Hoofdstuk 2: Forensische Orthopedagogiek: een juridisch kader
Hoofdstuk 3: (Neuro)biologische factoren, antisociaal gedrag en
delinquentie
Hoofdstuk 4: LVB en delinquentie
Hoofdstuk 5: Sekse en delinquentie
Hoofdstuk 6: Opvoeding, gehechtheid en delinquentie
Hoofdstuk 7: Etiologie van kindermishandeling & verwaarlozing
Hoofdstuk 8: Morele ontwikkeling & delinquentie
Hoofdstuk 9: Cultuur & delinquentie
Hoofdstuk 10: Psychische stoornissen en delinquentie
Hoofdstuk 11: Gevolgen van vroegkinderlijk trauma
Hoofdstuk 12: Drugsgebruik & delinquentie
Hoofdstuk 13: Jongeren & Cybercrime
Hoofdstuk 15: Classificatie, screening en diagnostiek van een LVB
Hoofdstuk 17: Screening & risicotaxatie van kindermishandeling
Hoofdstuk 29: Geschiedenis van de residentiële jeugdhulp?
Hoofdstuk 31: Jeugdzorg Plus
Hoofdstuk 32: Meisjes in residentiële zorg
,H2 forensische orthopedagogiek; een juridisch kader
Uit onderzoek blijkt dat participatie van de jeugdigen in het jeugdhulptraject essentieel is. Dit heeft
positieve invloed op zelfvertrouwen en de ontwikkeling van kind.
Internationale visie op rechten van kinderen
INRK Internationaal verdrag van de rechten van een kind is belangrijkste orgaan voor de
bescherming van een kind. De vrijheid van kinderen mag alleen worden ontnomen wanneer een
plaatsing in instelling noodzakelijk.
Opnemen van kinderen in een jeugdige instelling moet gezien worden als ultimum remedium; het
ontnemen van de vrijheid van een kind kan slechts op zwaarwegende redenen en het dient ten
goede te komen aan hun ontwikkeling, het moet de laatste mogelijkheid zijn om te redden.
Beleid in Nederland stelt dat residentiële hulp (hulp binnen de muren (van een instelling bijv.)) pas
mag worden ingezet wanneer andere vormen van hulp niet meer werken; subsidiariteit.
Jeugdwet
Sinds 2015 instelling Jeugdwet. Jeugdbescherming etc. maken hier deel van uit. De gehele
verantwoordelijkheid betreft jeugdhulp ligt bij de gemeente. Gemeentes moeten zorgen voor een
toereikend aanbod jeugdhulp. Ze bepalen ook welke vorm van jeugdhulp wordt ingezet. Verder dient
de Raad voor de Kinderbescherming worden ingezet wanneer een kinderbeschermingsmaatregel
nodig is.
Jeugdrecht; civiel- en strafrecht
Minderjarige kan te maken krijgen met uithuisplaatsing (UHP) en ondertoezichtstelling (OTS); een
gecertificeerde instelling die toezicht mag houden op gezin. Na OTS en het kind in ontwikkeling wordt
belemmerd kan het kind uit huis geplaatst worden. Dit kan alleen met een machtiging van de rechter.
Kind kan dan ook geplaatst worden in een gesloten instelling voor jeugdhulp.
In jeugdinstelling is sprake van vrijheid beperkende maatregelen; dit wordt gedaan wanneer het
noodzakelijk is voor de veiligheid van de jeugdige.
Vanuit de gesloten inrichting wordt gewerkt aan terugplaatsing of meer open instelling.
Drang, ook wel preventieve jeugdbescherming, kent geen wettelijke basis. Preventieve
jeugdbescherming is vrijwillig. Dit betekent dat er geen maatregel is opgelegd door de kinderrechter.
Preventieve jeugdbescherming is tijdelijk, gericht op het herstel en versterking van de eigen kracht
van uw kind en uw gezin.
Minderjarige kunnen worden aangehouden op grond van verdenking. Kinderen onder de twaalf jaar
kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. Minderjarige heeft voorafgaand aan verhoor recht op
advocaat.
Wanneer onderzoek na 6 uur nog niet is afgerond kan de minderjarige voor een duur van drie dagen
worden vastgehouden. Als de officier van justitie wil dat verdachte langer blijft kan de minderjarige
14 dagen in bewaring worden gesteld. Verdachte wordt in dit geval over geplaatst van politiebureau
naar justitiële jeugdinrichting.
, Adolescenten strafrecht
Adolescenten strafrecht; flexibele toepassing van jeugd- en volwassenstrafrecht rond de 18 jaar.
Onder bepaalde condities kan rechter besluiten om 18-23 jarige volgens het jeugdstrafrecht te
bestraffen (door bepaalde factoren). De reden dat dit mogelijk is, is dat het voor sommige jeugdigen
beter is om via het jeugdrecht gestraft te worden aangezien zij te maken hebben met een nog
onvoltooide emotionele, sociale, morele en intellectuele ontwikkeling.
Het is overgelaten aan de praktijk wanneer iemand met jeugdrecht wordt bestraft. Het zijn met name
LVB’ers en jongvolwassenen waar sprake is van (achtergrond) problematiek.
Het vertrouwenswerk; het advies- en klachtenbureau jeugdzorg (AKJ) versus de Belgische
vertrouwenspersoon
De jeugdwet beschrijft de vertrouwenspersoon als de persoon die jeugdigen, ouders of pleegouders
op hun verzoek ondersteunt in aangelegenheden die samenhangen met de wettelijke taken en
verantwoordelijkheden van het college van burgemeester en wethouders, de jeugdhulpaanbieder,
de gecertificeerde instelling en Veilig Thuis.
In België is er sprake van een vertrouwenspersoon uit eigen omgeving die aangesteld mag worden
om te helpen met hun rechten en belangen te behartigen.
Anders dan in Nederland want hier wordt het door een onafhankelijk persoon aangesteld door de
AKJ gedaan.
H3- (neuro) biologische factoren, antisociaal gedrag en delinquentie
Menselijk (delinquent) gedrag wordt bepaald aan de hand van samenspel tussen biologische,
psychologische en sociale factoren.
19e eeuw; Lombrosso uiterlijke kenmerken liggen ten grondslag van crimineel gedrag. In de jaren
60; extra Y-chromosoom zorgt voor agressief gedrag.
Laatste jaren belangstelling voor de relatie tussen neurobiologische factoren en delinquentie.
interactie tussen nature en nurture verklaren (deviant) gedrag.
Neurobiologen; aandacht voor hersenen, neuropsychologie, neurotransmitters, psychfysiologie en
genetica.
Hersenen en antisociaal gedrag
Onderzoek 2009 blijkt relatie tussen anti sociaal gedrag en kleiner volume van bepaalde gebieden in
de voorkant van de hersenen. Deze kleinere gebieden laten verminderende activiteit zien bij mensen
met antisociaal gedrag.
Amygdala; kern bestaat uit verschillende sub kernen en verschillende functies; belangrijke structuur
voor de verwerking van emoties; reageert sterk op gevaar.
Wanneer er iets van gevaar wordt gedetecteerd dan reageert de amygdala. Het stuurt een reactie
naar de frontale gebieden maar ook naar de rest van het lichaam.
De amygdala reageert activeert gebieden in de prefrontale cortex (PFC) + projecteert naar
beneden om het zenuwstelsel te activeren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur STF. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.