Maes Chelsea 3VBl VZOM Geneeskunde/heelkunde Pathologie 2
Kritische zorg en exacte wetenschappen
DEEL 1: Weefseloxygenatie
Weefseloxygenatie DO²/VO²
Factoren DO²: (Krijgen alle cellen voldoende O²? Dit hangt af van 3 factoren)
-O² opname
-O² transport (transport van longen naar lichaamscellen)
-O² afgifte (Bij koorts, ziekte, … verbruik je meer)
Zuurstofopname of oxygenatie:
-Beïnvloedende factoren oxygenatie
-FiO² (Fractie van de ingeademende O². Uitgedrukt in % of decimaal getal
tot op een honderdste. Zo is onze O² een gasmengsel van 21% of 0,21. Bv in
gesloten container zal FiO² dalen. Je kan bij ziekte een pt een hogere FiO²
toedienen)
-Adequate respiratie (doel = exygenatie én ventilatie)
-Correcte ventilatie – perfusie verhouding (Va/Q ratio)
Fractie O²:
-Zuurstoffractie in gas, uitgedrukt in %
-Omgevingslucht 0,21z
-In te stellen parameter kunstmatige ventilatie: 0,21 – 1,0
Adequate alveolaire ventilatie (Va): (Volume van lucht dat tot in uw
goedwerkende alveolen geraakt. Hoe meer lucht hier geraakt, hoe meer O² je
kan opnemen)
-Va = MV-VD (MV = minuutvolume. Volume lucht dat je per minuut
inademt/uitademt. Uw minuutvolume is niet uw Va, want niet alle lucht gaat in je
alveolen. Alles wat niet in je alveolen zit noemen we dode ruimte of VD)
-MV = TV x freq (Bv 500ml x 15/’ = 7,5l)
-VD
-Fysiologische dode ruimte = (verschillende vormen)
-Anatomisch dode ruimte (deel lucht zit in trachea, bronchiën,
bronchiolen)
-Alveolaire dode ruimte (slecht werkende alveolen, geen
gasuitwisseling)
-Materiaal gebonden dode ruimte (door bv beademingstoestel
onmogelijkheid volledig te kunnen in-/uitademen)
Va/Q ratio: (Ventilatie – perfusie (Q) verhouding -> Wat is de verhouding tussen
de lucht in 1 alveool en hoeveel ml bloed hier langst stroomt)
1
,Maes Chelsea 3VBl VZOM Geneeskunde/heelkunde Pathologie 2
-Hoeveelheid lucht (ml) in alveolen/’ vs hoeveelheid bloed (ml) langs alveolen
-Nooit 1 omwille van fysiologische aspecten
-Extreme voorbeelden:
-Zadelembool (Vena Cava Superior/inferior komen in rechter atrium, dan
rechter ventrikel, dan naar longen via arteria pulmonalis, dan krijgt bloed O²
en gaat naarlinker voorkamer, kamer, … Maar wanneer er een embool zit zet
tussen de 2sprong van arteria pulmonalis naar de longen. Ventilatoir is er niks
mis, maar perfusie is 0 want er gaat niets meer naar de alveolen)
-COPD met zware bilaterale pneumonie (Hier is wel perfusie maar geen
ventilatie. De alveolen zijn zo slecht dat er bijna geen ventilatie is)
Gasuitwisseling via diffusie:
-Passief transportproces (=diffusie)
-Van hoge naar lage concentratie
-Nooit PvO² 30-40 mmHg
O² aanbod of DO²: (Transport O²)
-Afhankelijk van Ca O² (Arteriele zuurstofcontent/hoeveel O² dat uw bloed in uw
arteriële kant heeft) en CO (cardiac output)
-Ca O² = (Hb x 1,34 x SaO²) + (0,003 x PaO²) (Groot deel van 0² in slagaders is
gebonden aan Hb, het andere deel zweeft zowat vrij rond. Deze moet je optellen
om je arteriële O² content te berekenen.)
-CO = aantal liter bloed dat per minuut door linker ventrikel wordt uitgepompt
(cardiac output)
Casus 1 gezond :
Hb 15 g/dl (normaalwaarden 12-16 g/dl) (per 100ml bloed heb je 12-16 g Hb)
✓ SaO2 100 % (alle Hb is gesatureerd met zuurstof/dat O² bevat)
✓ PaO2 100 mm Hg (Geeft u de indruk over hoeveel O² er vrij door het bloed
gaat. Hoeveel druk oefent deze O² uit, hiervoor staat het ‘partiële’ gedeelte. Dit
zal ongeveer 100mmHg zijn in uw arteriëel bloed)
✓ CO : 5 l/min (Aantal l bloed dat hart/minuuut uitpompt = 5l/m)
Hoeveel zuurstof bevat het arteriële bloed (CaO2) en hoeveel O2 wordt er aan de
weefsels aangeboden ?
✓ CaO2 = (Hb x 1,34 x SaO2) + (0,003 x Pa O2) (1,34 ml O² kan er op 1 gr Hb
zitten)
✓ CaO2 = (150 g/l x 1,34 x 1.0) + (0,003 x 100 mm Hg) (0,003 = ml vrij O² in
het bloed/ 100 mmHg is de normale druk in ons bloed per liter)
✓ Ca O2 = 201 ml + 0,3 ml
✓ Eén liter arterieel bloed bevat dus circa 200 ml. O2
2
,Maes Chelsea 3VBl VZOM Geneeskunde/heelkunde Pathologie 2
✓ CO = 5 l/ min
✓ Hoeveelheid zuurstof dat per minuut het linker ventrikel verlaat is dus
✓ 200 ml x 5 = 1000 ml./min naar de cellen
(De saturatie kan 100% zijn, maar de patiënt kan bv slechts 4 Hb en een slechte
hartpompfunctie hebben en zo toch een slechte weefseloxygenatie hebben)
Casus 2 anemische patiënt :
Hb 7,5 g/dl (normaalwaarden 12-16 g/dl)
✓ CaO2 = (Hb x 1,34 x SaO2) + (0,003 x Pa O2)
✓ CaO2 = (75 g/l x 1,34 x 1.0) + (0,003 x 100 mm Hg)
✓ Ca O2 = 100,5 ml + 0,3 ml
✓ Eén liter arterieel bloed bevat dus circa 100 ml. O2
✓ CO = 5 l/ min
✓ Hoeveelheid zuurstof dat per minuut linker ventrikel verlaat,
is dus 100 ml x 5 = 500 ml./min.
O² afgifte:
-Via diffusie van Hb naar lichaamscellen
(Mensen met bv een sepsis, brandwonden, … Er ontstaat oedeem -> Vocht
tussen cellen. O² oversprong kan moeilijker plaats vinden)
DEEL 2: Bewaking en ondersteuning van de respiratoire functie
Klinische observatie (Niet enkel afgaan op monitor!)
Ademhalingsfrequentie:
-Minimaal 30”
-Zonder medeweten van patiënt
-Normaalwaarden 12-18/’
-Eupnoe: In frequentie normale ademhaling
-Normopnoe: Volledig normale ademhaling
-Bradypnoe: < 12x/’
-Tachypnoe: > 18x/’
-Apnoe: 0/’
3
, Maes Chelsea 3VBl VZOM Geneeskunde/heelkunde Pathologie 2
Diepte van de ademhaling:
-Eerder subjectief
-Hyperpnoe: Abnormaal diep dus hoog TV (Tidal Volume -> Volume 0² dat je per
slag kan inademen. Doe je dit maal frequentie dan heb je het minuutvolume)
-Hypopnoe: Abnormaal oppervlakkig dus laag TV
Regelmaat ademhaling:
-Bepaald door duur van pauzes tussen in- en uitademing (zie Cheyne Stokes ->
Even normaal ademen, dan heel diep en sneller en dan weer minder diep, dan
apneu, dan terug normaal, dan weer diep, …)
Ademhalingsgeluid:
-Normaal niet of nauwelijks hoorbaar
-Soms hoorbaar (Secreties, astma-aanval, …)
-Inspiratoire stridor: Obstructies (Vraagt onmiddellijk interventie)
-Expiratoire stridor (wheezing): Vnl vernauwing kleinere luchtwegen en verlengd
expirium
Thoraxexcursies: (Uitzetten van thorax)
-Observatie van aanwezigheid (apnoe)
-Symmetrie: Pneumothorax (ene helft zet op, andere niet) , atelectase
Afwijkende ademhalingspatronen (zowel diepte als frequentie)
-Cheyne-Stokes ademhaling tgv hypoperfusie hersenen (vaak bij terminale pt)
-Biot ademhaling, oa bij verhoogde hersendruk (heel diep)
-Kussmaulse ademhaling, bv bij compensatiepoging metabole acidose (diep
en frequent -> Hyperventilatie)
4