1 Inleiding nieuwe testament
LES 1.
• Bijbel geen boek, maar als bibliotheek
HISTORISCHE ACHTERGROND
- Bactrie => in de hellenistische wereld
1. Veroveringen Alexander de Grote
2. 331 BCE overwinning op Perzische rijk
3. Ptolemeeën (Egypte)
4. Seleuciden (Mesopotamië)
5. Verspreiding Griekse taal en cultuur
- 5 namen te onthouden:
Ptolemeeën ● Seleuciden ● Makkabeeën ● Hasmoneeën ● Herodianen
- Opvolgers van Alexander:
• Ptolemeeën: Egypte, centraal, meer eenheid
• Seleuciden: Mesopotamië, niet homogeen
• Beide rijken willen invloed in ‘onze’ regio
Judea tot ongeveer 200 BCE onder bestuur Ptolemeeën
Daarna wordt Judea bij rijk Seleuciden ingelijfd
- Tijdens deze periode:
• Interne verdeeldheid in Judea
• Wie heeft de macht?
• Wie mag hogepriester zijn?
• Voorkeur voor regering door Ptolemeeën of Seleuciden?
Seleucidische heerser Antiochus IV Epifanes, 175 BCE
Roept tegenstand op in Judea
,2 Inleiding nieuwe testament
MAKKABEEN
- Makkebese opstand tegen Antiochus IV Epifanes (167-164 BCE)
- o .l.v. Judas Makkabeüs
- Hieruit ontstaat de dynastie van de Hasmoneeën, die als koningen regeren vanaf c. 140
BCE
OORZAKEN VAN MAKKABEENSE OPSTAND?
Boek 1 Makkabeeën schuift schuld naar de zogenaamde ‘helleniseerders’
1 MAKKABEEËN 1
Presenteert tegenstelling tussen:
– aanhangers joodse wet en voorouderlijke tradities
– volgers van ‘vreemde’ en ‘Griekse’ gebruiken (‘helleniseerders’)
----------------------------------------------------------------
Maar in historisch opzicht speelt niet enkel religie een rol > Het gaat ook om:
● Geld (Antiochus in geldnood laat blik vallen op schatten tempel Jeruzalem. Cf.
Tempels als plaatsen van economisch belang in de antieke wereld)
● Politiek (Interne onrust in Judea)
1 MAKKABEEËN
- Ideologisch beeld vanuit 1 specifieke groep
- ‘foundation myth’ voor de Hasmoneeën, die redding brengen tegen de Seleuciden
+ Bovendien = In de antieke wereld waren Jodendom en hellenisme geen botsende, maar
overlappende culturen
DE ROMEINEN DOEN HUN INTREDE
- Eerst diplomatie relatie met Hasmoneeën
- Hulp tegen Seleuciden
DE ROMEINEN DOEN HUN INTREDE
- Gnaius Pompeius Magnus
- 63 BCE Jeruzalem ingenomen
- Afhankelijkheidsrelatie, Judea als vazalstaat
HERODES DE GROTE (37 BCE-4 BCE)
● Herodiaanse dynastie onder Romeinse bescherming
● Monumentale architectuur
● Nauwe contacten met Rome
=> reconstructie Herodiaanse uitbreiding tempel.
, 3 Inleiding nieuwe testament
LES 2
JOODS ZIJN.
• Brede en complexe term, omvat religie en cultuur
• Andere termen voor hellenistische periode: vroege Jodendom/vroegjoodse (early
Judaism/early Jewish), voor periode tot 70 CE kan ook Tweede Tempel-Jodemdom
(Second Temple Judaism)
• Joden en/of Judeeërs?
Religie en geografie
Opletten voor supersessionisme
CHIRSTELIJK ZIJN.
- Anachronistisch voor vroegste periode, waarin volgelingen van Jezus binnen variëteit
vroege Jodendom vielen
- Voorbeeldtermen 1e eeuw CE: volgelingen van Jezus, Jezusgroepen,
Jezusbeweging, etc
HEIDENS ZIJN.
- Handig om een term te hebben voor wie niet Joods en niet christelijk was
- Heidens/pagaans pejoratieve term
- 1 term verbergt grote variëteit Griekse en Romeinse religies
• Hoe zou je de religies van de antieke mediterraanse wereld beschrijven als je de term
heidens/pagaans niet mag gebruiken?
= Geopperde termen: o.a. polytheïsme, primitieve religies, andersgelovigen,
natuurreligies, mystery cults, lokale religies, klassieke religies, oude religies
WAT IS RELIGIE?
- Een geloofssysteem?
- Een set rituelen en symbolen?
- Een credo/geloofsbelijdenis?
- Een ethisch kader?
- Een gemeenschap?
- Een combinatie?
Hoe we religie definiëren, bepaalt wat we als religieus beschouwen.
Divers en veelvormig
Specifieke combinaties van discours, praktijken, gemeenschap, instituut maar
blijft zinvolle term om menselijke fenomenen in de antieke wereld te beschrijven
RELIGIES IN DE GRIEKS-ROMEINSE WERELD
- Eén god vereren, sluit het vereren van andere goden niet uit, integendeel!
• Verantwoordelijkheid van goden;
➢ bescherming van stad
➢ welzijn van inwoners
• verantwoordelijkheid van mensen;
➢ correct vereren : tempels, offers, eten,..
• joodse diaspora gemeenschappen:
➢ ontwikkelen eigen traditie