Samenvatting RSO 2806, inclusief alle stof uit de hoorcollege's en opdrachten van Agrarische en Rurale Ontwikkeling: Sociologische Perspectieven (RSO20806)
WEEK 1: ONTWIKKELINGSPARADIGMA’S
INLEIDING
Sociologie gaat over samenleven en de maatschappij. Je identiteit wordt hierdoor beïnvloed, maar niet bepaald.
Andere factoren, buiten je directe omgevingen, beïnvloeden ook je identiteit. Dus niet alleen de eigen gedeelde
normen en waarden, maar ook bijvoorbeeld presidentsverkiezingen in Amerika, die ook andere landen
interesseren en beïnvloeden. Dit vak gaat over sociologische perspectieven van agrarische en rurale
ontwikkeling. Kenmerkend hiervoor zijn een aantal begrippen:
Agency en structure, strijd tussen handelingsvermogen en principes structure en agency
Structure bevatten alle regels en beleidsvormen, waaronder de maatschappij, waaraan men zich dient
te houden. Het is een kader van mogelijkheden en beperkingen. Je eigen invulling binnen die grenzen is
agency. Het is dus je eigen autonomie. Agency wordt uitgevoerd door actoren die allemaal een eigen
handelingsvormogen hebben. Echter, ze zijn wel afhankelijk van de structure.
Actor gericht
Dit is een perspectief waarbij de relaties tussen belanghebbenden centraal staan.
Autonomie versus afhankelijkheid
Verschil tussen zelfontplooiing en gemeenschappelijkheid.
Institutionaliseringsperspectief
Perspectief vanuit de structuren en regulering.
Verscheidenheid
Geen sprake van lineaire ontwikkelingen, er is altijd sprake van differentiatie van plaats en tijd. Een
wisselwerking van allerlei processen op sociaal-cultureel, politiek-economisch en ecologisch gebied.
Continuïteit en verandering (dynamiek)
Vernieuwing komt door handelingsvermogen
Strijd en conflict
Een samenleving is een arena van spelers en belangen
Grounded theory
Gericht op alledaagse praktijken.
De belangrijkste structuren binnen de samenleving zijn politiek (beleid) en binnen dat kader je eigen normen en
waarden. Beleid wordt gevormd, met als functie dat je het handelen tussen actoren op elkaar kunt afstemmen.
Het beïnvloedt dus het handelen, maar het brengt ook beperkingen. Dit is terug te zien bij de regulering van het
handelen van mensen op drie gebieden. Ten eerste is dit het beleid van de staat, maar ook in de markt en tot
slot de burgersamenleving (civic society). Dit laatste kan gekenmerkt worden door burgerinitiatieven door
mensen die ervan overtuigd zijn dat een onderwerp niet genoeg aan bod komt bij de staat, en ook niet op de
markt. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld privé zorg of voedselverdeling. Is voedseltekort een probleem dat
veroorzaakt wordt door de markt of door de staat? En wie lost dit op?
, In dit vak richten we ons op de landbouw. In de ontwikkelde wereld is er een surplus aan voedsel, terwijl er een
tekort is in het globale zuiden. Hieruit volgt de vraag hoe de voedselvoorziening georganiseerd is. Productie,
kwaliteit en geografische ligging speelt hierbij allemaal een rol.
Agrarische en rurale ontwikkeling kun je vanuit twee invalshoeken bekijken. De eerste is normatief, hoe iets zou
moeten zijn, hierbij is een waardeoordeel inbegrepen. Het is een mening vanuit je eigen referentiekader. Ten
tweede is er een heuristische invalshoek, die gekenmerkt wordt door te kijken naar de werkelijkheid, dus wat er
gaande is.
Kenmerkend voor dit heuristische sociologisch perspectief, is het kritisch beschouwen van structurerende
werking van beleid, wetenschap en de markt op alledaags gebied en de verbanden daartussen. Het gaat om het
bijdragen aan inzicht en meewerken aan oplossingen voor hedendaagse vraagstukken. Het is actorgericht, het is
gericht op de mensen. Bovendien gaat het om het conflict tussen autonomie en afhankelijkheid, waar ligt de
grens? Het geeft je mogelijkheden, maar het brengt ook beperkingen met zich mee. Het gaat om je eigen keuzes
binnen een gemeenschappelijkheid en sociale verbanden, relaties en ordening. Ook wordt er nadruk gelegd op
instituties, dit zijn de in praktijk gebrachte ordeningsverbanden. Er is overigens geen sprake van een complete
homogene situatie, maar er is oog voor verscheidenheid. Ontwikkelingen zijn afhankelijk en beïnvloed door tijd
en plaats, dus niet alleen door de markt, politiek en economie. Er is oog voor strijd en conflict, bijvoorbeeld om
hulpbronnen. Niet alleen de theorie is belangrijk, maar juist de empirische theorievorming, de waarneming
waardoor theorie gevormd kan worden, is belangrijk. De samenleving is dus heel divers en er zijn erg veel
patronen en er is veel samenhang binnen de maatschappij.
Er worden drie ontwikkelingsperspectieven behandeld, met betrekking tot de landbouw en productie. Een
paradigma is een denkkader waarbinnen de werkelijkheid wordt geduid in wetenschap en waardoor
verwachtingen ontstaan. Discourse is een vertoog, een gedeelde manier van spreken over de werkelijkheid. Een
perspectief is een standpunt van waaruit ervaring of waarneming begrepen en gemeten wordt, waardestelsel of
zienswijze.
Hieronder worden de belangrijkste drie perspectieven kort uiteengezet.
Agro-ecologisch
Deze ontwikkelingsopvatting richt zich op lokaal niveau, eigen niveau (plaatseigenontwikkeling). De
landbouw moet multifunctioneel (verschillende activiteiten komen samen bij productie) zijn, en
duurzaamheid staat centraal. Het gaat om meerdere waarden dan alleen maar productie, maar ook de
grond mag niet uitgeput worden, en natuur moet blijven bestaan. Consument en producent moeten
dichterbij elkaar staan, in tegenstelling tot de globale ketens waarbij er vervreemding optreedt tussen
consument en producent. Er is dus geen sprake van schaalvoordelen, waardoor producten soms
duurder zijn. De transportkosten zijn laag, omdat productie en markt in de eigen omgeving is. Deze
manier van landbouw zorgt voor een onafhankelijkheid van hulpmiddelen.
Agro-industrialisatie
De landbouw is sterk geïndustrialiseerd: de doelen van landbouwproductie zijn goedkoop en veel
produceren, waardoor een intensieve landbouw ontstaat. Hierdoor kan iedereen goedkoop aan
voeding komen, en dit moet dus ook de manier worden om hongersnoden te voorkomen. Voorbeelden
hiervan zijn Campina, Vion en Unilever. De afzetgebieden zijn van dit soort bedrijven zijn erg groot.
Producten zijn relatief goedkoper door schaalvoordelen en door middel van innovatieve technologische
middelen en een lage arbeidsintensiviteit zijn de kosten laag en kan het dus ook goedkoop afgezet
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmekenvandendungen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.