!Geslaagd op examen! Een samenvatting van de volledige cursus (H1-12) van de cursus Immunologie 2ML aan KdG. Hoofdstukken 10 tem 12 waren NIET uitgeschreven in de cursus, dus het kan zijn dat de indeling van die hoofdstukken anders zijn dan de vorige. Samenvatting gemaakt adhv ingesproken ppts en c...
Wat = vorming + ontwikkeling v rode + witte bloedcellen uit stamcellen
- Begin: in dooierzak eerste weken embryonale ontwikkeling
– Dooierzakstamcellen differentiëren tot primitieve erythroïde cellen m/
embryonaal hemoglobine
- 3de maand: stamcellen migreren v dooierzak nr milt + lever
- Hematopoësis neemt af in milt + lever + beenmerg + bloedcellen vormen zich in
mergholtes in botten
– Beenmerg kinderen -> in alle botten
– Beenmerg volwassenen -> in botten v romp + schedel
Beenmerg = onrijpe + uitgerijpte cellen die eenmaal gerijpt nr bloedbaan ŵ gericht
Figuur 1 : Alle bloedcellen komen v/d hematopoëtische stamcel (HSC) – self renewing
- Unipotente cel = differentieert tot één celtype
- Multipotente cel = differentieert tot verschillende soorten cellen
1. Erytrocyten
2. Mestcellen
3. Lymfocyten
4. Granulocyten Witte bloedcellen (5-10 miljioen/mL)
5. Monocyten
6. Megakaryocyten
- Vormen bloedplaatjes
: Begin – differentieert multipotente stamcel tot een lymfoïde voorlopercel + myeloïde
voorlopercel
: HSC rijpen in netwerk v stromale cellen
- Stromale cellen = niet-HSC die groei ondersteunen
Figuur 2 : Vorming bloedcellen in beenmerg + thymus
- Beenmerg:
1. Lymfoïde voorlopercel
a. NK-cellen
b. B-lymfocyten
c. Porthymocyten
- Gaan via bloed nr thymus + rijpen uit tot T-lymfocyten
o Thymus = klier die vanaf geboorte tot puberteit in ons lichaam
bevindt
2. Myeloïde voorlopercel
a. Erythrocyten (rode bloedcellen)
b. Trombocyten
c. Monocyten
d. Macrofagen
e. Granulocyten
- Neutrofielen
- Eosinofielen
- Basofielen
: Vorming gebeurt onder invloed v groeifactoren
1
, Immunologie
1.1.1.1 Hematopoëtische groeifactoren
Figuur 3 : In in-vitro systemen ŵ stromale cellen v/h beenmerg gekweekt waarop HSC ŵ
opgebracht die kolonies opleveren
- In een half-vast medium kunnen de celtypes onderzocht ŵ
- Kolonies m/ stamcellen zullen uitgeplaat ŵ + leveren kolonies op m/ gedifferentieerde
celtypes
- Voorlopercellen zullen cellijn gebonden kolonies produceren
Groeifactoren : Verschillende zijn nodig vr/d overleving, proliferatie, differentiatie + maturatie v HSC in
cultuur
= cytokinen
- Ontdekt in serum of medium vr cel kweek
- Ŵ gedefinieerd obv vermogen tot stimulering v vorming v HSC-kolonies +
beenmergculturen
Erytopoëtine (EPO) : Induceert terminale ontwikkeling v erytrocyten + regelt productie rode
bloedcellen
1. IL-4 4. IL-7
2. IL-5 5. IL-8
3. IL-6 6. IL-9
: Ŵ uitgescheiden dr stromale beenmergcellen, geactiveerde T-helpercellen (TH)
+ geactiveerde macrofagen
- Oefenen biologische activiteit uit bij 10^-12 M
- Voldoende hoeveelheid nodig om targetcellen + effecten te bepalen
Stem cell factor (SFC) = cytokine die m/ CD117 kan binden op stamcellen
1.1.1.2 CD-antigenen + monoklonale antilichamen
Waar : Genen die coderen vr groeifactoren zijn gelegen op lange arm v chromosoom 17
Cluster of differentiation (CD) = celmembraan molecule die tot expressieve komen op leukocyten
- Ongeveer 400 CD-moleculen
- Essentieel als cellulaire merkers
- Type cel
- Welke differentiatiestadium tijdens uitrijping
A.L. : Ŵ op grote schaal gebruikt vr identificatie, isolatie of kwantificering v bepaalde
moleculen + cellen
Monoklonale antilichamen = binden specifiek m/ dat ene A.G. die hoort bij het A.L.
CD34 : Aanwezig in kleine populatie HSC die hele hematopoëtische systeem kunnen
herstellen
- Multipotente stamcel behoort tot CD34+ populatie
2
, Immunologie
Beenmergtransplantatie : Nodig bij mensen waarbij hematopoëtische- + immuunsysteem niet
goed functioneren
- MHC (Behoren tot HLA-systeem – human leukocyt antigen) identiteit
moet overeenkomen m/ donor
- Graft-versus-host reactie (GVH) kan optreden
- = lymfocyten in donor beenmerg gaan acceptor-cellen
aanvallen
- Stamceltransplantatie zou aanvaarding vreemde cellen
verhogen
Stamceltransplantatie : Bloed bevat kleine hoeveelheid stamcellen -> eerst groeifactoren
toegediend
- Tijdelijk meer stamcellen geproduceerd + stamcellen komen in bloed
terecht
1. Autologe stamceltransplantatie – v jezelf
- Stamcellen (m/ CSF) ŵ op voorhand ingevroren zodat het na
chemotherapiekuur weer toegediend kan ŵ
2. Allogene stamceltherapie – v iemand anders
- Stamcellen ŵ afgenomen na toediening groeifactoren
- T-cellen ŵ vernietigd die verantwoordelijke zijn vr GVH
- Patiënt krijgt chemotherapie + ŵ getransplanteerd
4. Navelstrengbloed
- Hoeveelheid stamcellen ligt goed
Levensduur mature bloedcellen
Erythrocyten 120 dagen
Neutrofielen Enkele dagen
Sommige T-lymfocyten 20-30 jaar
1.1.1.3 Regulatie v/d hematopoësis
Wat = continu proces dat een steady-state toestand onderhoudt waarbij productie v mature
bloedcellen het verlies compenseert
- Erythrocyten – ŵ na 120 dagen gefagocyteerd + ŵ verteerd dr macrofagen in milt
- Per dag ongeveer 10^11 cellen gemaakt
- Soms 10^20 als reactie op bloedingen of infecties
: Regulatie hematopoëtische cellijnen gebeurt door
3
, Immunologie
1. Verandering in lokale cytokineconcentraties
2. Productie v cytokinen dr andere celtypes
3. Differentiële expressie v cytokinenreceptoren
- M-CSF
- Cellen v/d
- Erytroïde, lymfoïde, eosinofiele + megakaryocytische
cellijnen ontbreken M-CSF receptor
- Reageren niet op M-CSF
- Neutrofiele cellijn vertonen laag niveau M-CSF
- Reageren op hoog concentratie M-CSF
- Monocyt-macrofaag vertonen hoog niveau M-CSF
- Reageren op laag concentratie M-CSF
4. Het verwijderen v cellen dr gecontroleerde inductie v celdood
CSF : Binding hiervan veroorzaakt het verdwijnen v/e aantal CSF-receptoren
- Minder receptoren -> minder reageren op dat CSF -> proliferatie v/d cellijn neemt af
- Kan ook geïnduceerd ŵ dr/h binden v niet-verwante CSF op resp. receptoren
Apoptosis = geprogrammeerde + natuurlijke celdood -> om steady-state niveau te behouden is dit
nodig
- Cellen die leeftijd hebben bereikt
- Milt gaat cellen opruimen -> apoptoische lichamen ŵ gevormd + zullen dr
weefselmacrofagen opgeruimd ŵ
- Morfologische kenmerken:
- Afname celvolume
- Verandering cytoskelet
- Blaasvorming
- Condensatie chromatine
- Degradatie DNA
Necrose = celdood die optreedt na beschadiging -> ontstekingsreactie volgt
1.2 HET AANGEBOREN IMMUUNSYSTEEM
1.2.1 EEN EERSTE BARRIÈRE
Wat = ŵ beschermd dr mechanische barrières zoals huid + slijmvliezen
Figuur 7 : Anatomische barrières die m.o. verhinderen
- Externe lichaamsopp. -> huid
- Interne opp. -> slijmvliezen maag-darmkanaal, luchtwegen, …
: Ŵ ondersteund dr andere biochemische + biologische factoren
: Immuunsysteem treedt pas op als bovenstaande barrières niet voldoende zijn
1.2.2 CELLEN IN DE AANGEBOREN IMMUNITEIT
1.2.2.1 Fagocyten
Wat? = granulocyt-monocyt voorlopercell differentiëren in promonocyten die beenmerg
verlaten + in bloed terechtkomen die differentiëren tot monocyten
- Migreren na 8u naar weefsel + differentiëren tot weefselspecifieke macrofagen
- Vergoot, organellen nemen toe, fogcyterende vermogen neemt toe, …
- Vrije macrofagen = macrofagen die niet in weefsel gaan resideren
- Blijven bewegelijk via amoeboïde bewegingen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur adebl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.