, celstructuur
 Mineralen + vitaminen zijn nodig voor chemische reacties
o Zuurstof: nodig voor reacties die energie vrijmaken uit voedsel
o Water:
 60-80% van het lichaamsgewicht
 Meest voorkomende chemische stof in het menselijk lichaam
 Zorgt voor stofwisselingsreactie
o Stabiele lichaamstemperatuur (37 graden)
o Atmosferische druk: moet geschikt zijn voor gaswisseling

HOOFDSTUK 2
 Chemie van het leven
o Koolstof gebaseerd = organische chemie
o Alle chemische reacties in waterige oplossing
o Enorm complex
o Vooral grote polymeren opgebouwd uit sub units
o Strak gereguleerd
 96% van de elementen in het lichaam zijn O, C, H en N
 Atomen
o Bouwstoffen van elementen
o Atomen van elementen verschillen van elkaar
o Atoomsymbool is chemische afkorting voor elk element
o Ondeelbaar
 Molecuul: verbinding van twee of meer dezelfde atomen van elementen
o Vb. chemische reactie tussen molecuul: H (atoom) + H (atoom)  H2
(molecuul)
o Reactoren staan links, product staat rechts
 Verbinding: twee of meer atomen van verschillende elementen verbinden
o Vb. chemische reactie tot verbinding: 4 H + C  CH4 (methaan)
 Chemische reacties: er worden nieuwe chemische verbindingen gevormd tussen
atomen of er worden bestaande verbindingen tussen atomen verbroken
o Reagentia  reactieproducten

, o Elke cel is een chemische fabriek
o Cellen maken gebruik van chemische reacties om:
 Energie te leveren voor handhaven homeostase
 Belangrijke functies zoals groei te verrichten
o Metabolisme (stofwisseling) = alle chemische reacties in het lichaam
 Chemische bindingen
o Covalente binding: binding d.m.v. gezamenlijk elektronenpaar; sterke binding
o Niet-covalente binding:
 Ion-binding: sterk
 Waterstofbrug: zwak, belangrijk voor DNA en eiwitstructuur (OH- en
NH-groepen)
 Elektrostatische aantrekkingen: zwak, belangrijk voor interactie van
macromoleculen

 Covalente binding:
o Polair: elektronen zijn niet gelijkwaardig verdeeld tussen de atomen van een
molecuul. Eén pool is negatief geladen, de ander positief (bijv. H 2O)
o Niet-polair: gelijkwaardige verdeling van elektronen tussen atomen van een
molecuul. Molecuul is elektrisch neutraal geladen (bijv. CO2)

 Synthese reactie (A + B  AB)
o Atomen of moleculen combineren
o Energie is nodig voor het maken van de verbinding
o Ten grondslag aan alle anabole activiteiten (weefselopbouwend) in het
lichaam
 De groei van cellen en herstel van versleten weefsels vindt plaats door
synthese reacties. n
 Ontledingsreactie (AB  A + B)
o Molecuul wordt afgebroken
o Chemische energie komt vrijdag
o Ten grondslag aan alle katabole activiteiten (weefsel afbrekend) in het
lichaam
 Uitwisselingsreactie (AB + C  AC + B en AB + CD  AD + CB)
o Bevat zowel synthese- als ontledingsreactie
o Er vindt wisseling plaats tussen de moleculen, nieuwe moleculen worden
gemaakt
 Enzymen en chemische reacties
o Meeste reacties verlopen niet spontaan bij fysiologische omstandigheden (T
en pH).
o Activeringsenergie is hoeveelheid energie om reactie te beginnen
o Enzymen zijn katalysatoren: ze versnellen de reactie zonder zelf te
veranderen
o Voor elk type reactie is een specifiek enzymmolecuul betrokken

,  Anorganische verbindingen:
o Geen koolstof
o Kleine, eenvoudige moleculen
o Omvatten water, zouten, sommige zuren en basen
 Organische verbindingen:
o Bevatten koolstof
o Grote, covalent gebonden moleculen
o Omvatten koolhydraten, vetten, eiwitten en nucleïnezuren
 Bouwstenen:
o Suiker (sub unit)  polysacharide (macromolecuul)
o Aminozuur (sub unit)  eiwit (macromolecuul)
o Nucleotide (sub unit)  nucleotidezuur (macromolecuul)

 Chemische reacties
o Dehydratatie (condensatie): monomeren binden tot polymeren waarbij water
vrij komt  gerelateerd aan synthese (anabool)
 Een hydrogeen ion is verwijderd van een monomeer terwijl een
hydroxyl groep verwijderd wordt van het ander monomeer
o Hydrolyse: polymeren worden in monomeren afgebroken waarbij water
wordt verbruikt  gerelateerd aan afbraak (katabool)

 Belangrijke organische verbindingen
o Koolhydraat
 Bevat koolstof, waterstof en zuurstof
 Omvat suikers en zetmeel
 Geclassificeerd op basis van grootte:
 Monosacharide (eenvoudige suikers)
 Disacharide (twee eenvoudige suikers verbonden d.m.v.
condensatie reactie)
 Polysacharide (lange reeks aan eenvoudige suikers): grote
onoplosbare moleculen als opslagproducten (bijv. zetmeel en
glycogeen)
o Vetten
 Meest voorkomend: triglyceride, fosfolipide en steroïde
 Bevat koolstof, waterstof en zuurstof (O in mindere mate)
 Onoplosbaar in water, oplosbaar in andere vetten
 Voorkomende vetten in het lichaam:
 Neutrale vetten (triglyceriden)
o Gevonden in vetweefsel
o Bron van opgeslagen energie
o Bestaande uit drie vetzuren en één glycerolmolecuul
((on)verzadigde vetzuren)
 Verzadigde vetten zijn vaste stoffen bij
kamertemperatuur
 Onverzadigde vetten zijn vloeibaar
 Fosfolipide
o Bevat twee vetzuren i.p.v. drie

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lynnverver. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49  2x  vendu
  • (1)
  Ajouter