Leerdoelen onderzoekend
handelen (KT5)
Werkgroep 1
De student heeft een begrip van wat ‘denken’ is:
spontaniteit, beperkingen in controle en bijvangst, waarheid, interpretatie, vertekening, biases
(selectief waarnemen), het verschil tussen brain en mind & false consensus effect
Denken: Een gestructureerd proces van verschillende signalen en impulsen, waarna je gedachtes kan
krijgen en deze kan uitvoeren.
Spontaniteit: Je komt vrijwillig, zonder dwang, en zonder dat het moet in beweging.
Beperkingen in controle: grenzen hebben bij wat je mag denken, door iets of iemand.
Bijvangst: iets ervaren wat er helemaal niet is.
Waarheid: het in overeenstemming zijn met de werkelijkheid
Vertekening: een onjuiste weergave van wat er in de werkelijkheid gebeurd is.
Biases (selectief waarnemen): dat we maar een deel van de werkelijkheid kunnen waarnemen.
Brain en mind: brain zijn je hersenen (het orgaan) en mind zijn je gedachtes (niet aan te wijzen).
False consensus effect: de aanname van groepsleden dat persoonlijke overtuigingen en gedragingen
representatief zijn voor de opvattingen die de andere groepsleden er op na houden.
Werkgroep 2
De student kan de volgende denkwijzen benoemen en herkennen: technisch analytisch denken,
empathisch denken, irrationeel denken, type 1 en type 2 denken.
Technisch analytisch denken: het houdt in dat je probleemoplossend kunt nadenken door een
probleem of vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Ook kun je snel hoofd- en
bijzaken onderscheiden. wiskunde som.
Empathisch denken: empathie is het vermogen om je in te leven in de gevoelens of gedachten van
andere mensen. Empathisch vermogen is een vorm van sensitiviteit of inlevingsvermogen. iemand
helpen die van de fiets is gevallen.
Irrationeel denken: besluit- en ideevorming die niet op logische redeneringen is gebaseerd. Hierbij
vindt ideevorming en handelen niet plaats op basis van feiten en kennis, maar meestal op basis van
, gevoelens, meningen of ervaringen. Irrationaliteit wordt dan ook vaak gezien als een gebrek aan
objectiviteit. je baas stom vinden, omdat hij jou altijd rot klusjes geeft.
Type 1 en type 2 denken:
Systeem 1: fast thinking snel nadenken over informatie, hierdoor zie je sneller
dingen over het hoofd. Je volgt je intuïtie. Vb. gelijk in conclusies denken.
Systeem 2: slow thinking langer nadenken over informatie, hierdoor zie je minder
snel dingen over het hoofd. Maar hiervoor moet je je meer inspannen en langer over
dingen nadenken dan dat je misschien eigenlijk wil. Vb. puzzels maken.
De student weet wat priming is en kan dit herkennen.
Het sneller herkennen van of reageren op een bepaalde prikkel als men deze eerder heeft
waargenomen. Je wordt beïnvloed op je gedrag. Bijv. woorden, beelden, geuren.
Werkgroep 3
De student weet wat een drogredenering is en kan deze herkennen: Overhaaste generalisatie,
Onjuist oorzakelijk verband, Onjuist beroep op autoriteit, Vals dilemma.
Drogredenering: een onjuiste argumentatie soms worden ze per ongeluk gebruikt, maar vaak ook
opzettelijk om iemand te overtuigen.
Overhaaste generalisatie: het is een drogreden, waarbij er een fout gemaakt wordt in de logica van
de redenering. De denkfout die bij een overhaaste generalisatie gemaakt wordt, is dat er een
algemene regel wordt afgeleid uit slechts enkele (bijzondere) gevallen. 2 gekleurde jongens
hebben de bakker overvallen.
Onjuist oorzakelijk verband: worden 2 dingen genoemd bij elkaar die in principe gewoon kunnen
kloppen, alleen wat er fout aan is, is dat de 2 genoemde dingen hier niks met elkaar te maken
hebben ook al kloppen ze los van elkaar wel. niet meer in de file staan sinds de nieuwe gekochte
auto.
Onjuist beroep op autoriteit: is een argument waar een persoon met veel aanzien, of een grote
meerderheid wordt gebruikt om een standpunt of mening mee te beargumenteren. een bekend
persoon die reclame maakt voor een ‘goed’ product.
Vals dilemma: er wordt net gedaan alsof er maar 2 keuzes zijn. A en B, kies je niet voor A dan kies je
B. je houdt niet van appels, dan houd je van peren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lunateerds. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.