Samenvatting van lesnotities + boek ( deel 6). Geslaagd met deze samenvatting (samen met de andere delen van de samenvatting die je ziet op mijn account)
DEEL VI: ENKELE BASISPRINCIPES VAN
HET EU RECHT
HOOFDSTUK 1: ATTRIBUTIEBEGINSEL
= houdt in dat de EU niet op mag treden op een terrein waar het geen bevoegdheden heeft
Art. 4, 1e lid en art. 5, 1e en 2e lid VEU: “De Unie beschikt slechts over de bevoegdheden die
haar door de lidstaten op grond van de Verdragen zijn toebedeeld”
- De bevoegdheden die niet aan de Unie zijn toegedeeld, behoren aan de lidstaten
BEVOEGDHEIDSAFBAKENING
Bevoegdheden zijn opgesomd in art. 2 t.e.m. 6 VWEU
- Exclusieve bevoegdheden (art. 3 VWEU):
o Enkel de Unie kan wetgevend optreden, lidstaten kunnen enkel uitvoeringsmaatregelen
nemen
▪ expliciete exclusieve bevoegdheden = ze worden expliciet in de verdragen vermeld
(de bevoegdheden werden expliciet overgedragen)
▪ Impliciete externe bevoegdheden = zie art. 3, lid 2
• De zaak Commissie t. Rad (ERTA/AETR zaak) : Commissie en raad hadden
verschillende visies omtrent de bevoegdheid over een internationaal
akkoord (tussen EEG en derde landen) inzake internationaal wegvervoer
o Commissie : commissie moet het akkoord onderhandelen in naam
van EEG + er is al een interne wetgeving aangenomen -> er zijn al
interne gemeenschappelijke regels wat betekend dat de
commissie zo’n akkoord moet onderhandelen, want als ze dit
overlaten aan de lidstaten dan bestaat het risico dat de lidstaten
een akkoord zullen sluiten die de interne wetgeving zullen
aantasten) -> impliciete bevoegdheid door al interne wetgeving te
hebben
o Lidstaten binnen de raad : dit is geen bevoegdheid van de EEG,
maar van de lidstaten omdat het gaat over het domein van de
transport (dit is een gedeelde bevoegdheid, geen exclusieve
bevoegdheid)
• Wie is er bevoegd?
o Het hof : Teleologische interpretatie van de verdragen -> niet
beperken tot de expliciete bevoegdheid, maar ook kijken naar de
logica en het systeem van het verdrag
, o De bevoegdheid om op te treden kan ook voortvloeien uit het feit
dat er al interne wetgeving was aangenomen (feit dat er al
gemeenschappelijke regels werden ingevoerd
o De unie is dus bevoegd
- Gedeelde bevoegdheden (art. 4 VWEU)
o Zowel de Unie als de lidstaten kunnen wetgevende optreden, in principe kunnen de lidstaten
enkel optreden voor zover de Unie haar bevoegdheden nog niet heeft uitgeoefend (= ’pre-
emption – beginsel’)
o zolang er geen gemeenschappelijke standaarden zijn, kunnen lidstaten deze standaarden zelf
definiëren, vanaf dat het op gemeenschappelijk niveau wel komt, zijn de lidstaten hieraan
verbonden (indien er sprake is van minimumharmonisatie blijven LS bevoegd strengere
regels vast te stellen)
- Aanvullende bevoegdheden (art. 6 VWEU)
o De Unie is bevoegd om het optreden van de lidstaten te ondersteunen, te coördineren of
aan te vullen
o Geen geharmoniseerde standaarden zoals bij gedeelde bevoegdheden
- Sui generis bevoegdheden
o Coordinatie van sociaal-economisch beleid van de lidstaten (art. 5 VWEU)
▪ Gebeurt door de lidstaten zelf
▪ Maar in de eurozone heeft de unie wel de bevoegdheid om het beleid te
coördineren bv. in kader van het Europees semester
• TIP: nu nemen 19 landen van de 27 deel aan de laatste fase van de EMU →
de rest neemt ook deel aan de EMU want ze houden zich aan bepaalde
regels -> die landen behoren wel nog niet tot de eurozone (derde fase) –
degene die daar wel toebehoren hebben een gemeenschappelijke munt en
hebben hun monetaire bevoegdheden overgedragen aan de ESCB
(Europees Stelsel van Centrale Banken) → bestaat uit ECB en centrale
banken van de LS → wel onderscheid maken tussen Eurosysteem (ECB en
centrale banken van landen met Euro) en overige centrale banken
o GBVB (art. 2, 4e lid VWEU) → meer intergouvernementeel, bij consensus, Raad en EU raad
zijn belangrijk
- Flexbiliteitsclausule (art. 352, 1e lid VWEU)
o Ontsnappingsclausule die EU toelaat om toch nog wetgeving aan te nemen als deze nodig is
om doelstellingen te bereiken zonder dat er in verdragen specifieke bevoegdheid is voorzien.
▪ Bij unanimiteit in de Raad en goedkeuring door het Europees Parlement, op voorstel
van de commissie
▪ Kan niet worden gebruikt om doelstellingen van het GBVB te verwezenlijken of om
harmonisatiemaatregelen te nemen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amina05. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.