VAN OOG NAAR CORTEX
Zien = opvangen van door voorwerpen weerkaatst licht door retina/netvlies van beide ogen.
• Retina: aan achterwand oogkamer, 3 lagen
o Onderste laag: ligt aan buitenkant tegen sclera, bevat kegeltjes en staafjes =
receptoren die op licht reageren
§ Kegeltjes voor kleur bij voldoende lichtintensiteit à kleuren zien in donker is
moeilijk
§ Staafjes voor zwart-wit, minder nood aan lichtintensiteit
o Signaal van lichtreceptoren wordt doorgegeven via middelste naar bovenste laag
o Bovenste laag: ligt tegen het glasvocht aan, bevat ganglioncellen
§ 1 ganglioncel ontvangt imput van een aantal staafjes
§ Kegel-ganglioncel verhouding = 1:1 à oplossend/discriminerend vermogen
van kegeltjes is sterker
§ Retinale ganglioncellen geven een lange uitloper af het zenuwstelsel in = n.
opticus/n. II à verdwijnt iets mediaal van midden de oogkas in op weg naar
CZS
• Op plaats wegduikende vezels is er geen lichtperceptie in de retina =
blinde vlek à op fundoscopie: papil n. opticus
• Lateraal van papil: macula lutea = gele vlek in midden retina à hier
een hoge concentratie aan kegeltjes à plaats bij uitstek om scherp
en gekleurd te zien
Vanaf retina: visuele informatie via n. opticus naar cortex op zo
een manier dat informatie vanuit rechterhelft van de wereld in
linker hemisfeer belandt = meest efficient omdat linker
hemisfeer ook de rechterhelft van het lichaam motorische
bestuurd.
Dus een deel van de retinale informatie moet kruisen, de rest
niet.
Kruising = thv chiasma opticum (hypofyse).
Visuele informatie komt in thalamus terecht, in corpus
geniculatum laterale.
• Deel van de informatie gaat niet via thalamus maar
rechtstreeks naar tectum van mesencefalon voor
onbewust zien.
In corpus geniculatum laterale: schakeling à visuele informatie voortgeleid via de radiatio optica naar
visuele gebied in occipitale cortex.
, CENTRALE VISUELE INFORMATIEVERWERKING
• Voortgeleiden van visuele informatie is geen passief proces
• Vanaf niveau netvlies: topografische representatie à figuur op netvlies wordt in zenuwstelsel op
zelfde manier gepresenteerd, maar verhoudingen anders
o Groot deel informatie die in primaire visuele cortex (occipitale pool hersenen) aankomt is
al door retina en corpus geniculatum laterale gesorteerd en bewerkt
Vanuit primaire visuele schors wordt informatie voortgeleid naar secundaire visuele schorsgebieden:
informatie over bv. vorm, kleur en beweging wordt verwerkt à dan voortgeleid naar heteromodale
parietotemporo-occipitale associatiecortex.
à In deze gebieden vinden de hogereordebewerkigen plaats: geanalyseerde visuele informatie wordt hier
geintegreerd en gekoppeld aan informatie afkomstig uit verschillende andere hersengebieden: wat gezien
is wordt hier herkend en begrepen à zo mogelijk een reactie te leveren.
à In deze hogereordeprocessen wordt onderscheid gemaakt in 2 routes:
• Occipitoparietale-waar: verwerkt informatie over ruimtelijke waarneming (vorm, plaats en
beweging).
Heeft verbindingen met frontaal gelegen motorische hersengebieden en gericht op actie.
• Occipititemporale-wat: herkenning van visuele objecten
GEZICHTSVELDSTOORNISSEN
• Door een probleem in een deel van de retina.
à In dat deel wordt dan niet meer gezien, maar informatie die op andere plaatsen
binnenkomt wordt nog steeds normaal scherp gezien à voor die delen is de
visus/gezichtsscherpte normaal.
• Probleem in n. opticus: visusstoornis van één oog.
• Probleem voorbij chiasma: zien aan elk van beide ogen voor een deel gestoord, gezichtsveld is
afhankelijk van de plaats van de stoornis op een bepaalde manier uitgevallen =
gezichtsveldstoornis.
Onderscheid gezichtsvelduitval afhankelijk van de locatie:
• Prechiasmatisch (A)
o Gezichtsvelduitval beperkt tot één oog/monoculair uitval à nagaan of het volgens
een bepaald patroon is opgetreden: oorzaak achterhalen
§ Glaucoom: concentrische beperking
§ Retinopathie: onregelmatige scotomen
§ Afsluiting retinale arterie: halfzijdige uitval met horizontale grens
• Chiasmatisch (B)
o Bijna altijd veroorzaakt door een hypofysetumor van onderaf of door suprasellaire
processen van bovenaf
o Compressie vindt in het midden plaats à eerst worden kruisende vezels getroffen (<
nasale retinavelden, vormen een projectie van de temporale gezichtsvelden) à
bitemporale hemianopsie
§ Bij compressie van onderaf begint die in de bovenkwadranten en breidt zich
naar onderen uit
o Door overlap gezichtsvelden: gezichtsuitval in praktijk veel minder uitgebreid dan in
tekening beschreven (voorwaarde: binoculair zien)
• Postchiasmatisch (C à G)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur katoendegroote. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.