Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 1A (6471IPO1A)
Resume
Samenvatting Pedagogiek in beeld - Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 1A/IPO 1A
16 vues 0 fois vendu
Cours
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 1A (6471IPO1A)
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Pedagogiek in beeld
Dit is een uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken van Pedagogiek in beeld die voor het eerste tentamen van IPO 1A (Universiteit Leiden) geleerd moeten worden. De samenvatting bevat namelijk: hoofdstuk 1,2,4 en 14. Alle belangrijke begrippen zijn dikgedrukt en rood waardoor ze makkelijk uit de...
Samenvatting hoofdstuk 4 - Pedagogiek in beeld - Inleiding in de pedagogiek
Volledige samenvatting Familie en Gezin HC 1- 5
Samenvatting Pedagogiek in beeld - Inleiding in de Pedagogiek (P_BINLPED)
Tout pour ce livre (117)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen 1A (6471IPO1A)
Tous les documents sur ce sujet (18)
Vendeur
S'abonner
Emma1104
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1
Methodologie: kennis door veranderen, de empirische benadering in de pedagogiek
Samenvatting:
1.1
Empirisch-analytisch onderzoek is een stroming in de wetenschap die uitgaat van de ervaren feiten
en deze op objectieve wijze analyseert. Het onderzoek moet herhaalbaar en controleerbaar zijn.
Verticale groepen zijn groepen als bijvoorbeeld kinderen in groepen van 0-4 jarigen zijn
ondergebracht. Horizontale groepen zijn groepen waarin er een aparte groep is voor de baby’s. De
leeftijd kan variëren van 3-12 maanden of 3-18 maanden.
Bij een pedagogisch verantwoorde keuze staat het belang van de kinderen voorop. Ons pedagogisch
criterium is dus welbevinden (inclusief het belang van een optimale ontwikkeling) van de kinderen.
Onderzoekers kunnen informatie aandragen waarmee de praktijk haar voordeel kan (en zelf moet)
doen bij het nemen van pedagogische beslissingen. Dergelijke informatie kan die beslissingen nooit
vervangen. De praktijk heeft hier haar eigen verantwoordelijkheid. De empirische pedagogiek is
bescheiden in de zin dat zij aan pedagogen in de praktijk nooit zal voorschrijven hoe de opvoeding er
uit moet zien. Dat bepalen die opvoeder, leerkrachten en hulpverleners zelf, op basis van hun eigen
inzichten en ervaringen, en liefst na kennis te hebben genomen van de meest recente
wetenschappelijke kennis en evidence-based interventies.
In de empirisch-analytische benadering probeert men op systematische wijze verschillende
pedagogische handelingen, methoden, ingrepen, therapieën en dergelijke uit en kijkt dan of er van
een verschillend pedagogisch effect sprake is. Hierbij wordt gebruik gemaakt van methoden als het
(veld)-experiment, survey-onderzoek, laboratoriumexperiment, observatieonderzoek, etc. deze
methoden worden in de diverse fasen van een pedagogisch onderzoeksprogramma niet geschuwd.
Pedagogiek is geen toegepaste filosofie. Empirisch analytici zetten zich niet alleen af tegen het louter
abstracte en speculatieve karakter van opvoedkundige verhandelingen die op deze wijze tot stand
komen, maar ook tegen de allesomvattende en pretentieuze uiteenzettingen over ‘aard’ en ‘wezen’
van ‘de’ opvoeding en ‘het’ onderwijs. Vandaar de benaming empirisch-analytisch. Empirisch duidt
op de belangrijke plaats die de concrete opvoedingswerkelijkheid van opvoeders en kinderen in een
pedagogische wetenschap moet innemen. De empirisch-analytische benadering dwingt de
opvoedkundigen hun ideeën over opvoedingsprocessen voortdurend aan de realiteit te toetsen.
De gegevens kunnen cijfermatig (kwantitatief) zijn en statistische bewerkingen toelaten. Ze kunnen
ook bestaan uit meningen (meer kwalitatief). Kenmerkend voor dit type wetenschappelijk onderzoek
is dat nadrukkelijk systematiek en navolgbaarheid wordt nagestreefd.
Analytisch duidt op de bescheiden pretentie, de opvoedingswerkelijkheid telkens bij stukjes en
beetjes te willen beschrijven en interpreteren, en niet de ‘hele’ werkelijkheid recht te doen. De
empirisch-analytisch onderzoeker is zich terdege bewust van de beperkingen van
wetenschapsbeoefening. Vooruitgang wordt alleen stapsgewijs geboekt.
De pedagogiek is gericht op integratie van verschillende disciplinaire perspectieven. Juist de
pedagogiek kan zich op den duur niet verschansen achter details, maar zal de moed moeten
opbrengen om gegevens uit diverse disciplines en op verschillende niveaus van organisatie te
integreren in een meer omvattend theoretisch perspectief. In die zin is de pedagogiek een
integratieve, interdisciplinaire wetenschap. Ten slotte kan de pedagogische onderzoeker zich niet
onttrekken aan de ethische discussie over nastrevenswaardige opvoedingsdoelen, hoewel haar rol
zich daarin doorgaans zal beperken tot het systematiseren en verhelderen van het debat, en het
aanreiken van alternatieven. Uiteindelijk zullen de opvoeders van het kind de keuzes moeten maken,
met het oog op het belang van dit kind. Maar de pedagogiek bewaakt wel het belang van het kind dat
, over weinig (politieke, publicitaire of economische) pressiemiddelen beschikt om zelf dat belang
onder de aandacht van volwassenen te brengen. In de universele rechten van het kind is het
pedagogisch belang op een verstandige en algemeen aanvaarde manier onder woorden gebracht, en
deze vormen dan ook een ethisch verdedigbare leidraad voor de pedagogiek als belangenbehartiger
van het kind.
1.2
De belangrijkste vraag betreft de grenzen tussen psychologie en pedagogiek. Is de pedagogiek wel
een zelfstandige wetenschappelijke discipline, naast de psychologie?
Maar het onderzoek domein is niet belangrijk voor de vraag of er sprake is van een zelfstandige
discipline. De opvoeding en ontwikkeling van kinderen kunnen vanuit verschillende disciplines
worden onderzocht: medisch, historisch, antropologisch, psychologisch. De pedagogiek is de
(inter)discipline bij uitstek die helpt reflecteren over ethisch wenselijke opvoedings- en
ontwikkelingsdoelen, die experimenteert met veelbelovende middelen om opvoeding en onderwijs
te ondersteunen, en die streeft naar integratie van relevante inzichten uit andere disciplines voor de
beantwoording van de vraag hoe het belang van het kind het meest gediend kan worden.
De pedagogiek is in Nederland al een eeuw lang een zelfstandige discipline met leerstoelen die
speciaal voor deze discipline werden ingesteld, te beginnen met de Leidse leerstoel in 1918 voor R.
Casimir.
1.3
Op minstens twee punten verschilt de pedagogische van een psychologische vraagstelling, ook al
bestrijken beide disciplines ten dele hetzelfde domein, te weten opvoeding en ontwikkeling van
kinderen.
Ten eerste verbindt de pedagogiek verschillende disciplinaire perspectieven met elkaar tot een
integratieve theorie (De vraag zal worden uitgesplitst naar deelvragen die betrekking hebben op de
verschillende organisatieniveaus, in zijn geheel kijken naar iets). Zodra vragen worden gesteld die de
directe ontwikkeling van en interactie met het kind overschrijden, komen we op het terrein van
disciplines als de (organisatie) psychologie en de (onderwijs) sociologie. Pedagogiek integreert
pedagogisch relevante kennis uit andere disciplines vanuit een pedagogisch perspectief en met het
oog op de verbetering van de pedagogische praktijk, in het belang van het kind.
Het tweede verschil: De psychologie legt de nadruk op beschrijving en verklaring van ontwikkeling. De
pedagogiek daarentegen kent een lange traditie van reflectie over waarden en normen die verband
houden met opvoedingsdoelen en aanvaardbare opvoedingsmiddelen. Zij is ook van oudsher op
praktische toepassing van kennis gericht, naast of in het verlengde van theorieën die de
opvoedingswerkelijkheid beschrijven en verklaren.
Er is ook geen koudwatervrees voor rationele bijdragen aan het waarde- en normendebat. De
empirisch-analytische pedagogiek neemt wel nadrukkelijk afstand van de normatieve pedagogiek die
waarden en normen dacht te kunnen opleggen aan de praktijk.
De empirische cyclus laat zien hoe empirisch-analytisch onderzoek is gestructureerd en welke
stappen moeten worden gezet bij het verzamelen en analyseren van empirische gegevens.
Hypothese: een voorlopig antwoord op een vraag (een toetsbare voorspelling). Dit is uit een paar
observaties afgeleid. Deze afleiding wordt inductie genoemd. In de empirische cyclus wordt niet
verondersteld dat deze inductieve stap op zich al voldoende zou zijn, integendeel. De hypothese moet
worden getoetst aan de realiteit. Evaluatie: de uitkomst van het onderzoek wordt naar de
aanvankelijke hypothese teruggekoppeld, vervolgens vraagt de onderzoeker zich af of het de moeite
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Emma1104. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.