De globale economie
Hoofdstuk 18: Macro-economische analyse: wat en waarom?
Wat bestuderen we?
1. Groei
2. Inflatie
o Bescherming van koopkracht
o Spilindex: bij overschrijding -> automatische loonindexering van 2%
o Soms geen effect op aankopen na prijsstijging (>< micro-economie)
3. Monetair beleid
o Stijging van prijzen leidt tot stijging rentevoeten
o Totale vraag terugdringen -> stijging prijzen verlagen
4. Overheidsschuld
o ! Kan nuttig zijn
o Piek na 2de Wereld Oorlog
o België: relatief hoge overheidsschuld (> 100% -> zelf door alles 100% te belasten kan
schuld niet in 1 keer terugbetaald worden)
Verschil micro en macro
- Individueel gedrag >< gedrag van alle consumenten
- Individuele productie >< totale productie van land
- Expliciete rol en functie van geld >< rol van centrale bank
- Wat geldt in micro-economie geldt niet per se in macro-economie
- Vaak is het geheel ≠ opsommingen van individuele velden
- Micro: als individu spaart -> geen invloed op inkomen
- Macro: als overheid spaart -> invloed op economie
Micro-economie
- Gedragsmodellen individuele economische agenten (prijs gegeven)
- Interageren op markt van 1 goed/dienst (prijs endogeen)
- Alle markten samen = algemeen evenwicht
Macro-economie = grote gehelen of aggregaten
- “De” economie krimpt of groeit
- Totale consumptie in België/EU/Wereld
- Totale tewerkstelling/werkloosheid
- Prijspeil (alle prijzen)
Waarom volstaat micro -economie niet?
- Macro-economie niet steeds optelsom variabelen micro-economie -> 3 argumenten:
o Samenhang markten van finale goederen en markten van productiefactoren
▪ Economische kringloop (elke transactie heeft 2 partijen)
, ▪ Wet van Say
o Gebruik van geld
▪ Ontregeling geldstroom kan reële economie beïnvloeden (financiële crisis)
▪ Monetair beleid kan proberen reële economie te beïnvloeden
▪ Merk op: voorraadvariabele >< stroomvariabele (over periode)
o Informatie- en coördinatieproblemen
▪ Vb. systeemrisico van banksysteem
▪ Vb. spaarparadox (rationeel voor individu, niet per se voor economie)
De economische kringloop en de wet van Say
Economische kringloop
- Kringloop = samenhang: besteding voor ene is inkomen voor andere
- Onderzijde = bestedingszijde:
o Bedrijven verkopen output aan gezinnen -> inkomensbesteding
o Totale opbrengst van verkopen: 𝑃 . 𝑄 = ∑𝑁 𝑖=1(𝑝𝑖 . 𝑞𝑖 ) = 𝑝1 . 𝑞1 + 𝑝2 . 𝑞2 + ⋯ + 𝑝𝑁 . 𝑞𝑁
- Bovenzijde = inkomenszijde:
o Bedrijven kopen productiefactoren van gezinnen -> inkomensverdeling
o Arbeiders vergoed met loon
o Verschaffers kapitaal: interest en/of dividend
- Inkomenscreatie: productie van toegevoegde waarde
- Niet volledig inkomen wordt gebruikt -> sparen en consumeren in buitenland = lek in kringloop
Wet van Say
- Uitdrukking van samenhang
- “Elk aanbod creëert zijn eigen vraag”
- Productie leidt vanzelf tot vraag naar goederen -> dus nooit vraagtekort
- ! MAAR: samenhangt zorgt ook dat macro-economisch effect niet gelijk is aan optelsom micro-
effecten
o Geheel is anders dan de delen
o Logica: Fallacy of composition
o Vb. prijsstijging van alle goederen en diensten ≠ daling vraag
o Algemene prijsstijging -> inkomen stijgt ook maar consumptie ∆ niet per se (vb. sparen)
o Micro-economisch: geen directe effecten
, o Macro-economisch: wel directe effecten
Terugkoppelingsmechanismen
- Vb. veralgemeende prijsstijging: 𝑃 . 𝑄 ↑ dus 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛 ↑ -> zullen bestedingen ↑/↓ ?
- Nood aan macro-economische analyse
Artikel uit The Economist
- Overaanbod -> vraag volgt niet altijd in macro-economie -> wet van Say klopt maar er zijn
uitzonderingen -> nieuwe theorie van Keynes
Het belang van geld
- Geld = algemeen ruilmiddel
- Aan kringloop goederen/diensten beantwoordt geldkringloop
- Voorraadvariabele = op elk moment meetbaar (vb. hoeveel stock er nog is)
- Stroomvariabele = meetbaar over een bepaalde periode (vb. productie vorige maand, prijzenpijl)
Identiteit van Fisher
- 𝑃 .𝑄 = 𝑀 .𝑉 → geldwaarde van goederenstroom = waarde van geldstroom
o 𝑃 . 𝑄 = goederenstroom
o 𝑀 = geldhoeveelheid (voorraadvariabele)
o 𝑉= omloopsnelheid van geld
- Kringloop van goederen >< geldkringloop maar met elkaar verbonden
o Geven zelfde onderliggende realiteit weer
o Hebben dus zelfde waarde maar:
o In micro: geld is neutraal
▪ Vraagfunctie: homogeen van graad 0 in prijzen en inkomens
▪ Alle prijzen (inkomens, prijs arbeid, consumptieprijzen)
vermenigvuldigen met zelfde factor = geen ∆ in gedrag
o In macro: geld is niet neutraal
▪ Geld heeft effect op reële grootheden
▪ Vb. crisis 2008 -> recessie 2009
▪ Ook monetair beleid bij Coronaschok
Informatie- en coördinatieproblemen
- Volmaakte mededinging
o Vraagoverschot -> prijs zal stijgen -> vraag daalt terwijl aanbod stijgt
o Dus coördinatie via prijsmechanisme
o ! Misvatting: meer mensen op arbeidsmarkt -> werkloosheid ↑ niet per se want nieuw
werk wordt gecreëerd
- Realiteit wijkt af van ijkmodel perfecte mededinging
o Vb. door informatieproblemen (asymmetrische informatie)
- Macro-economie: studie situaties waarin coördinatie-mechanisme niet goed functioneert
Voorbeelden:
1. Investeringen
, - Motivatie voor investeringen
o Verwachting dat vraag zal stijgen
o Maar onzekerheid m.b.t. toekomst
- Onzekerheid -> bedrijven kijken naar elkaar:
o Bedrijf A investeert -> B ook want indruk dat A optimistische kijk heeft op toekomst =
investeringsboom met voedend karakter
o Investeringen = productie = inkomen → positief effect wordt groter en groter →
optimisme wordt bevestigd
o Omgekeerde gebeurt ook (A schroeft terug -> …) → negativisme wordt bevestigd
- Keynes: Animal spirits
o Informatie vaak gebrekkig -> cyclische beweging in productie
o Vlagen van optimisme (bull run) en pessimisme (bear run)
2. Spaarparadox
- Sparen = niet-consumeren van deel van inkomen
- Stel meer sparen:
o Beperkt aantal spaarders: geen invloed
o Groot aantal spaarders: vraag (consumptie) ↓ dus productie ↓ dus inkomen ↓
o Men kan minder sparen dan gepland
- Neiging tot meer sparen leidt tot minder sparen
o Falende coördinatie van gedrag spelers
o Individuele spaarder houdt geen rekening met collectief effect
o Individuele rationaliteit kan leiden tot collectief ongunstig resultaat (wijkt af van globale
rationaliteit)
Van Keynes naar de klassieken en terug
- Klassieke economen (Smith, 18e )
o Prijsverandering -> evenwicht wordt hersteld (geen vraag-/aanbodoverschot)
o Wet van Say: nooit langdurige macro-economische onevenwichten
- Grote depressie in jaren 30
o Daling productie (30/40%)
o Stijging werkloosheid van actieve bevolking (25%)
o Waarom geen evenwichtsherstel?
- Keynes (20e)
o Soms gaat markt zichzelf niet herstellen -> nood aan overheid die zorgt voor extra vraag
o Fenomenen die evenwichtsherstel kunnen beïnvloeden
▪ Loonrigiditeit
▪ Gebrekkige vraag
o Gevolg: permanente werkloosheid mogelijk (ook in evenwicht)
- Invloedrijk na 2de WO
o Vraag staat centraal (>< Say en klassieken: aanbod centraal)
o ↑ en ↓ vraag is deels rol van overheid: werkloosheid beperken/inflatie afremmen
o Automatische stabilisatoren:
▪ Sociale zekerheid: correctie zodat werklozen blijven consumeren
▪ Progressieve belastingen: slechte economie = minder belastingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur HIRstudent123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.