Psychopedagogiek 2.2
Deel 1: Algemene inleiding op de pedagogiek
Hoofdstuk 1: Kinderen: (geen) gewone mensen
1.1 Inleiding
Nadenken over kinderen → meteen bepaald beeld wat ze horen te zijn. Hangt samen met eigen
ervaringen en hoe we onze eigen rol als opvoeder bekijken. Hoe naar kinderen kijken? → bepalend
voor keuzes die we maken.
Soms uitgedaagd om beelden te bevragen, bv: Giel naar Tibet om monnik te w, Laura Dekker alleen
zeiltocht maken…
Wanneer programma Voice Kids verschijnt → negatieve reacties. ‘Kinderen horen niet thuis in
showbusiness’ → geen echte argumenten, gewoon omdat het kinderen zijn.
Bewust zijn van beelden waarbij we denken: jongeren horen dit niet te doen
Wanneer we spreken van opvoeding, beseffen dat er een bep. idee over kinderen altijd is. Vb.: vraag
aan 10 willekeurige mensen: Wat is meer voor kinderen, buiten spelen of met tablet spelen? Vele
zullen zeggen: buiten spelen.
Manier hoe we denken over kinderen is sterk tijds en cultureelgebonden.
Waarom kinderen meteen associëren met ‘schattig, lief, klein’? En niet met leiderschap,
manipuleren?
Duik in geschiedenis
Middeleeuwen, welke maatschappij? → landbouw, in dienst van leenheer, stuk veld van hen
bewerken (graaf van Vlaanderen) zo knn ze op hulp rekenen in tijden v hongersnood. Leenheer
besliste veel, gewone burger stelde niet veel voor. Hard werken op velden, medische wereld was
onbestaanbaar → de pest, veel doden. Middeleeuwen waren hard voor gewone mens.
17de eeuw- eeuw vd verlichting, de grote denkers kwamen tevoorschijn. Er was voorspoed in
maatschappij. Mensen hadden tijd om bezig te zijn met nadenken en wetenschappen. Isaac Newton,
John Locke. Nieuwe continenten w ontdekt. Er was sprake van bloei, mens ontwikkelt zich op versch.
vlakken.
Ontwikkeling loopt door → industriële revolutie. Vanuit Engeland werd spinmachine nr streek
gesmokkeld. Vlaanderen niet langer landbouw maar lakennijverheid. Binnen Europa waren wij
hoofdstad v lakennijverheid. Fabrieken w ontstaan, handen werk naar machines.
1.2 Stellingen van Ariès
Philippe Arès hielt zich bezig met kijk op kinderen. Aller eerste keer dat iemand daar onderzoek naar
deed. Hij ontwikkelde 2 vaststellingen over de ontdekking van het kind. Arès brengt stap dichter bij
verklaring van het begrip ‘school’ in moderne Westerse samenleving.
2 vaststellingen:
,1.2.1 Tijdens de middeleeuwen was er geen sprake van het ‘kind’
In middeleeuwen vooral landbouw, kinderen werkten mee op het veld met ouders. Geen
onderscheid tss kinderen en volwassenen. Deze allebei hetzelfde. De kinderen leerden wel veel v
volwassenen, ze leerden hoe ze boerenleven zelf moesten doen. Zelfde kleding, zelfde gedragingen,
namen woordenschat over. Via imitatie doorgegeven van generatie op generatie.
Er was WEL een zeker gevoel voor die kinderen. Zorgden voor pasgeboren baby’s, wisten dat ze niet
alles alleen konden. Er werd zorg gedragen maar niet te vergelijken met samenleving nu. Oud
genoeg? → mee het veld op. Kinderen moesten doen wat van hen verwacht werd.
Hoe stelde Arès dit vast? Welke bewijzen dat aan kinderen weinig waarde werd gehecht?:
• Kindermoord (kinderen met beperking) en mishandeling
• Geweld, dood en seksualiteit niet verborgen voor kinderen
• Oudere kinderen al mee op het veld
• Gezin was economisch eenheid waarin uitoefenen v beroep en materieel bezit centraal
stond. Geen onderscheid tss privé en openbaar leven
1.2.2 Vanaf 17de eeuw spreken we van: De ontdekking van het kind
Vanaf 17de eeuw veranderde dit.
Er was meer aandacht aan kinderen. Kinderen moesten niet langer mee op het veld. Ouders
speelden met hun kinderen, vertroetelden hun. Scholen gingen ontstaan, ze kregen eigen plek waar
ze opgevoed werden. Hier was een scheiding tss kinderwereld en volwassen wereld.
Men beseft dat kinderen breekbaar zijn en beschermd moeten w.
Vanaf dan werd volgens Arès kinderen als een specifiek soort mensen gezien.
Maar er doken ook gezinsproblemen op:
- Uitgestelde volwassenheid: op economisch vlak blijven jongeren lang afhankelijk vd ouders
- Communicatiestoornis tss de generaties
- ‘verborgen leed’ door gezinsproblemen (verwaarlozing, mishandeling, echtscheiding uit de
hand gelopen, ziektes v gezinslid…)
Onderscheid tss kinderen en mensen werd vervolledigd door de school en later internaten.
Opvoeding zowel thuis als op school.
1.3 De ontdekking van het kind, een grote omslag? Kritiek op Arès!
Verschillende kritieken op vaststellingen:
o Op eerste stelling: onderzoek toont dat middeleeuwen niet zo duister was dan ze
voorgesteld w. Mediëvisten zeiden dat er sprake was van liefde tss kinderen en ouders.
Gezin zou WEL een affectieve functie hebben gehad
o Kindermoord: wel bestaan maar niet veralgemeend. Geslacht kind en sociaaleconomische
toestand gezin bepaalde of kindermoord gedaan w of niet.
o Op de tweede stelling: de plotse omslag in 17de eeuw was geleidelijke evolutie.
Pedagogische belangstelling nam toe, beginnend bij hoge klassen en zo verder over hele
bevolking.
o Bijzonder weinig bronnenmateriaal dat Arès gebruikt heeft
,Arès baseert zich vooral op beschrijving en beeldinterpretatie van 61 schilderijen. Hij interpreteert de
beelden vaak letterlijk: de symboliek zag hij vaak niet en dus ook de betekenis van het schilderij niet.
Nog een puntje van kritiek. → Arès vermeld school wel als belangrijk instituut maar die school speelt
volgens de mensen met kritiek een veel grotere rol.
In 17de en 18de eeuw stijgen verwachtingen tegenover de school:
• Opvoedingsdoelen werden uitgebreid en vertrouwen in opvoedingsmethoden werd groter
• Onderwijs niet alleen in functie v beroepsopleiding maar ook gezien als middel tot
moralisering (wat is goed en wat is slecht)
• Onderwijs kreeg politieke taak: aanleren v burgerplichten
• Onderwijs kreeg existentiële opdracht: toekomst vd mensheid verzekeren
Er w wel vastgesteld dat Arès zijn theorie basis blijft waar alle theorieën op blijven voortbouwen.
Arès heeft ontdekt dat bep. moment in geschiedenis op kind verschoven is naar ‘die kinderen zijn wel
iets speciaals, miss meer beschermen’, ze zijn zo lief en schattig.
➔ Niet ontdekking van ‘het kind’, wel ontdekking van ‘het onschuldige kind’ → moment in
geschiedenis hebben ze beseft dat kinderen onschuldig zijn en beschermd moeten w.
Hoofdstuk 2: De paradox van het opvoeden: grootbrengen door
kleinhouden
2.1 Lea Dasberg over kinder- en jeugdland
2de onderzoeker die zich bezig hielt met kijk op kinderen → Lea Dasberg
Lea neemt dezelfde ontwikkeling over als Arès, jongeren en volwassenen zijn sterk uit elkaar
gegroeid. Ze hebben voorbije eeuwen een eigenheid gekregen. Ze neemt dit over in haar boek
‘Grootbrengen door kleinhouden als historisch verschijnsel’.
Ze wijst op het paradoxale in de opvoeding: we willen kinderen grootbrengen en doen dit door hen
klein te houden.
Zij spreekt ook van 1250 – 1750 kind als kleine volwassenen, werken mee op het veld. Geen verschil
tss kinderen en volwassenen ook qua kledij. (haar vaststelling komt overeen met Arès)
Stelde vast na 1750 dat er verandering kwam, ze noemde het ‘kinder- en jeugdland’. Ze zag dat
volwassenen kinderen meer en meer gingen afschermen v wat slecht was in de wereld. Mensen
letten op hun taal, dit zag je in literatuur. → sprookjes, normaal bedoelt voor volwassenen. Geen tv
→ sprookjes vertellen.
Evolutie kinder- en jeugdland: een kind moest ‘kind’ knn zijn. Moesten bevrijd w v mentale en fysieke
lasten. Bepaalde verschijnselen namen in het leven v het kind nieuwe vormen aan, zoals spel en
school: kinderlijke aangelegenheden, volwassenen hadden hier geen deel van → ontstaan
jeugdbewegingen en kinderkleding.
Kinder- en jeugdland = wereld gemaakt door volwassenen waar kinderen onbezorgd knn opgegroeid
w.
Ze stelt ook vast dat wereld waar kinderen in leven verengd wordt, al het slechte, negatieve wordt
uit hun leven gehaald.
Kritisch vraag: waar zijn we mee bezig? We willen hen volwassen laten worden maar doen dit door ze
klein te houden. We zonderen hun af in klein wereldje, enkel het goede. → paradox = tegenstelling
Eindpunt volgens Lea in 1945: einde WOII. Ze zag wnnr de WO uitbrak dat kinderen geconfronteerd
w met gruwelijke. (beeld van volwassenen was dat alles goed is en mooi, rooskleurig) → dit klopte
dus niet met beeld vd volwassenen dat ze hadden gezegd altijd.
, Kinderen weten niet meer wie te vertrouwen, ouders? Anderen? Voor ouders was dit moeilijke tijd,
ze wilde zich vasthouden aan verhaal dat wereld mooi was maar tegelijk konden ze niet ontkennen.
WOII speelde belangrijke rol!
• Volgens Lea, Pedagogische inconsistentie: ouders wisten niet meer wat moet ik
doen? Verhaal volhouden? Confronteren met gruwel? Jeugd weet ook niet goed meer
wat te geloven → gedesoriënteerde jeugd.
Volwassenen proberen zo lang mogelijk aan kinderwereld vast te houden → JBC lanceert kledinglijn
met Samson kleren
Maar ook omgekeerd: bv; op jonge leeftijd kind bankkaart laten hebben
2.2 Het paradoxaal karakter van het opvoeden blootgelegd!
In geschiedenis van het kind is Dasberg minst origineel. Ze plaatst zich in traditie van Arès → volgens
beide is er ommekeer in geschiedenis vh kind.
Dasberg is goede aanvulling op Arès: ze heeft specifiek pedagogisch element blootgelegd id
geschiedenis vh kind: de paradoxale situatie waarin opvoeder het kind wil grootbrengen en dit door
kind klein te houden.
Hoofdstuk 3: De moderne Westerse omschrijving van opvoeden
3.1 De ‘shift’ van socialisatie naar opvoeding
Zowel Arès en Dasberg zeggen: we zijn op een andere manier gaan kijken nr kinderen in een tijd. We
gaan van socialisatie -→ opvoeding
Socialisatie: hier groeien kinderen op in de realiteit (werken op het veld met volwassenen, door hier
te leven en te werken nemen ze gedrag over, ze leren zelf hoe ze zich moeten gedragen als
volwassenen = socialisatie)
Opvoeding: we gaan kinderen aparte wereld creëren waar we hun op hun gemak laten opgroeien
(kinder- en jeugdland), veilige gecontroleerde omgeving, weg van het gruwelijke id wereld, rustig op
eigen tempo groeien tot volwassenen. Kritische bedenking van Dasberg, we brengen hun groot op
door hun klein te houden.
3.2 De kern van het modern Westers pedagogisch denken
• Volwassene doet een pedagogisch aanbod aan het kind, wij gaan hun activiteiten
voorschotelen, materialen, om vaardigheden te knn ontwikkelen
• Dit aanbod is samenvatting van ‘het beste uit onze beschaving’ (beste wat onze
wereld te bieden heeft)
• Dit aanbod w gedaan met oog op persoonlijke toekomst v kind en eigen
volwassenheid (we willen kinderen groot laten brengen)
• Met verwachting dat de ‘beschaving’ zich verder kan en zal ontwikkelen door de
bijdrage v gevormde en ontwikkelde mensen
Wij volwassenen zijn nodig om kinderen op een goede manier volwassen te laten worden, wij
moeten een aanbod doen.
BC (voorstel) uitwerken met de kinderen. Het BC ‘grote gevechten’ (oorlog)
Waar moet goed BC aan voldoen?
o Aansluiten bij leefwereld (nieuws op karrewiet, vluchtelingen id klas…)
o Aanleiding geven om BC uit te diepen (waarom maken we ruzie? Verdediging en
aanval, wapens, wondverzorging)
o Voldoende bevattelijk (‘grote gevechten’ is kinderlijk geschreven en knn zich er iets
bij voorstellen)
o Actief omgaan met werkelijkheid (leren afspraken maken, omgaan met verlies en
winst, judo…)
Doorgedreven pedagogisering: voorbeeld EXTRA INFO
In jaren 70 was een band. Mensen vonden dat hun hit niet meer op radio mocht gedraaid w omdat
dit lied schadelijk zou zijn voor ons jeugd. De jeugd zou op het slechte pad belanden.