Object van de orthopedagogiek samenvatting
Benaming van het vakgebied?
Waarop richt de orthopedagogiek zich?
Visies uit het verleden?
Hedendaagse visies?
1. Benaming van het vakgebied
De term orthopedagogiek is geen internationaal aanvaarde term. Er zijn verschillende namen in
omloop, waarvan meerdere benamingen nadelen hebben of op iets anders doelen.
- Heilpedagogiek
- Speciale pedagogiek
- Special education/remedial teaching
- Education spéciale
- Ortho-agogiek
- Orthopedagogiek
In Vlaanderen geldt de term orthopedagogiek.
1.1. Heilpedagogiek
De term heilpedagogiek komt uit Duitsland, waar de (ortho)pedagogiek zijn oorsprong
kent.
Geïntroduceerd door Georges & Deinhardt in 1861
De term verwijst naar genezen: beperkingen moeten worden genezen met
opvoedkundige maatregelen
In pastorale kringen verwees het naar de heilsboodschap voor de minstbedeelden.
Ook in Nederland werd heilpedagogiek gebruikt. Het was de pedagogiek voor
abnormale kinderen (genezing), daarnaast onderscheidde hij de therapeutische
pedagogie, die was een beredeneerde opvoedkunde voor misdadige kinderen
(behandeling) Gunning, 1909
In Engelstalige landen: remedial teaching, …
Deze termen zijn steeds verwant met genezen, herstellen. De oorsprong van deze
termen is zeker te zoeken in de rol die de medici hebben gespeeld in de opvoeding van
kinderen met een handicap
Kritiek
- Veel beperkingen zijn niet te genezen, ook niet et de beste opvoeding
- Opvoeden is niet gericht op het genezen van een individu, maar wel op het groeien en
ontwikkelen als mensen
- Orthopedagogiek is een opvoedkundige/pedagogische wetenschap, geen paramedische
wetenschap (wat afhankelijk is van de geneeskunde)
- Heilpedagogiek is dan een toegepaste wetenschap (gebaseerd op de psychopathologie) en
geen autonome wetenschap
Ondanks de kritiek is de term toch in gebruik gebleven in Duitsland.
Bach introduceerde in 1969 deelgebieden in de heilpedagogiek:
- Heilerziehung
Voor de bijzondere opvoeding van kinderen met een te helen handicap (genezen). Bv:
gedragsmoeilijkheden
- Ondererziehung
, Voor de bijzondere opvoeding van kinderen met een blijvende handicap
- Fördererziehung
Voor een soort van bijgestuurde gewone opvoeding.
Bv: ondersteunend bij ontwikkelingscrisissen, aanpassingsproblemen, aanvullend bij
leemten, …
In Duitsland worden naast ‘Heilpädagogik’ ook de termen ‘Sonderpädagogik’, ‘Sonderschule’,
‘Sondererziehung’ vaak gebruikt. Zij duiden aan dat het om een pedagogiek gaat voor
kinderen die zich in bijzondere situaties bevinden en bijgevolg een bijzondere, daaraan
aangepaste opvoeding nodig hebben.
In Nederland werd naast de term ‘heilpedagogiek’ ook gebruik gemaakt van de termen:
- Orthopedagogiek (1949)
- Speciale pedagogiek (Waterink, 1955)
1.2. Speciale pedagogiek
Term werd geïntroduceerd door Waterink. Het is een pedagogiek voor kinderen die
anders zijn, opvallende kinderen
Voordeel: het verwijst niet naar genezen, maar helpt de bedoelde kinderen om een zo
menswaardig mogelijk leven in onze maatschappij te kunnen leiden
Momenteel gaan we ervan uit dat die kinderen niet anders zijn dan anderen, kinderen met
een handicap zijn niet meer het object van de orthopedagogiek.
Kritiek
- Zijn kinderen met een beperking anders? Bv: kdn met een leerstoornis
- Zijn kinderen met een beperking het object van de orthopedagogiek?
Enkele vragen om over na te denken
- Er wordt te veel de nadruk gelegd op het speciale ervan en niet op de overeenkomst met de
gewone opvoeding (de opvoeding van kdn met een beperking is misschien helemaal niet zo
anders)
- Andere kinderen, zonder beperking, behoeven misschien ook een speciale opvoeding
Bv: woonwagenkinderen, depressieve kinderen, kinderen van immigranten, …
De Engelse term ‘special education’ verwijst naar school en onderwijs en niet naar opvoeding.
Recentelijk wordt voor opvoeding in het gezin de term ‘parenting’ gehanteerd
,1.3. Orthopedagogiek
Ortho:
- Verwijst niet naar het rechtzetten van wat krom is, zoals in de geneeskunde meestal
het geval is, want dat kan niet. Het oogt dan weer te veel op herstellen/genezen
(heilpedagogiek).
- Verwijst wel naar ‘aangepast aan’. Een aangepaste vorm van opvoeden te vinden voor
een opvoeding die moeilijk verloopt.
In 1949 werd de term in alle talen gebruikt, maar het is geen internationaal aanvaarde
term
Wij gebruiken in Vlaanderen de term orthopedagogiek, maar deze is niet
internationaal aanvaard
1.4. Orthoagogiek
Agogiek = begeleiding/vorming van kdn en volwassenen
Het verschil met orthopedagogiek ligt hem dus vooral in de leeftijd
Maar begeleiding van kinderen is kwalitatief verschillend dan die van volwassenen:
Opvoeding is noodzakelijk voor kdn, maar ongewenst voor volwassenen.
(De relatie van de opvoeder tot het kind is minder vrijblijvend, er is sprake van
lotsverbondenheid, bij volwassenen gaat het om een meer evenwichtige relatie van
wederzijds respect onder volwassenen)
Andere disciplines maken ook een onderscheid (in de geneeskunde is de pediatrie of
kindergeneeskunde ook een afzonderlijke discipline)
Dus orthopedagogiek voor kdn en orthoagogiek voor volwassenen
In Nederland en KU Leuven wordt orthopedagogiek ook voor volwassenen gebruikt.
1.5. Speciale educatiewetenschappen
Broekaert schrijft dat we de orthopedagogiek speciale educatiewetenschappen zouden
moeten noemen en dat zo het onderscheid tussen de orthopedagogiek (kind) en
orthoagogiek (volwassene) vanzelf zou wegvallen. Educatie heeft immers zowel betrekking
op kinderen als op volwassenen.
1.6. Orthopedagogiek in andere landen
Nederland, Vlaanderen en Zuid-Afrika: orthopedagogiek
Engelstalige landen: special education (vooral gericht op onderwijs)
Duitstalige landen: heilpedagogiek (vooral gericht op genezen) en sonderpädagogik
(vooral gericht op een specifieke wijze van opvoeden)
Frankrijk en Spanje: éducation spéciale
Canada: orthopédagogie
, 2. De grondleggers van de orthopedagogiek
2.1. De wortels van de orthopedagogiek
Gedurende een lange periode van de geschiedenis is er van orthopedagogiek als één
vakgebied geen sprake. Van Gelder spreekt van een drievoudige oorsprong:
1. Het onderwijs aan kinderen met een handicap
Pedro Ponce de Leon gaf al in 1545 les aan dove kinderen uit adellijke families uit
sociale bewogenheid, niet op basis van pedagogische deskundigheid
Volgens de literatuur stichtte Cherles-Michel in 1770 de eerste inrichting in voor
doofstommen nochtans werd reeds in Meulebeke in het jaar 1962 de eerste
doofstommenschool opgericht.
Vanuit wetenschappelijke hoek gingen ook artsen zich interesseren voor het
onderwijs aan kinderen met beperkingen: Itard, Séguin, Montessori, …
• 16e E: boek over onderwijs aan kinderen met VB, geen school
• 1545: Pedro Ponce de Leon: les aan doven
• 1762: M.T. de Brabandère (Meulebeke): eerste inrichting voor doofstommen
• 1770: Charles Michel de l’Epée (Parijs): tweede inrichting voor doofstommen
• 1784: Valentin Haüy (Parijs): eerste onderwijsinternaat voor blinden
• 19e E: Itard (1774-1838): de wilde van Aveyron (wolfskind)
• 1837: Séguin (Parijs): eerste school verstandelijk beperkten
2. De residentiële zorg voor verwaarloosde kinderen en jeugdige delinquenten
(veroordeelden)
Ook in dit veld waren de pioniers sociaal bewogen mensen: De la Salle, …
Ook psychiaters interesseerden zich wetenschappelijk voor deze kinderen met
afwijkend gedrag en psychiatrische problemen
De oorzaak van het gedrag wordt vooral in het kind gesitueerd. Deze tekorten van
het kind beperkten zijn opvoedbaarheid. Men ging er nog vanuit dat een aangepaste
opvoeding deze tekorten zou kunnen wegwerken/genezen.
3. Hulpverlening aan ouders en kinderen om een uithuisplaatsing te voorkomen
Vooral psychiaters en kinderpsychologen werkzaam
Vond plaats in centra zoals de Child Guidance Clinics in de USA, MOB (medisch
opvoedkundige bureaus in Nederland) en de schoolpsychologische diensten.
Uit de eerste bron ontstond: Buitengewoon onderwijs
De tweede lig aan de basis van: de residentiële orthopedagogische hulpverlening
De derde vormde de grondslag voor: ambulante orthopedagogische hulpverlening
(Ambulant = waarbij de zorg niet in een instelling plaatsvindt. De verzorger verplaatst zich naar de patiënt)
Twee opvattingen:
1) De opvatting dat orthopedagogische zorg buiten het gewone milieu van het kind kan
worden versterkt (gescheiden van ouders, broers en zussen, vrienden)
2) Een tweede opvatting is dat orthopedagogische hulpverlening uitsluitend heeft te maken
met afwijkende, gehandicapte kinderen.