Samenvatting Werkgroepleren Thema 1.11 Blok D
Samenvatting Werkgroepleren Thema 1.8 Blok C
Samenvatting Werkgroepleren Thema 1.5 Blok B
Tout pour ce livre (9)
École, étude et sujet
Hogeschool InHolland (InHolland)
Mondzorgkunde
Cariologie
Tous les documents sur ce sujet (22)
Vendeur
S'abonner
mondzorg777
Aperçu du contenu
Samenvatting Cariëslaesies
Hoofdstuk 1: Tandcariës
Tandcariës/ cariës/ tandbederf is een ziekte waarbij de harde tandweefsels worden
gedemineraliseerd. Verlies van mineraal, dat het hoofdbestanddeel vormt van de harde
tandweefsels, kan leiden tot vorming van holten/caviteit.
o Cariologie is de wetenschap die zich bezighoudt met verschillende aspecten van
cariës.
o Cariës is een lokaal, dynamisch proces waarbij naast demineralisatie ook
remineralisatie optreedt aan het tandoppervlak. Wanneer demineralisatie de
overhand heeft, schrijdt het proces voort en ontstaat een destructie van de harde
tandweefsels die wordt aangeduid als cariëslaesie. Gaat het proces verder gevolg
van uitgebreider verval het oppervlak instorten en een caviteit ontstaan. Destructie
door cariës kan zich voordoen is het glazuur, dentine en wortelcement.
o Cariësproces vindt plaats onder invloed van tandplaque (biofilm), die het
tandoppervlak lokaal bedekt. Als tandplaque ouder wordt (omdat het niet wordt
weggepoetst) treedt een ecologische verschuiving op waardoor tandplaque
schadelijker wordt.
o Disbalans ontstaan tussen demineralisatie en remineralisatie, die resulteert in
mineraal verlies van de harde weefsels.
o Cariëslaesies blijven actief op plaatsen waar de plaque zich gedurende langere tijd
kan ontwikkelen. Het cariësproces kan worden gestopt door dagelijkse verwijdering
van de tandplaque en door de aanwezigheid van fluoride aan het tandoppervlak.
1.1.1 Terminologie en classificatie
Cariës kan ontstaan op alle vlakken van de gebitselementen wanneer op desbetreffende
plaats langdurig tandplaque aanwezig is.
o Wittevleklaesie: witte vlek in het glazuur. Dit proces heeft zich beperkt tot het glazuur
en wordt ook wel glazuurcariës/ glazuurlaesie genoemd.
o Wortel cariës: als de laesie zich in het cement van de tandwortel bevindt of bij
afwezigheid van cement, in het worteldentine.
o Dentine cariës: als een glazuurlaesie zich uitbreidt in de diepte en het dentine erbij
betrokken raakt.
o Caviteit: als de uitbreiding nog verder gaat in de diepte en naar lateraal, verzwakt het
bovenliggende glazuur en zal het op een gegeven moment instorten.
Primaire cariës zijn de tot nu toe vermelden vormen van cariës.
o Secundaire cariës: is altijd gelokaliseerd direct naast of onder een restauratie.
Onderscheidt tussen 2 vormen:
o Rest cariës (residual cariës): cariës die is achtergebleven toen de restauratie
werd gelegd.
o Recurrent cariës: nieuw ontstane cariës die gevormd is nadat de vulling werd
gemaakt.
De beschreven definiteis zijn zowel van toepassing op permanente/ blijvende elementen als
op wissel- of melkgebit.
o ECC (early childhood cariës): bij kinderen komt het soms voor dat caries zich zeer
senel en op uitgebreide schaal ontwikkelt.
o Zuigflescaries: bij frequent gebruik van de zuigfles.
, o Verborgen cariës: soms komt het voor dat in fissuren een cariësproces zich in het
dentine verder uitbreidt zonder dat het zichtbaar is in het glazuur. Zulke laesies zijn
vaak moeilijk waar te nemen.
Er moet een belangrijk onderscheid worden gemaakt tussen actieve en niet-actieve cariës.
o Actieve cariës: als er op termijn progressie van de laesie is waar te nemen, zeker als
deze ook nog bedekt wordt door plaque; de demineralisatie heeft de overhand.
o Inactief/ niet actieve carieslaesie: Zijn de bovengenoemde verschijnselen afwezig
(cariës breidt zich niet uit, er is geen plaque en de laesie heeft een glad en glimmend
uiterlijk) dan heeft de remineralisatie de overhand. Het proces is tot stilstand
gekomen, het is bedwongen.
In de balans tussen de- en remineralisatie kunnen wisselingen voorkomen door ecologische
verschuivingen binnen de tandplaque, ander poetsgedrag, veranderde voedingsgewoonten
of veranderingen in speekselsamenstelling.
Som van alle cariëslaesies die ooit in het gebit zijn ontstaan (cariës verleden: cariës
experience) wordt uitgedrukt in het DMFT-getal of DMFS-getal:
D staat voor decay hetgeen gecaviteerd betekent
M voor missing hetgeen betekend geëxtraheerd vanwege cariës
F staat voor filled (gerestaureerd)
T staat voor teeth (aantal tanden)
S staat voor surfaces (aantal vlakken)
Voor het melkgebit worden dezelfde diagnosen gehanteerd maar ter onderscheiding worden
dan kleine letters gebruikt. (dmft en dmfs).
Soms wordt onder D-component ook niet gecaviteerde cariës geteld. Dit wordt dan
aangegeven met de onder index D1, waarbij D1 staat voor niet-gecaviteerde glazuurlaesies.
D2 staat voor gecaviteerde glazuurlaesies en D3 voor dentinelaesies.
In de afzonderlijke elementen blijken voorkeursplaatsen, predilectieplaatsen, te bestaan
voor het optreden van cariës:
- Fissuren en putjes
- Approximale gebieden direct cervicaal van de contactpunten
- Gebieden direct cervicaal van de contactpunten
- Gebieden van de vestibulaire en linguale vlakken die dicht bij de tandvleesrand liggen
Deze predilectieplaatsen kenmerken zich doordat daar de tandplaque vaak langdurig
aanwezig is en de bereikbaarheid voor de tandenborstel minder goed.
Klassenindeling op grond van de predictieplaatsen:
- Klasse I: caviteiten die in putjes of fissuren beginnen, ongeacht in welk vlak van het
element deze zich manifesteren
- Klasse II: caviteiten die in de approximale vlakken van de premolaren en molaren
beginnen
- Klasse III: caviteiten die in de approximale vlakken van de snij- of hoektanden
beginnen en waarvoor het verwijderen en restaureren van de incisale hoek niet
noodzakelijk is
- Klasse IV: caviteiten die in de approximale vlakken van de snijtanden beginnen en
waarbij het verwijderen en restaureren van de incisale hoek noodzakelijk is.
, - Klasse V: caviteiten die in het gingivale derde deel van de vestibulaire of linguale
vlakken beginnen (voor zover het geen caviteiten in putjes of fissuren zijn)
Plaatjes in boek
1.2 Klinische verschijningsvormen van cariës klinische foto’s bekijken
1.3 Etiologie (oorzaken)
Demineralisatie gebeurt onder invloed van zuren, die worden geproduceerd door micro-
organismen bij het vergisten van suikers. Zuurvorming speelt zich af in een laagje van
organische substantie, tandplaque. Deze plaque bestaat uit:
o Bacteriën (70%)
o Bacteriële producten
o Speekseleiwitten
o Uit de voeding opgeloste stoffen
o Plaquevloeistof waarin opgelost mineralen zoals calcium en fosfaat
Keyes en Jordan (jaren 60)
- Tand, plaque en het dieet
- Aangevuld met tijd, fluoride, speeksel
en sociale en demografische factoren
De cirkels bieden een eenvoudig model voor de
verklaring van het cariësrisico, dat
vertegenwoordigd wordt door de overlapping
van de drie binnenste cirkels. Wanneer een van
de risicofactoren toeneemt, wordt de
desbetreffende cirkel groter en daarmee ook
de overlapping tussen de cirkels, wat wijst op
een toegenomen cariësrisico.
- Voorbeeld hyposalicatie (=te weinig
speeksel) zal de speekselcirkel, de drie
binnenste cirkels samenknijpen,
waardoor de overlapping groter wordt,
wat dan weer op een groter risico wijst.
Het model verklaart ook waarom bij afname
van een van de risico- of modificerende
factoren het cariësrisico vermindert.
Tandplaque
Moderne DNA-technieken hebben duidelijk gemaakt dat het aantal micro-organsimen in de
mond in werkelijkheid veel groter is. Door deze technieken is ook het
onderscheidingsvermogen toegenomen. Momenteel denkt men dat het aantal groter dan
zesduizend kan zijn.
De exacte samenstelling van tandplaque hangt af van de locatie in de mond en ook van het
voedings- en mondhygiëne gedrag van het individu. Cariogene tandplaque wordt getypeerd
doordat er daarbij relatief veel zuur wordt gevormd (=acidogeen), bacteriën goed tegen zuur
, bestand zijn (=aciduur), een overmaat aan suiker kan worden opgeslagen als reservevoedsel
(=IPS) en er veel plaquevolume wordt opgebouwd (=EPS).
Bacteriën die aan deze processen kunnen bijdragen, zijn in cariogene plaque in aantal
toegenomen.
- Mutans-streptokokken: zijn vanaf het begin betrokken bij de ontwikkeling van cariës,
- Lactobacillen: zijn micro-organismen die ontwikkelen in een carieuze omgeving
Tandplaque kan op de ene plaats meer cariogeen zijn dan op de andere door hogere
concentraties mutans-streptokokken en lactobacillen. Er kan een monster van de plaque
worden genomen voor het tellen van de mutans en lacto, maar deze procedure is tamelijk
gecompliceerd en vereist ondersteuning van microbiologisch laboratorium. Het is
gemakkelijker om mutans-streptokokken en lactobacillen in het speeksel te tellen. Hierbij
kan je kweeksets gebruiken. De telling geeft geen specifieke informatie over een specifieke
locatie en het zijn slechts voorspellers van cariës activiteit. Lage uitkomst of afwezigheid
wijzen op een lage cariës activiteit. Grote aantallen mutans-streptokokken en lactobacillen
zijn waarschijnlijk het gevolg van frequente suikerinname en daaruit voortvloeiende
perioden met lage pH-waarden in de tandplaque. Drastische afname inname suiker geeft
dan ook een afname lactobacillen en mutans-streptokokken.
In theorie zou plaqueverwijdering op elke twee dagen voldoende zijn. Als de dentitie
professioneel wordt gereinigd, voorkomt zelfs een nog lagere reinigingsfrequentie het
optreden van cariës. Weinig mensen zijn in staat hun tanden te reinigen tot het niveau dat
nodig is om cariës te voorkomen. Tandplaque heeft een ingewikkelde structuur doordat er
zo veel verschillende bacteriën samenleven en gecompliceerde interacties tussen de
verschillende bacteriën. De ingewikkelde structuur van de multibacteriële samenleving biedt
bescherming tegen invloeden van buitenaf. Bijvoorbeeld antimicrobiële middelen hebben
hierop duidelijk minder effect dan wanneer zij wordt toegepast op een vloeibare reincultuur
van bacteriën. Ook op andere oppervlakken van het lichaam hechten zich dergelijke
samenlevingen, die dan biofilm worden genoemd. Tandplaque = biofilm
Tanden
Tanden bestaan uit hydroxylapatiet, een calciumfosfaatmineraal dat demineraliseert
wanneer de omgevings-pH lager wordt dan circa 5.5 (geen fluoride) of 5.0 (dagelijks
fluoride). Bij herstel van de omgevings-pH kunnen opgelost calcium en fosfaat weer
neerslaan op overgebleven minerale kristallen (=remineralisatie, langzamer proces dan
demineralisatie). Bij genoeg tijd kan de opgelopen demineralisatie schade worden
opgeheven door remineralisatie.
Onvoldoende tijd cariësproces voortschrijden ontwikkeling laesie
Dentine is kwetsbaarder dan glazuur door de structurele verschillen (poreuzer van structuur
en groter kristaloppervlak) en door verontreiniging in het kristalrooster.
Dieet
1. Frequentie is belangrijker dan hoeveelheid
2. De verlaging van pH (zuuruitstoot) duurt ongeveer 30 min (langer bij minder
speekselsecretie)
3. De plakkerigheid is een belangrijke factor voor de cariogeniteit van voedsel.
Bij dagelijks gebruik van fluoride is geen duidelijk verband meer tussen het suikergebruik en
voorkomen van cariës.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mondzorg777. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.