Samenvatting Hoofdstuk 4- Methoden & Technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen (Prins, Bosch & Braet, 2018)
1 vue 0 fois vendu
Cours
Basiscursus CGT kind en jeugd
Établissement
Basiscursus CGT Kind En Jeugd
Book
Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen
Uitgebreide samenvatting van hoofdstuk 4 (Anti-angsttechnieken) uit het boek 'Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen'. Het betreft de derde, herziene druk, uitgegeven in 2018 door Pier Prins, Joop Bosch & Caroline Braet.
Samenvatting is in het Nederlands geschreven...
Behandeling en interventie Prins H1 tm 12 + de Bruyn H9 en 10
Samenvatting VOLLEDIGE prins boek voor behandeling en interventie
Samenvatting H1, H3, H4, H6, H7, H9, H10 en H11 van het boek 'Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen' (Prins, Bosch & Braet, 2018) - 3e druk
Tout pour ce livre (47)
École, étude et sujet
Basiscursus CGT kind en jeugd
Tous les documents sur ce sujet (39)
Vendeur
S'abonner
xjeaninexx
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting boek Methoden en technieken van gedragstherapie bij
kinderen en jeugdigen- Prins, Bosch & Breat (3e herziene druk)-
Hoofdstuk 4
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 4, Anti-angsttechnieken.........................................................................................................................................................1
4.1. Inleiding..........................................................................................................................................................................................................2
4.2. Leertheoretische opvattingen over het ontstaan van angst...................................................................................2
4.3. Diagnostiek.................................................................................................................................................................................................2
4.3.1. Angst volgens de DSM-V............................................................................................................................................................2
4.3.2. Normaal of afwijkend?................................................................................................................................................................2
4.3.3. Het gesprek........................................................................................................................................................................................2
4.3.4. Meetinstrumenten bij angst..................................................................................................................................................2
4.4. Behandeling...............................................................................................................................................................................................3
4.4.1. Individuele behandeling van het kind versus behandeling via de ouders............................................3
4.4.2. Technieken op basis van klassieke conditionering................................................................................................3
4.4.3. Technieken op basis van operante conditionering...............................................................................................4
4.4.4. Angstbeheersingstechnieken (anxiety management, copinggedrag)..................................................4
4.4.5. Protocollair of modulair werken..........................................................................................................................................5
4.5. Casus Anouk...............................................................................................................................................................................................5
4.6. Relevant onderzoek..............................................................................................................................................................................5
4.6.1. Voorspellers van behandelresultaat: voor wie werkt CGT?...............................................................................5
4.6.2. Tot slot....................................................................................................................................................................................................5
Hoofdstuk 4, Anti-angsttechnieken
1
, 4.1. Inleiding
Exposure= blootstelling aan een stimulus
Contraconditionering= Het oproepen van een tegengestelde emotie door het geven van een
stimulus bij toenaderingsgedrag.
4.2. Leertheoretische opvattingen over het ontstaan van angst
De twee-factorenvisie= Overmatige angst is het resultaat van zowel klassieke als operante
conditionering.
Klassieke conditionering= een voorheen neutrale stimulus raakt door 1 of meer
gebeurtenissen geassocieerd met een emotionele reactie (bijv. angst).
Operante conditionering= Doordat het kind een stimulus (bijv. een beangstigende situatie)
vermijdt, vermindert de emotionele reactie (bijv. angst).
Als aanvulling op de theorie introduceerde Rachman de three pathways to fear. Hij stelde dat de
eerste stap, het aanleren van angst, kan plaatsvinden door een traumatische ervaring met de
gevreesde stimulus, maar ook door te zien dat anderen voor diezelfde stimulus bang zijn, of door
van anderen te horen dat die stimulus gevaarlijk is. Aanvankelijk werd klassieke conditionering
gezien als stimulus-respons (S-R-)leren. Tegenwoordig wordt het gezien als een proces waarin
betekenissen worden geleerd (S-S-leren). Daarnaast spelen informatieverwerkingsprocessen een rol.
Zo zijn angstige mensen geneigd hun aandacht te richten op mogelijk bedreigende stimulu en
zullen ze ambigue situaties eerder negatief interpreteren (interpretatiebias) en selectief herinneren
(geheugenbias).
4.3. Diagnostiek
4.3.1. Angst volgens de DSM-V
In de DSM-V zijn angststoornissen ingedeeld in 3 hoofdgroepen:
1. Angststoornissen, met o.a. de separatieangststoornis, specifieke fobie, sociale
angststoornis, paniekstoornis, agorafobie en gegeneraliseerde angststoornis
2. De obsessief-compulsieve en gerelateerde stoornissen (OCGS), met o.a. de obsessief-
compulsieve stoornis, de morfodysfore stoornis en de verzamelstoornis. Kenmerkend voor
deze stoornissen is dwangmatig gedrag, naast gevoelens van angst of spanning.
3. De trauma- en stressor gerelateerde stoornissen, met o.a. de posttraumatische
stressstoornis (PTSS) en de acute stressstoornis. Kenmerkend voor deze stoornissen zijn
herbelevingen aan de traumatische gebeurtenis en vermijding van stimuli die daaraan doen
denken.
4.3.2. Normaal of afwijkend?
Eerst moet worden bepaald of de angst kan worden gezien als een normaal verschijnsel op de
leeftijd van het kind, eventueel als reactie op bepaalde gebeurtenissen. Jongere kinderen zijn eerder
angstig voor concrete stimuli in de directe omgeving (donker, vreemden, honden), terwijl oudere
kinderen vaker angstig zijn voor abstracte of globale stimuli (falen, pijn) en meer anticipatieangst
rapporteren (straks haal ik een onvoldoende, straks hoor ik er niet bij).
4.3.3. Het gesprek
In de diagnostische fase wordt aan de volgende zaken aandacht besteed:
De situaties die de angst oproepen (geconditioneerde en discriminatieve stimuli; CS en Sd).
Het angstige gevoel (geconditioneerde respons, CR). Wat voelt het kind precies als het
angstig is?
Het gedrag (R, operant gedrag): Wat doet het kind als het angstig is?
De betekenis van de situaties en negatieve verwachtingen (US/UR-representatie): Welke
angstige verwachtingen heeft het kind?
De wijze waarop de angst is ontstaan. Wanneer en hoe is de angst ontstaan.
Nare beelden en herbelevingen van akelige gebeurtenissen. Welke nare beelden of
herbelevingen heeft het kind?
De gevolgen van de angst voor het functioneren: Wat voor gevolgen heeft het voor het kind
en wat voor gevolgen voor de omgeving? Op korte en lange termijn.
Strategieën die eerder wel of niet hebben geholpen. Welke oplossingen hebben ze zelf al
bedacht?
4.3.4. Meetinstrumenten bij angst
Meetinstrumenten helpen om de klachten te objectiveren en het effect van de behandeling vast te
stellen:
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xjeaninexx. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.