In dit document staat een volledige samenvatting van het vak inleiding bedrijfsrecht, gemaakt door middel van aantekeningen in de les + het lesboek. Ook staan alle relevante arresten uitgelegd in dit document. Zelf heb ik een 9.6 gehaald voor dit tentamen.
Week 1 les 1:
In het handelsregister staan alle bedrijven en daar kan je allemaal informatie over vinden in
het handelsregister. Het handelsregister staat op de website van de KvK en is een openbaar
register. Het handelsregister is handig omdat je daar informatie kan vinden over bedrijven
en daardoor kom je erachter met wie je een overeenkomst kan sluiten van het bedrijf, dus
dan weet je wie de overeenkomsten mag sluiten. Door het handelsregister weet je waar het
bedrijf bevestigd is en wie het bedrijf vertegenwoordigt.
De wet wetboek van koophandel gaat over personenvennootschappen, dus geen BV of Nv
maar personen die wel samen willen werken. Het Burgerlijk Wetboek 2 gaat over
rechtspersonen. Een personenvennootschap is als je met een aantal personen aan het
samenwerken bent en iedereen gelijk staat binnen die personenvennootschap, maar je geen
NV of BV wilt zijn. Het Burgerlijk Wetboek 7a gaat over de maatschap, dat is ook een soort
personenvennootschap, bijvoorbeeld artsen. Die werken niet voor elkaar, maar ze werken
naast elkaar. Advocaten doen dat ook vaak. Sommige bedrijven hebben ook een
ondernemingsraad, die hebben ook een eigen wet namelijk de WOR, dus de WOR gaat over
de ondernemingsraden. De faillissementen wet gaat over als een bedrijf failliet gaat. BW 2 is
het belangrijkste voor het tentamen.
Er zijn veel verschillende ondernemingsvormen. De ondernemingsvormen kan je
onderscheiden in: rechtspersoon en niet-rechtspersoon. Een eenmanszaak is een niet-
rechtspersoon maar wel een bedrijf, de VOF, CV (hier heb je een VOF met een geldschieter,
die legt een bedrag neer en verder mag hij zich helemaal niet met het bedrijf bemoeien) en
maatschap zijn ook niet-rechtspersonen. De NV, vereniging (hier mag je de winst niet onder
de leden verdelen), stichting, coöperatie (dit is een vorm van een vereniging, maar hier mag
je de winst onder de leden verdelen) en BV vallen onder de rechtspersonen.
Het grote verschil tussen rechtspersoon en niet-rechtspersoon is de aansprakelijkheid van
degene die binnen het bedrijf zitten. Bij een rechtspersoon is de rechtspersoon zelf
aansprakelijk, omdat het een eigen identiteit (vorm) is. Dus als er schulden zijn, is de
bestuurder niet aansprakelijk die de overeenkomst heeft gesloten, maar het bedrijf is
aansprakelijk. Als je een niet-rechtspersoon bent en je hebt schulden, en jij bent degene die
de overeenkomst heeft gesloten, dan ben jij aansprakelijk en moet jezelf die schulden
betalen. Art. 5 van BW 2 zegt dat de rechtspersoon met een natuurlijk persoon gelijk staan.
Ik ben een natuurlijk persoon en ben zelf aansprakelijk voor mijn daden, maar art. 5 zegt dat
de rechtspersoon gelijk staat aan een natuurlijk persoon. Dus een rechtspersoon kan zelf
overeenkomsten sluiten, schulden maken, een onrechtmatige daad plegen etc. maar je kan
alleen het bedrijf aansprakelijk stellen voor al die dingen. Dus de rechtspersoon heeft een
eigen verantwoordelijkheid en eigen aansprakelijkheid.
Toch zijn er genoeg redenen om bij een eenmanszaak te blijven in plaats van een BV
beginnen. Als eenmanszaak heb je veel minder regels en je betaalt ook veel minder
belasting. Je kan zo beginnen met een eenmanszaak en voor een BV moet je naar de notaris.
Een eenmanszaak mag gewoon personeel hebben, nu wordt het wel interessanter om een
BV te beginnen want met personeel loop je veel meer risico. Over alle Nederland
voorkomende bedrijven en organisaties, al dan niet winstgevend, noemen we rechtsvormen.
, Als je beursgenoteerd bent dan kan kunnen er aandelen van je worden verkocht. De NV en
BV zijn de enige twee vormen die met aandelen werken. Mensen kunnen dus participeren in
dat bedrijf door middel van aandelen te kopen. Als je aandeelhouder bent heb je sowieso 2
rechten: je hebt zeggenschap, dus je mag meestemmen. En recht op dividend, dat is de
winst van een bedrijf. Het zijn naamloze aandelen dus die kan je makkelijk overdragen. Je
hebt pas winst of verlies als je het aandeel verkoopt. De NV en BV hebben als doel: winst
maken. De HAN is een stichting, omdat je een ideaal doel moet hebben, dus een specifiek
doel met een ideaalbeeld er achter en bij de HAN is dat onderwijs verlenen aan mensen.
Er zijn 2 verschillende wetten die iets zeggen over de onderneming namelijk art. 1 lid 1 sub c
WOR en art. 2 Hrb 2008. De enige manier om te zien of jij een onderneming bent kan als je
bent ingeschreven bij de KvK, maar als je niet ingeschreven bent ben je toch een
onderneming.
Niet-rechtspersoon is een geen zelfstandig rechtssubject: drager van rechten en plichten.
Rechtspersonen art. 2:5 BW voor wat betreft het vermogensrecht gelijkgesteld met
natuurlijke personen. De eenmanszaak is de enige vorm waar je kan zeggen dat je eigenaar
bent van je bedrijf.
De eenmanszaak is niet wettelijk geregeld dus geen oprichtingseisen, maar je moet je wel
inschrijven bij het handelsregister. Er is 1 eigenaar en die is aansprakelijk met gehele
vermogen. Als je getrouwd bent met gemeenschappelijke goederen, dan mogen ze ook de
spullen van de partner in beslag nemen. Het is verplicht om je in te schrijven bij het
handelsregister, maar als je dat niet doet dan ben je alsnog wel een BV, NV of eenmanszaak,
omdat het inschrijven geen oprichtingseis is maar een verplichting. Maar als je je niet
inschrijft als BV, blijf je alsnog persoonlijk aansprakelijk. Verplichting tot inschrijving staat in
art. 5 en 6 van Hrw.
Café brouwertje arrest: iemand verkoopt zijn bedrijf maar heeft zich niet uitgeschreven bij
handelsregister. De nieuwe eigenaar gaat nieuwe glazen ophalen, maar betaalt ze niet. Het
glazen bedrijf gaat kijken in het handelsregister en ziet dat de oud-eigenaar nog eigenaar is.
Hij gaat naar hem toe en eist daar betaling. Hoge raad zegt: je moet op het handelsregister
kunnen vertrouwen en als die gegevens onjuist zijn ligt dat aan de persoon zelf. Dus de oud-
eigenaar is nog steeds verantwoordelijk.
Week 1 les 2:
Personenvennootschappen zijn: maatschap, vof of CV. Hier willen een aantal personen
samenwerken onder een naam en zijn ze onderling gelijkwaardig. Maatschappen zijn vaker
voor de universitaire beroepen en de vof vaker zoals een bakker of een timmer. Je kan het
ook zien als een inspanningsverbintenis dat is de maatschap en een resultaatverbintenis is
een vof. Voorbeeld van een inspanningsverbintenis: je gaat naar de arts omdat je ziek bent,
maar als je 3 weken later nog niet beter bent moet je alsnog de arts betalen. Voorbeeld van
een resultaatverbintenis: je hebt een verbintenis gesloten om resultaat te krijgen, dus bij
een bouwbedrijf die je muur dicht gaat maken en je betaalt alleen voor die muur en je
betaalt pas als die muur af is. Tussen de maatschap en vof zit er een enorm verschil in
aansprakelijkheid. Een CV is eigenlijk een VOF met een verschil namelijk: er is een
geldschieter in het spel, dus er is iemand die heeft een bepaald geldbedrag ingelegd in het
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noaterhorst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
