Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting - Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (FSWE2-045-A) €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting - Geschiedenis van Opvoeding en Onderwijs (FSWE2-045-A)

 7 vues  1 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Deze complete samenvatting bevat afbeeldingen en tabellen met alle informatie overzichtelijk op een rij.

Aperçu 4 sur 40  pages

  • 2 octobre 2023
  • 40
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Probleem 1: Van Nature Goed of van Nature Slecht?
Leerdoelen:
1. Wat zijn humanisme, romantiek en verlichting?
2. Hoe beïnvloeden de stromingen elkaar en hoe verhouden ze zich tot elkaar?
3. Wat zijn de visies van Erasmus, Locke en Rousseau met betrekking tot opvoeding?
4. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen Erasmus, Locke en Rousseau?
5. Hoe worden de ideeën van Rousseau in de praktijk gebracht in de 19e eeuw?


Leerdoel 1: Wat zijn humanisme, romantiek en verlichting?

Renaissance (1400 – 1600) = ‘wedergeboorte’, wat een brede culturele vernieuwingsbeweging
voortbracht. In deze tijd is er aandacht voor:
- Waardering van natuur en mens. In de renaissance verheerlijkte de kunstenaar eigenlijk de
menselijke natuur.
- Terugkeer van de klassieke cultuur.
- De ideale mens wordt nagestreefd, de ‘homo universalis’.
- Er wordt veel gedaan via rede i.p.v. kennis op basis van autoriteit.
- Humanisme maakt deel uit van deze vernieuwingsbeweging.

Humanisme (1400 – 1600) = intellectuele stroming, vooral gericht op wijsgerig en literair gebied.
Het humanisme maakte deel uit van de renaissance (wedergeboorte). Verschillende kenmerken:
- Hoge waardering voor de mens en zijn mogelijkheden.
- Ontwikkeling en opvoeding staan centraal.
- De nadruk ligt op leren. In eerste plaats wilden zij
mensen verheffen door de studie van de
geesteswetenschappen.
- Ze voelden zich verplicht om het erfgoed van de
klassieke oudheid te leren. Ze zetten zich in om dat
binnen een christelijk denkkader te herschrijven.
- Humanistische pedagogiek werd gekenmerkt door haar
oriëntatie op brede, algemene vorming. Ze zagen
opvoeding als wetenschap + kunst wat te perfectioneren
valt.
- Boekdrukkunst
- Homo universalis
- Eerst theocentrisch, daarna antropocentrisch.
Humanisten waren allemaal christenen, maar er was wel sprake van antropocentrisme.
o Theocentrisme = God is kenmerk van het wereldbeeld.
o Antropocentrisme = de mens staat centraal.
- Visie geloof
- Belangrijke humanist = Erasmus.

,Verlichting (1650 – 1800) = een stroming waarbij de menselijke rede het uiteindelijke
criterium is bij het zoeken naar de waarheid.
- Is ontstaan vanuit het humanisme. Het is niet een volledig nieuwe stroming,
maar bij deze stroming wordt de nadruk meer gelegd op eigen verstand. Er
was dus juist sprake van antropocentrisme.
- Drie te onderscheiden fasen van de verlichting:
o Begin → vooral Engelse geleerden zoals Locke speelden een rol.
o Midden → hoogtepunt in Frankrijk waar filosofen een encyclopedie
hadden ontwikkeld.
o Einde → late verlichting in Duitstalige landen.
- Natuurlijke wijze verklaren.
- Mens als individu staat centraal.
- Belangrijke dimensies in de verlichte pedagogiek:
o Menselijke rede → het verstand, alles moet verklaard kunnen worden.
o Deïsme → men gelooft dat God de wereld heeft geschapen, maar dat hij daarna
geen rol meer speelt bij hetgeen wat er in de wereld gebeurt. De natuur wordt als
goddelijk beschouwd.
o Natuur
- Moraliserend + pedagogisch
- Opvoedbaarheid en maakbaarheid waren sleutelbegrippen → mensen (die van nature gelijk
zijn) gaan vooral van hun medemens verschillen door de invloed van hun omgeving.
- Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen 1784 (zie ook probleem 2).


Romantiek (1800 – 1850) = een tegenbeweging van de verlichting, omdat de verlichting puur gericht
was op de rede van de mens. De romantiek richtte zich niet alleen op de rede, maar ook op gevoel en
intuïtie en vond dat gevoel uiteindelijk wint van het verstand.
- Ook kan de romantiek worden gezien als een aanvulling op de verlichting. De romantiek richt
zich niet alleen op de rede, maar ook op gevoel en intuïtie. Dit is dus een aanvulling op de
verlichting.
- Maakbaarheid heeft grenzen.
- Organisch denken → het volk wordt gezien als een organische eenheid.
- Verschillen tussen mensen
- Ontwikkeling en groei zijn belangrijke begrippen.
- Opvoeding is sociaal en nationaal → in deze tijd kwam het nationalisme op. Men hecht veel
waarde aan de nationaliteit, wat bijdraagt aan het gevoel van eenheid. De opvoeding is hier
dus ook op gericht.
- De kindertijd wordt gezien als de oorsprong van het volwassen leven.
- Natuurlijke groei moet niet worden belemmerd door eisen.

Leerdoel 2: Hoe beïnvloeden de stromingen elkaar en hoe verhouden ze zich
tot elkaar?

Ontstaan van de verlichting → er ontstond kritiek op de kerk. Hierdoor kwam er een roep naar
hervorming en reformatie. Kerken scheuren hierdoor en er ontstaan bloederige godsdienstoorlogen.
Hierna ontstaat er een behoefte aan tolerantie. Dit is het begin van een nieuwe stroming, de
verlichting.

,Ontstaan van de romantiek → het blijkt dat de verlichting te eenzijdig is en zich beperkt tot enkel
kennis. Men begint gevoel en intuïtie ook belangrijk te vinden. Hierdoor komt er meer waardering
voor gevoel en intuïtie en de rol van gevoelens zijn ook nodig om het menselijk handelen te
verklaren. Dit is het begin van de romantiek.

Kortom:
➔ Er is een duidelijke lijn tussen de verschillende stromingen. Men gaat steeds meer zelf
nadenken en de mens komt steeds meer centraal te staan.
➔ God was eerst heel belangrijk, het humanisme zorgde ervoor dat het individu ook belangrijk
werd. De verlichting zorgde ervoor dat de eigen wil / rede van de mens centraal kwam te
staan. Bij de romantiek kwam het gevoel en de intuïtie erbij.

Leerdoel 3: Wat zijn de visies van Erasmus, Locke en Rousseau met betrekking
tot opvoeden?

Erasmus (+/- 1466 – 1536):
- Misstanden in de kerk waren het gevolg van een gebrek aan cultuur. Hier
had hij kritiek op, onderwijs en geloof gingen niet samen. De kerk mocht
geen invloed meer hebben op school. Klassieke culturele vorming was de
kern van de echte opvoeding.
- Mensen zijn van nature tot het slechte geneigd, maar mensen zonder
vorming waren nog slechter dan een dier. Goede opvoeding zorgt voor
vorming en een neiging naar het goede.
- Voorstander van spelend en aanschouwelijk leren.
- Tegenstander van harde en vernederende aanpak van zijn tijd.
- Er moet zo vroeg mogelijk met leren worden begonnen. Kinderen beginnen
zelf zelden met leren, waardoor het belang van onderwijs van jongs af aan
enorm groot is.
- Goede opvoeding is nodig om te voorkomen dat kinderen vervallen tot vormen van
beestachtigheid.
o Kind is klei die nog nat is en dus gemakkelijk te vormen is.
o Slappe opvoeding leidt tot onhandelbaarheid. Dit staat gelijk aan vergiftiging /
‘kindermoord’.
- Goede omgeving is van levensbelang. Kleine kinderen nemen namelijk zowel goede als
slechte eigenschappen over.
- Bekend werk van Erasmus = Lof der Zotheid. Dit is een satire op achterlijkheid,
bekrompenheid en verwaandheid van zijn tijd.
- Verder schreef hij vijf expliciet pedagogische werken. Hij vond opvoeding en onderwijs heel
belangrijk. Dit is bijzonder voor zijn tijd, omdat leren juist langer werd uitgesteld in zijn tijd.

Locke (1632 – 1704):
- Veel aandacht voor gezondheid en hygiëne.

, - De menselijke geest is bij de geboorte als een tabula rasa (onbeschreven
blad, maar wel met aanleg), dat door de waarneming wordt gevuld.
Mensen worden vooral door ervaringen, dus ook door opvoeding,
gevormd.
- Het ontplooien van lichamelijke activiteit is belangrijk voor kinderen. Bijv.
veel buitenlucht, beweging en voldoende slaap is belangrijk.
- Opvoeden volgens een natuurlijke methode is belangrijk.
o Ongedwongen stijl van met kinderen omgaan, dus sober maar
zonder hardheid of strenge straffen. ‘Slaag’ is het slechtste middel
om kinderen van hun fouten te laten leren.
o Kinderen moesten gewend raken aan natuurlijke levenswijzen,
d.w.z. dat ze veel in de buitenlucht zijn en niet te warme of knellende kleding
moesten dragen. De voeding moest eenvoudig zijn en alcohol of een zacht bed paste
niet bij kinderen.
- Jongen moet worden opgevoed als een gentleman: een redelijke, energieke en pragmatisch
ingestelde figuur.
- Vrijheid van intellectueel en moreel zelfbestuur stond in het middelpunt van zijn denken.
- Vier opvoedingsdoelen (van belangrijk naar minst belangrijk):
o Deugd
o Wijsheid / verstand
o Welgemanierd
o Leren
- Kritiek → zijn werk is vooral gericht op de elitegroep van de samenleving, al vond het volk
dat iedereen gewaardeerd werd.

Rousseau (1712 – 1778):
- Hij veroordeelde de menselijke ongelijkheid als onnatuurlijk en onredelijk.
- Émile → roman over de ideale opvoeding. Het beschrijft de ontwikkeling
van een jongen en zijn opvoeding door een gouverneur. Deze opvoeding
vond plaats in een isolement. Rousseaus denkbeeld was ook dat de ideale
opvoeding niet gestoord mocht worden door de cultuur. Less is more.
- Enorm deïstisch. Kinderen mochten ook pas met godsdienst in aanraking
komen als zij daar verstandelijk aan toe waren.
- Van nature was hij iemand met een romantisch temperament,
hartstochtelijk en bewust van anderen.
- Hij liet zich niet alleen door de rede leiden, maar ook door intuïtie en
gevoel.
- Hij geloofde niet in de onbeperkte maakbaarheid van de mens. De natuur legt daaraan
namelijk beperkingen op.
- Er moet worden opgevoed in isolement, maar ook moet er geleerd worden om met elkaar te
leren leven. Hij erkent het kind als een op zichzelf staand, waardevol persoon.
- Het wegnemen van groeibelemmeringen is volgens hem een natuurlijke opvoeding. De
opvoeder moet zijn pupil niets opdringen, bevelen of verbieden.
- Meisjesopvoeding = gericht op ondersteunen en plezieren van de man. Dit is in strijd met zijn
eigen denkbeeld dat geen enkele opvoeding volgens een vooraf vastgesteld pad moet gaan.
- Kritiek → vooral gericht op de elite en ook vooral op jongens. Kinderen moesten gezond zijn,
kinderen met beperkingen of ziekte werden niet meegenomen. Daarnaast was het niet
toepasbaar in de realiteit maar een ideaalbeeld.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yannickvanrossum. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter