Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
Inleiding
Vroegmoderne geschiedenis van Europa
Wat is Europa?
Wat is Vroegmoderne Tijd?
1. Geografie Europa
Begrenzingen
=> noord: Scandinavisch Hoogland
=> zuid: Middellandse Zee
=> oost: Oeral
=> west: Atlantische Oceaan
Idee van ‘Europa’ als apart werelddeel
Ontstaan in Oudheid: Grieken onderscheiden zich van volkeren die leefden in Afrika en
Klein-Azië (Barbaroi = Arabische wereld/vreemde taal)
Sinds 1453: Constantinopel valt => Europa w gemeenschappelijke noemer van Chr.
landen die zich bedreigd voelen door oprukkende Ottomanen
Gr. – Rom. Erfenis en Christendom = in grote mate basis v. Europese identiteit en cohesie
Europese geogr. ruimte viel niet samen met pol/cult ruimte
Te veel: grote delen van Zuidoost-Europa waren in 15e/16e eeuw onder Ottomaans
bestuur (Balkan was lange tijd afzijdig op pol/cult vlak)
Te weinig: overzeese expedities + kolonisatie v. West-Afrika, Amerika en Azië
(bv. Columbus)
Accent van dit HB ligt op Lage Landen (hun betekenis op Europees en mondiaal vlak is groot)
2. Chronologie
ME – VMT – MHT
Onderverdeling v Westerse geschiedenis in tijdvakken = didactische ordening
= ook overtuiging dat na de duistere
medium tempus (= ME) een nieuw tijdperk aangebroken is -> taal en cult v KO beleven
wedergeboorte
Cellarius: Historia Universalis (einde 17e eeuw)
Historia Antiqua
Historia Medii Aevi
Historia Nova (° 1517 = humanisten; start reformatie)
Deze driedeling vormt grondslag voor latere vier –en vijfdeling
3. Overgang ME naar VMT
A. Als gevolg van langlopende processen (sinds ca. 1000)
Geleidelijke toename landbouwproductie (9e-10e E)
Voedseloverschotten
Bevolkingsaanwas
°handel + groei steden
(niet iedereen is nu verplicht aan landbouw te doen -> tijd over -> leven in steden ->
handel)
°staten geleid door vorsten + uitbouw v bestuurlijke structuren
1
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
B. Als gevolg van versnellende ontwikkelingen (vanaf ca. 15e eeuw)
Overzeese expansie
Portugezen zochten via Afr. Kusten een zeeweg naar Indië
- Vasco da Gama bereikte Calicut (Indië) in 1498
- Columbus bereikte de Caraïben in 1492
Overzeese expedities + kolonies
- °Europese dominantie
- Doorbraak handelskapitalisme
Portugal w groter
- 1488: vertrek naar Afrika
- Het duurde 40j om Kaap de Goede Hoop te bereiken (Hoop dat het vanaf dan snel
zou gaan)
Wereld w groter
- Planten, dieren indianen
Staatkundige ontwikkelingen: ND, Fr, Eng, HRR, Ib. Schiereiland
Vorsten kwamen meer op de voorgrond door
- Technische en financiële evoluties in oorlogsvoering
- Belangstelling Rom recht
- Scholing van medewerkers
- Nieuwe administratieve en bestuurlijke technieken
Eng
- Tudors (1485: na Rozenoorlogen)
Fr
- Lodewijk XI (1453: na 100- jarige oorlog)
- Krachtdadig binnen-en buitenlands beleid
ND
- Filips de Goede
- Bracht verschillende vorstendommen samen in 1 staatsverband
HRR
- Huis van Habsburg
- Monopoliseert keizerskroon
- 1477: Maximiliaan v Oostenrijk Maria v Bourgondië => °brede anti-Franse coalitie
waar later Castilië- Aragon vde Katholieke Koningen bij aansluit => coalitie w
politieke unie => °groot Habsburgs blok
Oost-Europa
- Moskovië = regionale grootmacht
2
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
- Na val van Byzantium (1453) roept grootvorst Ivan III zich uit als tsaar/erfgenaam van
Byz keizerrijk
Polen en Litouwen
- Jagiellonendynastie (moest vanaf midden 16e E steeds meer terrein afgeven aan
adel)
- 1386: personele unie
- 1569: Pools-Litouwse Gemenebest wordt electieve monarchie geregeerd door
machteloze kieskoningen
Culturele, intellectuele, religieuze ontwikkelingen
Renaissance en Humanisme
- Andere manier van denken en voorstellen dan in de eeuwen voordien
- ° in Italië (14e E) -> elders in Europa (15e E)
Drukkunst (1450)
- Verspreiding ideeën + methode v humanisten
- Discussies en meningsverschillen kregen plots bredere weerklank
Reformatie (1517)
- °Luthers Thesenanschlag
- Begin vd meervoudige Latijnse christenheid -> christendom valt uit elkaar =>
subreligies
Technische innovaties
Vb. ‘Militaire Revolutie’: kost veel geld
- Buskruit (15e eeuw in Europa)
- Fortificatietechnieken
Vb. drukkunst
- Communicatie via drukkunst -> info blijft niet geheim
INTERDEPENDENTIE VAN AL DEZE FACTOREN: ‘NIEUWE TIJD’
4. Overgang VMT naar MHT
Versnellingsmomenten vanaf einde 18e E: intenser en korter
Nieuwe staatsopvatting waarin volkssoevereiniteit centraal stond (Locke, Montesquieu)
Sociaal-eco ontwikkelingen
Vorsten en geprivilegieerde standen (adel, clerus) verloren grip op sv en moesten plaats
ruimen voor burgerij (= brede middenklasse in Europa)
Politieke revoluties (1776: Engelse kolonies in Amerika onafhankelijkheid van Engelse kroon;
1789: Einde AR in Fr)
Industriële revolutie
Technische innovaties, nieuwe energiebronnen, nieuwe arbeidsorganisatie,
mechanisering (stoommachine) -> overgang van agrarische nr indrustriële sv -> einde
VMT
5. Uitdrukking ‘Vroegmoderne Geschiedenis’
Nog maar kort ingeburgerd
Voordien: ‘Moderne Geschiedenis’/ ‘Histoire moderne’
‘moderne’: wat nieuw is, wat van onze tijd is => leidt tot misvattingen!
Later: ‘Nieuwe geschiedenis’
‘nieuw’: leidt tot misvattingen!
‘Vroegmoderne Geschiedenis’ = Frühe Neuzeit = Early Modern History => wat men nu
gebruikt!
3
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
Deel I: Staten en hun evoluties
Hoofdstuk 1 Staatsvormingsprocessen
1.1 Gedaantes van de staat
Europa telt ca. 500 onafhankelijke staatkundige eenheden in 1500; telt er 25 in 1900
Staat?
organisatorische eenheid
basis: grondgebied waarop mensen leven
mensen ondergeschikt aan centraal gezag
centraal gezag bestuurt territorium + w gelegitimeerd door rechtstelsel
rechtstelsel regelt interne politieke verhoudingen
drie staatsmonopolies (met betrekking tot eigen grondgebied)
- regels uitvaardigen (+ toezien op naleving ervan)
- belastingen heffen
- rechtmatig gebruikmaken van geweld
- (controle door rechtspraak)
soeverein (bestaan, grondgebied en monopolies = volkenrechtelijk erkend = geen
inmenging van buitenaf tenzij door agressie)
(volk mag enkel door eigen staat bestuurd worden)
Verschijningsvormen?
Stadstaten
- Stad + omliggende uitgestrekte regio + groep gekozen regeerders (bestuur) + klein
(bv. Hamburg)
Monarchieën of vorstendommen
- Geestelijke of wereldlijke vorst (graaf, hertog, koning, prins-bisschop)
- Dynastiek: erfopvolging (bv. Portugal, Frankrijk)
- Electief: verkiezing via kiescollege (bv. Polen)
- Geestelijk: beleid door geestelijke; kerkelijke gebiedsomschrijvingen die tegelijk een
soevereine staat vormden (bv. prinsbisdom Luik)
Republieken
- Verkozen persoon of instelling voert beslissingen uit v parlement, groter dan
stadstaat, vaak gegroeid uit 1 stad (bv. Verenigde Provinciën)
Federaties van soevereine staten
- Soms taatshoofd met weinig reële macht (bv. HRR) of soms helemaal zonder
overkoepelend gezag (bv. Zwitserse Kantons)
- Voelden zich thuis in groter verband
Samengestelde staten
- Afzonderlijke vorstendommen die personele unie vormen en 1 monarch hebben dmv
huwelijk en erfopvolging
- In theorie los van elkaar met eigen wetten en bestuurlijke tradities
- Pogingen tot assimilatie wisselend succes: evolutie naar geünificeerde en centraal
geleide staten (bv. imperium Karel V) of evolutie naar los verband
4
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
Evolutie?
Afname vh aantal autonome staten
- Door vorsten die hun patrimonium uitbreidden of door dynastiek toeval nieuwe
territoria kregen
- Bv. Lage Landen door de hertogen van Bourgondië; afgerond door Karel V (1543)
- Bv. Iberisch schiereiland door huwelijk v Isabella van Castilië en Ferdinand van
Aragon werden de vorstendommen samengebracht (1469)
Verklaring?
- Afschaffen AR/oude regime (FR)
Vandaag?
- Meer identiteiten
1.2 De Militaire Revolutie en de staat (1450 – 1650)
Militaire Revolutie
geïntroduceerd door Roberts (begin 20e E)
technologische vooruitgang
- introductie buskruit in Europa
- ontwikkeling artillerie (geschut) -> val v Constantinopel (1453)
- introductie ‘le tracé italien’
want traditionele versterkingen waren niet sterk genoeg tegen
vuurwapens)
= een fortificatietechniek door Italiaanse militaire ingenieurs = heel brede
wallen met bastions (veelhoekige uitsprongen) zodat de belegeraars
vanuit alle hoeken konden worden beschoten
Gevolgen vd technologische vernieuwingen op militair en technisch vlak
verandering aard van oorlogsvoering (POLITIEK)
- Ruiterij (dus ook feodale adel) verkleinde ten voordele v infanterie (te voet)
Duurdere oorlogen (ECONOMISCH)
Door vestingwerken; uitbreiding leger: meer voedsel en materieel
Financiële nood + militaire schaalvergroting => °staatbureaucratie
Doorbraak musket (1600) (STAATKUNDIG en FISCAAL)
- Soldaten beter opgeleid, veralgemening v training, uniformen, permanente
staande legers -> zwaardere last op burgers + fiscale druk
5
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
1.3 Geld, geld en nog meer geld
Absolutisme? NEEN
Technologische en financiële evolutie versterkte positie vd vorst + zijn
staatsapparaat
MAAR door te kleine inkomsten om de binnen- en buitenlandse ambities te
bekostigen, bleven vorsten financieel afhankelijk v hun onderdanen
MAAR politieke en economische elites beperkten zijn macht
Inkomsten (scheiding bezit staat, bezit vorst bestond nog niet)
domein
- landbouwbedrijven, bossen, molens
regalia (= rechten verbonden aan zijn functie) en gerechtelijke macht
- muntslag (= zelf munten slaan), tollen op wegen en rivieren, douanerechten
en boetes, inbeslagnames
kolonies
- vb. Quinto Real: een vijfde deel v alle opbrengsten uit edelmetaal die private
ondernemers voor de koning van Castilië incasseerden
leningen
belastingen
- vorst moest altijd onderhandelen over belastingen met de
vertegenwoordigers vd samenleving/Staten (ND)
- beperkt in tijd
- uitzondering Fr: permanente belastingen
taille: jaarlijkse heffing op inkomen en bezit = persoonsbelasting
gabelle: permanente taks op zout (nodig als bewaarmiddel voor
voeding)
1.4 Een standenmaatschappij
standen ontleenden hun plaats en rechten aan hun functie id mppij
drie standen: clerus (oratores), adel (bellatores) en "derde stand" (laboratores)
"Staten" (Nd), "Cortes" (Castilië en Aragon), "États" (Frankrijk), “Riksdag” (Zweden),
“Parliament” (Engeland), “Sejm” (Polen-Litouwen): samenstelling niet overal gelijk
Clerus
1e stand
Zij die bidden
Staan in voor zielenheil v alle leden vd sv + zijn schakel tss mensen en God
Adel
2e stand
Strijders, zorgen voor militaire bescherming vd gemeenschap
Door afstamming
Groot vermogen
Politieke en militaire topfuncties
Bovenlaag vd clerus = ook van adel
Wederzijdse ondersteuning met vorst = primus inter pares
6
,Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
- Gunsten, eervolle functies en land <-> gewapende bijstand
Veel privileges
- Recht om wapens te dragen, vrijstelling directe belastingen, privilegium fori (p
20)
MR wijzigde rol vd adel
- Vorsten waren niet meer militair afhankelijk vd adel
- Edelen bleken vaker hinderpalen te zijn voor centralisatie wegens eigen
machtsaanspraken
- Krachtmeting: vorst won -> adel krijgt ondergeschikte rol (uitz: Polen en
Castilië)
Derde stand
Werkers
Voorzien in voeding en materiële ondersteuning
Rijke derde stand vulde politieke gat die door terugdringen adel was ontstaan
Theorie: al degenen die leefden van hun arbeid (boeren, ambachtslieden,
handelaars)
Praktijk: plattelandsbewoners hadden weinig/geen recht; vertegenwoordiging
door stedelijke elites
In # W-Eur vorstendommen werd 3e stand financieel en politiek de partner vd
landsheer (bv. burgerij gaat zichzelf scholen de adel niet)
Steden werden door vorst als concurrerende machten uitgeschakeld (zie
opstand Gentenaars tegen Karel V (1537-1540)
- °nieuw evenwicht tss burgerij en vorst
Derde stand kreeg lucratieve ambten, econ. voordelen, opname in
adel, pol autonomie op lokaal niveau in ruil voor in te voegen in de
piramidaal georganiseerde staat
"noblesse d'épée" (= zwaardadel, traditioneel) vs. "noblesse de robe”
(= ambtsadel, afhankelijk v vorst) vermengden zich zo
nieuwe rol derde stand: administratieve, religieuze en econ. Elite
sociale mobiliteit -> driedeling vd mppij raakte opengebroken
1.5 De gecentraliseerde ambtenarenstaat
Gecentraliseerde ambtenarenstaat om de macht vd vorst te consolideren + te
vergroten
New Monarchy = staat die tijdens 16e E onder vorstelijke controle kwam
(bv. Fr onder Frans I, Engeland onder Hendrik VIII)
ontwikkeling instellingen + bestuursorganen
niet langer edelen maar juristen, geschoolde ambtenaren
professionalisering (ambtenaren)
specialisering
elke vorstelijke instelling had haar specifieke bevoegdheden en taken
leidde tot °bureaucratie
bureaucratisering
verschriftelijking v bestuurlijke procedures en rechtspraak (ipv mondeling)
standaardisering v besluitvorming, registratie en archivering
7
, Deze samenvatting is gebaseerd op het handboek een Inleiding tot de geschiedenis van de
Vroegmoderne Tijd, lesnotities en de PPT’s van René Vermeir
instellingen + professionalisering v ambtenaren => vorst kon staat besturen volgens
eigen inzichten => °centralisering
vorstelijk centralisme en dominantie vs. bottom-up, maatschapp. noden
’t is onjuist de staatsvorming als uitsluitend van bovenaf opgelegd te zien
vb. handelaars (vorstelijke instellingen konden nl tegemoetkomen aan
complexe problemen)
vb. professionele rechtsbedeling (beroep doen op vorstelijke rechtbanken)
GEVOLG v centralisering, bureaucratisering, specialisering en professionalisering:
vorst heeft geld nodig
Fiscale druk steeg
Inning belastingen was mogelijk juist door die efficiënte administratie
WISSELWERKING
Hoofdstuk 2 De eeuw van Habsburg
2.1 Van Bourgondische ND tot Spaans-Habsburgs wereldrijk
Karel V
=> toonaangevende monarch v Europa tijdens 1e helft 16e E
=> imperium waar de zon nooit onderging
=> erfenis van Habsburg, Bourgondië, Castilië en Aragon
2.1.1 Habsburg
Geslacht Habsburg
=> oudste sporen tot 11e E
=> afkomstig uit huidige Zwitserland
=> gebieden verworven in zuidoosten van HRR (13e – 14e E)
=> Hausmacht: aartshertogdom Oostenrijk + vorstendommen Stiermarken, Karinthië,
Carniola en Tirol
=> dominante adellijke geslacht in HRR
=> huwelijk als politiek middel voor allianties + uitbreiden bezit: SUCCESVOL
- Keizer Frederik III zijn zoon Maximiliaan van Oostenrijk Maria van
Bourgondië (enig kind en dus erfgename v Bourgondische hertog Karel de
Stoute)
HRR
Van 1438-1806 (uitgez: 1740-1745) keizerskroon door een Habsburger
Rooms: voortzetting WRR
Heilig: christendom
Losse federatie v ongeveer 350 vorstendommen en Rijkssteden in Centraal-
en West-Europa
Keizer had geen reële macht, maar wel prestige/waardigheid
2.1.2 Bourgondië
Huis van Dampierre
Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen (1330-1384)
Margareta van Male Filips de Stoute (1369)
8