OPEN VRAGEN
Huidcellen worden dagelijks afsterven/vernieuwd, leg dit proces uit
● = oude huidcellen afgestoten en vervangen dr nieuwe cellen.
● dagelijks plaats in opperhuid, buitenste laag vn huid.
● # fasen:
● 1. Celvernieuwing:
○ stamcellen
■ in onderste laag vn opperhuid
■ delen zich voortdurend en vormen nieuwe cellen die geleidelijk nr
boven toe migreren.
● 2. Keratinisatie:
○ Celdifferentiatie: nrmate nieuwe cellen nr boven bewegen verliezen ze hun
kern en organellen en gevuld met vezelachtig eiwit genaamd keratine.
■ Keratine maakt cellen stevig en beschermt huid tgn beschadiging.
● 3. Verhoorning:
○ Na volledige keratinisatie worden cellen corneocyten genoemd.
■ buitenste laag vn opperhuid, hoornlaag
○ Hier blijven ze enige tijd
● 4. Afschilfering:
○ Verliezen samenhang en worden afgestoten.
● Tijdsbestek ong 28 dagen
○ beïnvloed dr #factoren, zoals leeftijd, hormonale veranderingen, voeding,
blootstelling aan zon en huidaandoeningen.
Leg uit: hyaluronzuur
● in menselijk lichaam: in huid, gewrichten en ogen.
● = type glycosaminoglycaan, polymeer uit vn glucuronzuur+N-
acetylglucosamine
● 1. Hydratatie:
○ Behouden vn vocht in huid
○ Hoog waterbindend vermogen=> vasthouden
● 2. Lubricatie:
○ In gewrichten: als smeermiddel en schokdemper
○ In synoviale vloeistof
○ Bescherming tgn wrijving en schokken
● 3. Weefselregeneratie:
○ Rol bij wondgenezing en weefselregeneratie.
○ Stimuleert groei vn nieuwe en herstel vn beschadigde weefsels
○ Kn ook ontstekingen verminderen en genezingstijd verkorten.
● 4. Huidelasticiteit:
○ Rol bij behoud vn structuur en elasticiteit vn huid.
○ Helpt productie vn collageen en elastine, 2 eiwitten verantwoordelijk vr
stevigheid en veerkracht vn huid.
○ Hoe ouder, hoe minder natuurlijke productie ( ⇒ verschijnen vn fijne lijntjes,
rimpels en verminderde huidelasticiteit)
,bespreek celstructureel en biochemisch autofagosoom (functie, samenstelling, vorming)
● = spec celstructuur die ontstaat tijdens proces vn autofagie, intracell
degradatieproces dat cellen in staat stelt om beschadigde organellen, eiwitten en
andere celcomponenten te recycleren en af te breken.
○ cruciale rol bij handhaven vn celhomeostase en verwijderen vn beschadigde
of niet-functionele celonderdelen.
● Biochemisch:
gereguleerd dr reeks eiwitten die samenwerken om ze te vormen en af te breken.
○ 1. ATG (Autophagy-related) eiwitten:
■ Rol bij regulatie en vorming vn autofagosomen.
● Isolatie vn te degraderen materiaal, transport ervn nr
autofagosoom
● Fusie vn autofagosomen met lysosomen vr afbraak
○ 2. mTOR (mechanistic Target of Rapamycin):
■ Rol bij regulatie vn autofagie
● Bij voedingsstoffen en energie in overvloed:
○ geactiveerd ⇒ onderdrukt het de autofagie.
● Bij hongersituaties of andere stressomstandigheden:
○ geremd ⇒ activering vn autofagie om energie te
besparen en cel te beschermen.
● Celstructureel:
● Functie van het autofagosoom:
○ als dubbelmembraanstructuur waarin het te degraderen materiaal veilig kn
worden opgesloten en afgebroken.
○ vangt celonderdelen en macromoleculen, zoals beschadigde organellen en
eiwitten, op en scheidt ze vn resterende cytoplasma.
○ transporteert zijn inhoud nr lysosomen, waar enzymen inhoud afbreken tot
kleinere bouwstenen, zoals aminozuren, nucleotiden en vetzuren, die knn
worden hergebruikt dr cel.
● Samenstelling vn autofagosoom:
○ dubbelmembraanstructuur
■ = omgeven dr 2 membraanlagen
■ buitenste membraan is afk vn ER of andere membranen in cel
■ binnenste membraan gevormd tijdens vroege stadia vn autofagie.
○ precieze samenstelling vn autofagosoommembraan omvat:
■ lipiden, eiwitten en #lipide-conjugaat-eiwitten,
zoals ATG8 (Autophagy-related 8) -familie-eiwitten
(essentieel vr vorming en voltooiing vn autofagosoom)
, ● Vorming vn autofagosoom: autofagieproces
○ 1. Initiatie:
■ blootgesteld aan stress, zoals voedseltekort
⇒ activering autofagie-initiatoreiwitten, waaronder ULK1 complex
⇒ vorming vn autofagosoomprecursor, pre-autofagosoom, initieert
○ 2. Uitrekking vn membraan:
■ rekruteert en fuseert met membranen uit #bronnen,
zoals ER of andere membranen in cel
⇒vorming vn autofagosoom met dubbelmembraanstructuur.
○ 3. Omhulling vn inhoud:
■ uitgerekt en sluit zich rond het te degraderen materiaal,
zoals beschadigde organellen of eiwitten
⇒ omsluitte materiaal volledig gescheiden vn resterende cytoplasma.
○ 4. Transport nr lysosomen:
■ fuseert met lysosomen
⇒ afgebroken tot kleine moleculen dr enzymen vn lysosomen
○ 5. Recycling:
■ Na afbraak vn materiaal worden vrijgekomen bouwstenen, zoals
aminozuren en vetzuren, gerecycled en hergebruikt dr cel vr synthese
vn nieuwe eiwitten of energieproductie.
Leg uit: heparansulfaat
● = lineair polysaccharide dat behoort tot glycosaminoglycanen (GAG's).
○ = grote complexe suikermoleculen die belangrijke rol spelen in #biologische
processen, vooral in celinteracties, celadhesie, celmigratie en celsignalering.
● belangrijkste comp vn extracell matrix, netwerk vn eiwitten en suikermoleculen
buiten cellen in weefsels en organen.
● Structuur:
○ samengesteld uit afwisseling vn 2 soorten suikereenheden:
■ glucuronzuur (GlcA) en N-acetylglucosamine (GlcNAc),
dr spec bindingen aan elkaar gekoppeld.
■ bevat sulfaatgroepen, die tijdens biosynthese aan suikerketens
worden toegevoegd. Ze geven zijn negatieve lading en belangrijk vr
interactie met #eiwitten en groeifactoren.
● Functies:
○ 1. Celinteracties:
■ als bindende plaats vr talrijke celadhesiemoleculen en groeifactoren.
⇒ betrokken bij cel-cel-interacties en celmatrix-interacties,
essentieel vr #processen in ontwikkeling, weefselherstel en
immuunresponsen.
, ○ 2. Co-receptor vr groeifactoren:
■ als co-receptor vr #groeifactoren,
● zoals fibroblastgroeifactoren (FGF's),
vascular endothelial growth factor (VEGF), en heparine-
binding epidermale groeifactor (HB-EGF).
● dr te binden aan heparansulfaat
⇒ versterken hun signaleringsactiviteiten
(belangrijk vr celdeling, groei en differentiatie)
○ 3. Regulatie van bloedstolling:
■ rol in regulatie vn bloedstolling.
■ als cofactor vr antitrombine III
● remmer vn stollingsfactoren, vorming vn bloedstolsels
voorkomt.
○ 4. Ontstekingsreacties:
■ bplde ontstekingsbevorderende eiwitten en cellen bindt en
modificeert.
Vorming van T-cellen
● in thymus, orgaan in immuunsysteem
● = type WBC
● rol in cell immuunrespons = tgn geïnfecteerde cellen, kankercellen…
#fases:
● 1. Ontstaan vn T-cel voorlopers: thymocyten
○ geproduceerd in beenmerg
○ = zachte, sponsachtige weefsel binnenin botten
● 2. Migratie nr thymus:
○ verlaten beenmerg en migreren nr thymus, daar rijpingsproces
● 3. Positieve selectie:
○ getest op vermogen om te binden aan lichaamseigen MHC (Major
Histocompatibility Complex) moleculen (aanw op oppervl vn thymuscellen)
○ die die MHC -moleculen herkennen = positief + doorgaan nr volgende fase
● 4. Negatieve selectie:
○ getest op hun reactie op lichaamseigen antigenen
○ die die te sterk reageren = geëlimineerd of omgezet in regulerende T-cellen
■ auto-immuunreactie voorkomen,
waarbij immuunsysteem gezonde lichaamscellen aanvalt
● 5. Rijping en differentiatie:
○ in thymus
○ ontwikkelen spec T-celreceptoren (TCR) op hun oppvl
⇒ knn reageren op spec antigenen
● 6. Emigratie nr periferie:
○ nr perifere lymfoïde organen, zoals de milt en lymfeklieren.
○ contact met antigenen en hun immuunfunctie uitvoeren wanneer ze worden
geactiveerd dr lichaamsvreemde stoffen.