Het gaat hier om een samenvatting van hoofdstuk 1 (rechtssubjecten) van het vak basisbegrippen van het recht. In de samenvatting zit het boek alsook de lesnotities vervat! ik heb de les speciaal gekeken met lesopname zodat ik niets miste en al wat nodig was kon opschrijven dus niets mist! ik was da...
HOOFDSTUK 4 – AANSPRAKELIJKHEID
AFDELING 1: BEGRIP EN SITUERING
Historisch gezien is het uitgangspunt van privaatrecht wie schade lijdt moet deze zelf dragen. Juridische
manieren om te ontsnappen aan dat uitgangspunt: aansprakelijkheidsrecht (iemand anders wordt
aansprakelijk gesteld om schade te vergoeden) en de techniek van de verzekeringen
- maar in veel gevallen kan de schadelast van de schouders van het slachtoffer gelicht worden
o bijvoorbeeld wanneer de schade wordt veroorzaakt door een foutieve gedraging van een ander.
Ook wanneer de ander geen fout heeft begaan (wanneer hij een bepaalde band heeft met een
risicofactor bv. een dier) = objectieve of foutloze aansprakelijkheid
- In een aantal gevallen wordt er overgegaan tot een spreiding van de schadelast – waarom? Kan zijn dat
de aansprakelijke insolvabel is, dus om meer rechtsbescherming te bieden aan de schadelijder bestaan er
alternatieve schadevergoedingsmechanisme:
o techniek van de verzekering: laat toe dat de verzekerde vergoed wordt door de verzekeraar aan
wie de premie werd betaald waardoor de economische last van een schadegeval wordt gespreid
over de hele groep van de verzekerden
▪ biedt eigenlijk rechtsbescherming zowel voor de verzekerden (moet schadelast niet uit
eigen zak betalen) als voor de schadelijder (zijn meer zeker dat ze worden betaald)
▪ bv. WAM-wet – iedereen die in BE met een auto rijdt moet zich verzekeren voor het
risico dat hij een schadegeval veroorzaakt aan een ander – motorvoertuigen dienen
verzekert te zijn – als je als verzekerde tegen een auto rijdt dan zal de verzekeraar
verplicht zijn tussen te komen (spreiding van schadelast)
▪ bv. BA (burgerrechtelijke aansprakelijkheid) – verzekering
o schadefondsen
▪ bv. het Belgisch Gemeenschappelijk Waarborgfonds – kan zijn dat iemand niet
verzekert is en een ongeval veroorzaakt maar ook niet solvabel genoeg is om de schade
te vergoeden – daarom bestaan er schadefondsen, zo kunnen SO’s vergoed worden
Het aansprakelijkheidsrecht bevat dus een set van rechtsregels aan de hand waarvan kan worden bepaald
wanneer er verplichting tot herstel van schade ontstaat, wie tot herstel zal moeten overgaan en op welke
manier dat zal moeten gebeuren.
,AFDELING 2: SOORTEN AANSPRAKELIJKHEID
A. ONDERSCHEID STRAFRECHTELIJKE EN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID
- Strafrechtelijke aansprakelijkheid ontstaat wanneer iemand opzettelijk of onopzettelijk (naar gelang de
delictsomschrijving) een norm overtreedt die door de wetgever als zo essentieel voor het samenleven in
een gemeenschap wordt beschouwd dat op de overtreding ervan een strafsanctie is gesteld
o sanctie vindt toepassing bij overtreding van die norm ongeacht of er aan een ander schade werd
berokkend louter omdat de maatschappelijke orde door de overtreding werd verstoord
- Burgerlijke aansprakelijkheid verwijst naar de verplichting tot herstel van schade die aan een ander
werd berokkend
Beide vormen van aansprakelijkheid zullen samenlopen wanneer uit een door het strafrecht verboden
gedraging (waar dus een sanctie opstaat) ook schade ontstaat voor derden
B. ONDERSCHEID CONTRACTUELE EN BUITENCONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID
1. BEGRIP EN BELANG VAN HET ONDERSCHEID
Er zijn twee soorten burgerlijke aansprakelijkheid:
- contractuele aansprakelijkheid (art. 5. 224 BW) = wanneer dat een contractspartij nalaat om een bij de
overeenkomst aangegaan of uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenis correct uit te voeren
o contract moet naar behoren worden uitgevoerd – niet goed uitvoeren = contractuele
wanprestatie (= toerekenbare niet-nakoming) – kan verbintenis tot schadeherstel doen onstaan
- aansprakelijkheid buiten de CTT sfeer om => extracontractuele (of buitencontractuele) aansprakelijkheid
Belang van onderscheid: buitencontractueel vorderen is voordeliger voor de schadelijder dan contractueel
- Onderscheid is belangrijk om de omvang van de schadevergoeding te kunnen bepalen
o Bij extracontractuele aansprakelijkheid moet in principe alle schade vergoed worden
o De schadevergoeding bij contractbreuk is afhankelijk van de vraag of de schuldenaar te goeder
trouw was of niet => zowel gelede verlies als gederfde winsten
- Bepalen van toepasselijke verjaringstermijn => contractueel: 10j en buitenctt: 5j maar soms 20j (met
toepassing van art. 2262bis, §1 OBW)
- De werking van mogelijke exoneratiebedingen (= bevrijdingsbeding) = contractuele clausules die een
beroep op de regelen van contractuele aansprakelijkheid van medecontractant beperken of onmogelijk
maken => je kan extracontractuele aansprakelijkheid niet wegbedingen, contractuele aansprakelijkheid
kan je wel wegbedingen d.m.v. exoneratiebeding
- Toepassingsvoorwaarden verschillen: contractuele wanprestatie wordt bepaald door te gaan kijken naar
de omschrijving van de contractuele verbintenis >< voor de beoordeling van een onrechtmatige daad gaan
we kijken naar de zorgvuldigheidsnorm
, 2. DE PROBLEMATIEK VAN DE SAMENLOOP
In principe is het onmogelijk voor contractspartijen om beroep te doen op de buitencontractuele
aansprakelijkheid behalve indien fout en schade vreemd zijn aan de uitvoering van het contract OF de
contractuele fout tegelijk een strafrechtelijk misdrijf is. De samenloop van buitencontractuele en contractuele
aansprakelijkheid wordt in principe verboden door het HvC.
2.1. SAMENLOOPVERBOD OP BASIS VAN HET “STUWADOORSARREST”
In een aantal gevallen kan een foutieve gedraging tegelijk contractuele wanprestatie uitmaken EN tegelijk
een schending zijn van een gedragsnorm zoals de algemene zorgvuldigheidsnormen (en dus aanzet geven
tot een extracontractuele aansprakelijkheid) => samenloop van aansprakelijkheid
- Dit is zo indien de schade verwekkende gedraging niet alleen een tekortkoming inhoud aan een
contractuele verplichting maar ook een overtreding is van algemene zorgvuldigheidsnorm
We hebben te maken met een contractuele wanprestatie en een extracontractuele fout, gaan we die persoon
contractueel aansprakelijk stellen of kunnen we ook de mechanismen van het buitencontractueel
aansprakelijkheidsrecht op los laten en hem dagvaarden op grond van art. 1382 – 1386 oud BW. Kan je
buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht toepassen op contractspartijen? Tot enkele decennia was het zo
dat de schadelijder die geconfronteerd werd met een samenloop van aansprakelijkheid vrijuit kon kiezen
welke set van regels hij zou willen gebruiken (de contractuele of extra contractuele aansprakelijkheid)
- “Stuwadoorsarrest” van HvC (1973) bracht daar verandering in en vormt basis voor het samenloopverbod
(machine moest verscheept worden van Antwerpen naar Calcutta – overeenkomst opgemaakt tussen een
verzender van de machine en een reder = iemand die met zeeschepen vaart – die reder doet een beroep op
een onderaannemer nl. stuwadoorsarrest want er is iemand nodig om de machine op het schip te krijgen –
machine valt in water – er is schade – in het CTT (tussen verzender en reder) stond een exoneratieclausule
= bevrijdingsbeding waar instond dat de verzender de reder niet voor foutieve uitvoering van het CTT kon
aanspreken (een beding waardoor de reder niet zou kunnen aansprakelijk gesteld worden) – de reder kon
niet aangesproken worden dus de verzender past art. 1382 toe op de stuwadoor die de fout begaan is – nu
rijst de vraag kan tussen verzender en reder art. 1382 worden toegepast?)
o Extracontractuele vorderingen tussen contractspartijen zijn enkel mogelijk indien
▪ De fout de schending uitmaakt, niet v/d contractuele verbintenis, doch v/e aan iedereen
opgelegde verplichting
▪ De fout een andere dan een louter uit de gebrekkige uitvoering v/h contract ontstane
schade heeft veroorzaakt
• KERN: fout en schade vreemd zijn aan de uitvoering van het contract (als de
fout of de schade niet vreemd zijn aan CTT dan geen beroep op
buitencontractuele aansprakelijkheid mogelijk)
o In casu; fout en schade gebeurde binnen uitvoering van contract
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur amina05. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.