Modern families
Hoofdstuk 1 - Introductie
1.1 De opkomst van nieuwe familie vormen
Veranderingen in de gezinsstructuur vinden plaats vanaf de jaren 70. De toename in alleenstaande ouder-
families ging gelijk op met een afname in trouw cijfers en een toename in het aantal scheidingen in de USA en
Europa.
Er is een opvallende toename in het aantal stiefgezinnen in veel Westerse gezinnen. 40% van alle huwelijken in
de UK zijn mensen die hertrouwt zijn met een nieuwe partner. Ongeveer 10% van de kinderen in de USA leven
met een stiefouder.
Families onder leiding van een alleenstaande ouder, samenwonende ouders of stiefouders worden vaak
aangeduid met “niet-traditionele families”, en is een resultaat van ouders die uit elkaar gaan na een scheiding en
het daarna vormen van nieuwe relaties.
De term “nieuwe families” wordt gebruikt om familie vormen aan te duiden die nog niet bekend waren in de
samenleving tot aan het laatste deel van de twintigste eeuw. Je kunt bij deze families denken aan lesbische
gezinnen, homo-gezinnen, families met een bewust alleenstaande moeder en families die zwanger zijn geworden
door IVF.
Hoewel nieuwe families onderscheiden worden van niet-traditionele families, zijn ze onderling niet exclusief.
Het is niet ongebruikelijk voor nieuwe families om ook niet-traditioneel te zijn, bijvoorbeeld wanneer ouders
van kinderen die geboren zijn door middel van eicel- of spermadonatie scheiden, en opnieuw trouwen en
stieffamilies vormen.
Ondanks de stijging van nieuwe familie vormen, lijkt de traditionele familie nog steeds de beste omgeving te
zijn om kinderen in op te voeden. Het lijkt de gouden standaard te zijn. De vraag is of kinderen minder goed
gedijen in families met partners van hetzelfde geslacht, alleenstaande moeders of ouders die hun kinderen door
middel van bijvoorbeeld IVF hebben gekregen?
Familie invloeden op de ontwikkeling van kinderen worden vaak geconceptualiseerd in drie termen van drie
samenhangende componenten:
1. Het psychologische welzijn van de ouders
2. De kwaliteit van de ouder-kind relaties
3. De psychologische eigenschappen van het kind
Elk van deze moet in de context van de sociale omgeving worden geplaatst.
1.2 Traditionele families
Psychologisch welzijn van de ouders
Kwaliteit van het huwelijk
Wat zijn de consequenties van een ongelukkig huwelijk voor kinderen? Het blijkt uit onderzoek dat
ontevredenheid over het huwelijk een klein effect heeft op kinderen. Wat wel een verschil maakt is conflicten in
het huwelijk. Kinderen waarvan de ouders in conflict zijn blijken meer agressief, ongehoorzaam en moeilijk te
controleren te zijn. Ze vertonen sneller delinquent gedrag en presteren minder goed op school. Ze kunnen sneller
angstig en depressief worden, en vinden het lastig om met leeftijdsgenoten om te gaan. Dit alles in vergelijking
met kinderen waarvan de ouders gelukkig getrouwd zijn.
Wat belangrijk is voor kinderen is niet of hun ouders ruzie hebben, maar hoe ze dat doen. Aspecten die
schadelijk zijn voor kinderen, zijn:
● Ruzies die een aankondiging zijn voor een scheiding
● Verschillende soorten vijandigheid
● Het onderwerp zijn van de ruzie
● Wanneer de ouders hun ruzie niet goedmaken
Sommige onderzoekers geloven dat ruzies in het huwelijk slecht is voor kinderen, omdat het een indirect effect
heeft op het ouderschap. Ruzies in het huwelijk kunnen ook een tussenkomst zijn in de emotionele relties die
,ouders hebben met hun kinderen. Conflicten tussen ouders ondermijnen het gevoel van emotionele veiligheid
van kinderen, en brengen de veiligheid voor de hechting aan ouders in gevaar. Blootstelling aan ruzies van de
ouders heeft een direct effect op het psychologisch welzijn van kinderen, omdat alleen al het zien van ruzie
stress oplevert voor kinderen. Dit blijkt uit een aantal experimenten. Huwelijksconflicten hebben zowel indirect
en direct effect op het psychologisch welzijn van de kinderen. Een indirect effect van huwelijksconflicten op de
relatie tussen ouders en kind, omdat ouders die meer vijandig tegenover elkaar waren, ook meer vijandig waren
tegenover het kind.
Er is steeds meer bewijs dat de gunstige uitkomsten voor kinderen van ouders die gelukkig getrouwd zijn, niet
simpel het resultaat zijn van het gebrek aan serieuze conflicten, maar het wordt meer direct geassocieerd met
positieve aspecten van de relatie. Bijvoorbeeld in de manier waarop ouders communiceren met elkaar en elkaar
liefde tonen.
De psychische staat van ouders
Kinderen van depressieve ouders hebben vaker gedrags-, sociale en emotionele problemen. Ook hebben ze zelf
een grotere kans op depressief te worden.
Een depressie bij ouders wordt geassocieerd met psychologische problemen bij de kinderen. Een verklaring
daarvoor is dat door de depressie het effectief ouderschap afneemt. Onderzoeken hebben laten zien dat
depressieve ouders of heel mild zijn of heel autoritair, en vaak switchen tussen deze twee vormen van opvoeden.
Depressieve moeders zijn minder warm en minder responsief. Ook passen ze hun gedrag minder snel aan hun
kinderen aan.
Wanneer moeders depressief zijn, wordt hun on-stimulerende en on-responsieve gedrag gereflecteerd op hun
baby’s die ook depressief lijken. Deze baby’s zijn meer teruggetrokken, minder actief, meer geïrriteerd en
lachen minder dan andere baby’s. Wanneer moeders die niet depressief waren werd gevraagd of ze zich
depressief wilden gedragen tegenover hun kinderen, had dit effecten op kinderen hun emotionele staat. De
kinderen zijn minder blij en actief wanneer ze interactie hebben met andere volwassenen en zelfs niet-
depressieve ouders gedroegen zich op een minder enthousiaste manier naar deze kinderen. Vaak zijn deze
kinderen ook vaker onveilig gehecht.
Er zijn meer conflicten in gezinnen waarbij een van de partners depressief is, en dit is verantwoordelijk voor het
probleemgedrag en de emotionele problemen van de kinderen. Maar hoewel huwelijksproblemen gelinkt zijn
aan problemen als agressie en storend gedrag, kan het niet de hoge cijfers verklaren voor depressie bij kinderen.
HUwelijksproblemen bij families met een depressieve ouder vergroot het risico op gedragsproblemen bij
kinderen, en de depressie van de ouder ( en niet per se de huwelijksproblemen) vergroten het eigen risico van de
kinderen op depressie. Depressie en huwelijksproblemen kunnen beiden door externe factoren worden
veroorzaakt en deze kunnen betrokken zijn bij de ontwikkelings- en psychologische problemen van kinderen.
Kinderen van ouders die alcohol of drugsverslaagd zijn, hebben ook nadelen. Ze lijken meer gedragsproblemen
te hebben, zoals asociaal gedrag en delinquentie. Ouders die verslaagd zijn leven vaak in extreme armoede. Ook
leiden ze vaak aan een psychische stoornis, die weer wordt geassocieerd met de ontwikkeling van
psychologische problemen bij kinderen. Een hoge mate van verwaarlozing en mishandeling wordt gevonden
onder kinderen van verslaafde ouders. Ook hebben deze kinderen meer kans op zelf verslaafd worden.
Baby’s van alcoholverslaafde moeders hebben een vertraagde ontwikkeling door hun kindertijd en hun jaren als
adolescent. Kinderen van moeders die heroineverslaafd zijn, worden zelf als verslaafden geboren. Daarnaast
lijden ze vaak aan slechte fysieke coördinatie, slechte aandacht en hyperactiviteit wanneer ze opgroeien.
De kinderen van verslaafden zijn vaak moeilijk te handelen, wat weer resulteert in minder sensitief en responsief
ouderschap.
Kwaliteit van ouder-kind relaties
Gehechtheidstheorie
,Aninsworth en Bowbly benadrukten het belang van de veiligheid die kinderen voelen tegenover hun ouders.
Bowlby stelde dat de kwaliteit van de relaties van een kind met zijn of haar moeder in de eerste jaren, een
voorspeller is voor het welzijn van het kind op latere leeftijd. Maar er wordt tegenwoordig niet langer gedacht
dat alleen de moeder de voornaamste gehechtheidsfiguur hoeft te zijn. Dit zal de persoon worden die het meest
voor het kind zorgt. Kinderen kunnen ook gehecht raken aan meer dan een persoon. Meestal hebben ze een
duidelijke volgorde van voorkeur.
Mary Ainsworth was vooral geïnteresseerd in de manieren waarop veilig en onveilig gehechte kinderen
verschillen van elkaar. Hierna volgt een heel stuk over de Vreemde Situatie. Dit is volgens mij wel bekend en ga
ik niet helemaal samenvatten.
Ook was Ainsworth geïnteresseerd in de vraag waarom sommige kinderen veilig gehecht zijn en andere onveilig
gehecht. Ze vond een link tussen het gedrag van de moeder en het type gehechtheid. Haar observaties lieten zien
dat moeders van veilig gehechte kinderen meer responsief en sensitief waren tegenover het kind. Moeders van
onveilig gehechte kinderen waren meer onvoorspelbaar. Soms waren ze responsief tegenover hun kinderen,
maar soms waren ze niet bereikbaar of niet responsief of konden ze het gedrag van het kind niet goed inschatten.
Of de sensitiviteit van de moeders de sleutel is to veilige gehechtheid, en niet ander moederlijk gedrag, zijn
vragen die onderzoekers integreerden.
Sensitiviteit is een belangrijke factor in of een kind veilig gehecht wordt of niet. Kinderen waarvan de moeder
passend en prompt reageert op de signalen worden twee keer zo snel veilig gehecht. Dit betekent alleen niet dat
alle kinderen met een sensitieve moeder veilig gehecht worden of dat alle kinderen waarvan de moeder niet
sensitief reageert een onveilige gehechtheid ontwikkelen. Andere aspecten van ouderschap spelen ook een rol in
het vormen van gehechtheidsrelaties, zoals de moeders blijk van liefde en de hoeveelheid stimulatie die ze geeft
aan de baby.
Centraal in de theorie van Bowlby is het concept “interne werkmodellen” van gehechtheidsrelaties - door
vroegere ervaringen met hun moeders of andere gehechtheidsfiguren, bouwen kinderen representatief op van
deze relaties in hun hoofd. Dit beïnvloedt niet alleen verwachtingen van en gedrag tegenover hun
gehechtheidsfiguren, maar ook hoe ze zichzelf gaan zien.
Een centrale vraag voor mensen die gehechtheid onderzoeken, is in hoeverre het type gehechtheid stabiel blijft.
Veilig gehechte kinderen kunnen onzeker worden en onzekere kinderen kunnen zeker worden, afhankelijk van
veranderende omstandigheden in hun leven.
Hoewel gehechtheidsrelaties kunnen veranderen is het toch vaak zo dat de gehechtheid die de kinderen met hun
moeder hebben stabiel blijft door de voorschoolse jaren heen.
Er is een link gevonden tussen veiligheid in de kindertijd en verschillende aspecten van gedrag in de latere
kindertijd. Onveilig gehechte kinderen:
● Spelen minder enthousiast en coöperatief met kinderen
● Hebben minder zelfvertrouwen
● Zijn minder populair bij andere kinderen
● Laten minder onafhankelijkheid zien op school
● Laten minder competentie zien op probleemoplossende taken
Onveilige gehechtheidsrelaties in de kindertijd worden dus geassocieerd met minder positieve uitkomsten. Het
is onvermijdelijk dat kinderen die onveilige gehechtheidsrelaties hebben in het eerste jaar van hun leven, meer
psychologische moeilijkheden ervaren wanneer ze opgroeien, of dat alle veilig gehechte kinderen opgroeien als
goed aangepaste kinderen. Kinderen hun psychologische aanpassing wordt niet alleen beïnvloed door de
veiligheid van hun gehechtheidsrelaties, maar ook door de bredere sociale context waarin deze relaties worden
gevormd.
Een grote doorbraak in gehechtheidsonderzoek was de ontwikkeling van de Adult Attachment Interview door
Mary Main. Dit interview is ontworpen om de interne werkmodellen van volwassenen te beoordelen. Hiermee
, kan je niet alleen de gehechtheid in de volwassenheid beoordelen, maar ook de link onderzoeken tussen ouders
gehechtheidsrelaties en die naar hun kinderen toe.
Op basis van iemands reactie op het interview, hij of zij wordt geclassificeerd in een van de vier patronen van
gehechtheid:
1. Autonoom (autonomous secure) - kunnen makkelijk praten over de relatie met hun ouders. Ze praten
hier samenhangend en consistent over.
2. Vermijdend (dismissing-detached) - beschrijven hun ouders positief, maar kunnen hier weinig bewijs
voor geven. Ze beschrijven gebeurtenissen die hun beweringen over een gelukkig gezinsleven
tegenspreken.
3. Gepreoccupeerd (preoccupied-entangled) - onopgeloste strijd met hun ouders en proberen deze te
pleasen.
4. Onsamenhangend (unresolved - disorganized) - hebben een trauma door het verliezen van een
gehechtheidsfiguur. Ze zijn nog steeds gefocust op onopgeloste zaken van het verleden.
De kwaliteit van de gehechtheidsrelatie van een vrouw met haar moeder, is gerelateerd aan de kwaliteit van de
relatie met haar eigen kind.
Dit bovenstaande suggereert dat patronen van gehechtheid overgedragen worden van de ene generatie naar de
andere. Dit heeft geleid tot speculaties over de manieren waarop dit gebeurt. Een idee is dat de interne
werkmodellen van ouders invloed hebben op hun gedrag naar hun kinderen toe.
De gehechtheid status van de moeder heeft geen één-op-één relatie met haar responsiviteit naar haar baby en
moederlijke responsiviteit verklaart niet volledig het type gehechtheid die de baby naar haar heeft.
Ouderschapsstijlen
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen ouderschapsstijlen, wat refereert naar het overall emotionele klimaat
van de ouder-kind relatie, en specifieke ouderschapspraktijken.
Baumrind vond vier stijlen van ouderschap:
1. Autoritaire ouders - zijn erg dwingend, verwachten van hun kinderen dat ze doen wat ze zeggen en
onderhandelen bijna nooit. hun kinderen zijn vaak uitdagender, sociaal incompetent en afhankelijker
dan andere kinderen.
2. Permissieve ouders - liefdevolle ouders, maar oefenen weinig controle uit op hun kinderen en stellen
weinig eisen aan ze. Hun kinderen hebben vaak een gebrek aan assertiviteit en zijn vaak niet
gemotiveerd om te presteren.
3. Onverschillige ouders - Wijzen hun kinderen af of negeren ze. Ze zijn niet ondersteunend en
motiveren niet wat hun kinderen doen. De kinderen van deze ouders ontwikkelen vaak emotionele en
gedragsproblemen en doen het niet goed op school.
4. Autoritatieve ouders - de meest positieve ouderschapsstijl. Ze combineren warmte en affectie met
controle. Ze monitoren het gedrag van hun kinderen met onderhandelingen in plaats van met straf en
het uitoefenen van macht. Kinderen van deze ouders hebben controle over zichzelf, zijn
verantwoordelijk, coöperatief en onafhankelijk dan de kinderen van ouders met andere
ouderschapsstijlen.
Er zijn nog andere manieren om ouderschapsstijlen te onderzoeken. Dit kan aan de hand van drie dimensies:
1. Autonomie
2. Harmonie
3. Conflict
Adolescenten die opgevoed zijn door autoritatieve ouders zijn meer psychosociaal competent dan hun
leeftijdsgenoten van autoritaire, permissieve of onverschillige ouders. Ze profiteren van ouders die warm en
duidelijk zijn en die hun wens voor autonomie respecteren.
Patterson focuste zich op de mechanismen waardoor het ouderschap een invloed heeft op gedrag van het kind.
Wanneer ouders reageren op anti-sociaal gedrag van hun kinderen op een accepterende of positieve manier, dan
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur biancajamoel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.