Alles samengevat wat je van argumenteren moet weten voor in je examen. Ik zelf doe havo en dit kwam bij mij zowel in havo 4 als nu in havo 5 voor. Ook moet je dit weten voor vwo 5 en 6. Samengevat uit het katern argumentatieve vaardigheden van Nieuw Nederlands. Aangezien ik nog niet veel heb verkoc...
Standpunten herken je aan signaalwoorden zoals ik vind, volgens mij, ik denk dat, mijn conclusie is dat, dus, daarom en
kortom. er zijn drie soorten standpunten:
een positief standpunt:
bijvoorbeeld, Ik vind dat we als voorbereiding op het examen meer oude examens moeten maken.
een negatief standpunt:
Bijvoorbeeld, Volgens mij moeten we als voorbereiding op het niet meer oude examens examen maken.
een standpunt in twijfel:
Bijvoorbeeld, Ik ben er nog niet uit of het goed is dat we als voorbereiding op het examen meer oude examens
moeten maken.
Argumenten, tegenargumenten en weerleggingen
Een argument staat meestal voor of achter een standpunt. Je kunt de argumenten herkenen aan signaalwoorden zoals want,
omdat, namelijk, aangezien en immers. Er zijn twee manieren om een standpunt te argumenteren:
feitelijke argumenten: als iemand zijn standpunt ondersteunt met feitelijke uitspraken.
bijvoorbeeld, Ik ga liever niet mee naar Parijs, want Parijs is een grote, dichtbevolkte stad.
waarderende argumenten: een standpunt ondersteunt met een uitspraak die aangeeft of iets goed of slecht, mooi of lelijk,
(on)wenselijk of (on)gepast is.
bijvoorbeeld, Ik ga graag mee naar Parijs, want Parijs heeft de mooiste musea van de hele wereld.
Met een tegenargument ontkracht je een standpunt.
bijvoorbeeld, De kans is groot dat ze je na je overlijden als orgaandonor zullen gebruiken, ze zitten immers te springen
om orgaandonoren. Slechts een op de duizend overlevenden wordt gebruikt als orgaandonor.
Met een weerleging ontkracht je een argument.
bijvoorbeeld, Ik wil niet meer naar Italië op vakantie, want je kan in restaurants nauwelijks vegetarische gerechten
krijgen. Wat een onzin: de Italiaanse keuken is juist beroemd om zijn groente en kaasschotels.
Argumentatieschema’s
Het geheel van argumenten en standpunt noemen we een argumentatie Het verband noemen we een argumentatieschema. De
argumentatie kan gebasseerd zijn op:
argumentatievaardigheden 1
, oorzaak en gevolg: een feit of gebeurtenis zou leiden op een ander feit of gebeurtenis.
Zijn vader is onlangs overleden. Daardoor is voor hem op dit moment zijn examen van minder belang.
kenmerk of eigenschap: als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk heeft, dan heeft een onderdeel van die
groep dat kenmerk ook.
Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want het liefst speelt hij nog met zijn piratenlego.
voor en nadelen: de voordelen worden vergeleken met de nadelen en de uitkomst daarvan wordt in een oordeel
uitgesproken. Ook kan er beargumenteerd worden met alleen maar voor of nadelen.
Als je havo 4 overdoet, dan krijg je wel een goede basis om in havo 5 met goede cijfers te slagen. Daar staat
tegenover dat je het welliswaar heel zwaar krijgt als je overgaat naar havo 5, maar dat je toch ook een kans hebt dat
je meteen slaagt. Als ik jou was zou ik het proberen in havo 5.
voorbeelden: een standpunt wordt dan beargumenteerd aan de hand van voorbeelden.
Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo kwam hij gisteren zonder af te bellen niet.
vergelijkingen: er wordt dan een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen en er wordt gekeken naar overeenkomsten.
De eerste kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de partij voor de dieren
over de vleestaks zal het dus ook niet halen.
autoriteit: een standpunt wordt ondersteunt door een deskundige of een uitspraak van een gezaghebbende bron.
Het ministerie van Buitenlandse zaken heeft een negatief reisadvies voor de krim gegeven. Ik zou als ik jou was
niet op vakantie gaan naar de Krim.
Argumentatieschemastructuren
Enkelvoudige argumentatie: Als er bij een standpunt
maar een argument wordt gegeven.
Onderschikkende argumentatie: Een argument wordt
door een ander argument ondersteund.
argumentatievaardigheden 2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lotvantveer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.