Maes Chelsea 2VBl Organiseren en coördineren van zorg
Gezondheids- en welzijnsvoorzieningen
Thema 1 + 2: Begrippenkader en welzijnszorg
Welzijn en welvaart zijn sterk verbonden met elkaar.
Door de toenemende welvaart moet er ook aandacht zijn voor de ruimere omstandigheden van
personen en gezinnen. (Welvaart blijft niet stijgen, gaat waarschijnlijk zelfs dalen)
5 sociale grondrechten:
-Het recht op arbeid en vrije keuze van beroepsarbeid, recht op billijke arbeidsvoorwaarden en
beloning en recht op info, overleg en collectief onderhandelen
-Het recht op sociale zekerheid, bescherming van gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische
bijstand
-Recht op behoorlijke huisvesting
-Recht op bescherming van een gezond leefmilieu
-Recht op culturele en maatschappelijke ontplooiing
5 instrumenten om sociaal beleid te voeren:
-De regelgeving -> Wetten en besluiten (verplichte aansluiting ziekenfonds, remgeld terugkrijgen bij
bezoek aan de huisarts, werklozen met werkloosheidsuitkering mogen niet werken)
-Uitkeringen -> Sociale zekerheidsuitkering (zoals kinderbijslag, pensioen, gewaarborgd
minimumloon…)
-Sociale goederen en diensten -> Onderwijs, gezondheidszorg, … leveren bijdrage aan het
functioneren van de samenleving
-Subsidies -> Mantelzorgpremie, studietoelagen, …
-Belastingverminderingen -> Ifv de gezinssituatie, lage inkomens, pensioensparen, …
Van verzorgingsstaat naar actieve welvaartsstaat:
-Actief -> Actieve overheid, actieve burgers
-Welvaartstaat -> Economische basis van de samenleving
-Verzorgingsstaat -> Sociaal politiek concept, herverdelings-mechanisme
-> We hebben nieuwe vormen van sociale bescherming nodig die tegemoetkomen aan de huidige
problemen van onze samenleving (werkloosheid, pluriformer worden van de samenleving, de
gevolgen van globalisering enz)
Welzijnssector heeft grote verscheidenheid, er zijn verschillende sectoren verbonden aan
doelgroepen:
-Bejaarden -> Bejaardenzorg
-Kinderen + jongeren + gezinnen -> Integrale jeugdzorg, gezinsbeleid
-Minderheden/kansengroepen -> Zorg voor etnisch-culturele minderheden
-Personen met een beperking -> Zorg voor personen met een beperking
-Daders + slachtoffers -> Forensisch welzijnswerk
Federale overheid is vaak verantwoordelijk voor deze sectoren. Wanneer zij voldoen aan de
voorwaarden dan worden ze gesubsidieerd voor de uitvoering van deze activiteiten.
1
,Maes Chelsea 2VBl Organiseren en coördineren van zorg
We kunnen dit welzijnswerk indelen op verschillende manieren:
-Categoriale zorgvoorzieningen -> Gericht op specifieke doelgroep (K&G, ouderenzorg, jeugdzorg,
zorg voor personen met beperking, onthaal van nieuwkomers, forensisch welzijnswerk, …)
-Algemene zorgvoorzieningen -> Gericht op algemene zorgproblematieken (OCMW, CAW,
initiatieven inzake armoedebestrijding, …)
Niveaus van hulpverlening:
-Zelfzorg -> Hulpvrager tracht zelf oplossing te zoeken voor welzijnsvragen (op zoek naar werk, cursus
volgen)
-Mantelzorg -> Geen professionele zorgverleners, persoonlijke band, geen alledaagse zorg
-Georganiseerd welzijnswerk -> Formeel georganiseerde dienstverlening, beroepshulpverleners
Als we deze 3 niveaus indelen ifv hun aanpak van het welzijns- en zorgprobleem dan spreken we over
zorglijnen:
Verticale indeling (echelonnering)
-Nulde lijn -> Informeel, niet professioneel, dichtbij de leefwereld van de persoon, zelfzorg, zelfhulp,
mantelzorg, gratis
Bv: AA, Vlaamse Alzheimerliga, NABORAM (borstamputatie zelfhulp)
-Eerste lijn -> Formeel, professioneel, onmiddellijk toegankelijk, lage drempel, eerste opvang, niet
gespecialiseerd, weten weinig van veel dingen, steeds beschikbaar, grote doelgroep, integrale
gezondheidszorg (lichamelijke, geestelijke, economische en sociale problemen), extramuraal
(thuis/praktijk van de hulpverlener = ambulant)
Bv: Huisarts, apotheek, thuisverpleegkundige, thuiszorg, JAC (jongerenadviescentrum), OCMW
-Tweede lijn -> Formeel, speciaal technisch onderzoek vereist, gespecialiseerd, weten veel van weinig
dingen dus kleinere doelgroep, intramurale zorg = ambulante hulp, drempel is hoger dankzij
afspraken, wachtlijsten, hogere honoraria, …
Bv: Geneesheerspecialist (cardioloog, oncoloog), Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG),
Centrum voor Leerlingbegeleiding (CLB), revalidatiecentrum voor kinderen met leerproblemen
-Derde lijn -> Formeel, doorgedreven specialisatie dus nauwkeurig afgebakende doelgroep, hoge
drempel, zowel intramuraal met opname-overnachting als transmuraal (deel van de zorgen kan thuis
verstrekt worden)
Bv: Intramuraal met opname-overnachting: Gesloten afdeling in een WZC, brandwondencentra,
ontwenningskliniek, MPI
Bv: Transmuraal: Dialyse, serviceflats, beschutte werkplaats
-Vierde lijn -> Zie derde lijn maar met hogere drempel voor hulpverlening
(Het is belangrijk geen lijnen over te slaan, maar steeds de lijnen chronologisch op te volgen. Behalve in acute
situaties)
2
,Maes Chelsea 2VBl Organiseren en coördineren van zorg
Horizontale indeling
-Extramuraal -> Buiten de muren van de instelling, bv: huisarts, thuisverpleegkundige, …
-Intramuraal -> Binnen de muren van de instelling, bv: pediater, neuroloog, …
-Transmuraal -> Binnen + buiten de muren van de instelling, bv: dialyse, serviceflat, …
Knelpunten van de Vlaamse welzijnszorg:
Verzuiling van de sector (verschil in maatschappij ogv ideologisch vlak)
-Christelijk, socialistisch en liberale zuil met eigen instellingen (Verplichte aansluiting bij ziekenfonds:
Christelijke mutualiteit, liberale, … zijn duidelijk vertegenwoordigt, ook scholen, verenigingen, kranten, …)
-Differentiatie obv ideologie
-Laatste jaren steeds meer pluralistische opstelling (CM werkt vaak samen met Wit Gele Kruis, maar
daarom moeten leden van CM niet bij het Wit Gele Kruis gaan, iedereen mag autonoom beslissen)
Verkokering van de sector
-Door snelle groei ontstaat een kluwen aan instellingen, werkvormen, financiering waardoor geen
geïntegreerd beleid meer mogelijk is
-Personen met handicap: Verschillenden ministerie (ministerie van onderwijs, tewerkstelling en
arbeid, welzijn en gezondheid)
-Versnippering
Groeiende nood aan integrale aanpak
-Persoon in zijn gehele context benaderen
-HV moeten samenwerken en elkaar aanvullen
De vraag naar de de-institutionalisering
-Cliënten zoveel mogelijk in eigen omgeving begeleiden
-Afbouw intramurale/residentiële zorg bouwt momenteel af…
-Ten voordelen van semi-murale en ambulante voorzieningen
-Belang van eerstelijnszorg (zelfzorg en mantelzorg)
De sociale kaart is een hulpmiddel om een overzicht te krijgen van het totale welzijnswerk. Het
brengt op gestructureerde manier de welzijns- en gezondheidssector in kaart. Het bevat actuele info
zoals adresgegevens, contactpersonen, openingsuren, uitleg over de werking, de doelgroep, … Het
belang van de sociale kaart is tweevoudig:
-Het is een beleidsinstrument (hiaten en overlappingen in maatschappelijke dienstverlening aan het
licht brengen)
-Onmisbaar instrument om cliënten op effectieve wijze door te verwijzen.
Thema 3: Gezondheidsdoelstellingen
Vandaag zijn er 5 gezondheidsdoelstellingen:
-Vaccinaties
-Bevolkingsonderzoeken naar kanker
-Zelfdoding
-Ongevallen in de privésfeer
-Gezonder leven
3
, Maes Chelsea 2VBl Organiseren en coördineren van zorg
De belangrijkste organisatie is:
Het Vlaams Instituut voor Gezond Leven (VIGeZ) https://www.gezondleven.be
-Expertisecentrum (voor gezondheidspromotie en ziektepreventie)
-Team van professionele gezondheidswerkers
-Praktijk als beleid (rond doelstellingen binnen de gezondheidszorg)
VIGeZ levert strategieën, advies, methodieken en ondersteuning bij implementatie en opleiding aan
gezondheidswerkers en professionals.
Thema’s binnen de gezondheidszorg waar zij aan werken
Taken
-Wetenschappelijk onderbouwde pakketten
-Ondersteunen van professionele gezondheidswerkers
-Scharnierfunctie theorie vs praktijk
Klanten
-Elke Vlaming
-Professionals
-Overheid
-Media
-Bedrijfsleven
-Dus geen zorgvragers
Logo’s (Lokaal GezondheidsOverleg)
Belangrijke partner van het VIGeZ zijn de verschillende logo’s. Het VIGeZ deelt zijn expertise met de
logo’s. De logo’s bieden onderbouwde pakketten aan op maat van de provincies aan kleinere
organisaties zoals OCMW of CLB.
Doorheen Vlaanderen zijn er 15 logo’s. Logo Antwerpen is er 1 van.
In opdracht van de Vlaamse overheid werken ze mee aan de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen.
Logos zijn samenwerkingsverbanden van preventieorganisaties en functioneren als motor voor
locoregionale initiatieven.
Lokale partners
-Lokale besturen (gemeentebesturen en OCMW’s)
-Adviesraden welzijn en gezondheid
-Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)
-Gezondheidsdiensten ziekenfondsen
-Huisartsenkringen
-IDPBW en EDPBW (Externe en interne diensten voor preventie en bescherming op het werk)
-Consultatiebureaus van Kind en Gezin
-…
Werking van de logo’s
-Gezondheidspromotie en ziektepreventie (mensen zo gezond en autonoom mogelijk houden, bv
mammobielen)
4