In deze samenvatting vind je alles wat te kennen moet zijn voor het vak Anatomie op Thomas More Hogeschool in Turnhout. Deze samenvatting werd in het studiejaar van geschreven. Het vak werd gegeven door Jurre Geentjes.
Gewrichten tussen de voetwortelbeenderen onderling
Artt. intertarseae
= onderste spronggewricht
Gewrichten tussen voetwortel en metatarsalen
Artt. tarsometatarseae
o Lijn van Lisfranc
Gewrichten tussen metatarsalen onderling
Artt. Intermetatarseae
= 4 banden
Artt. Metatarsophalangeae Gewrichten tussen metatarsalen en phalangen
Gewrichten tussen de kootjes onderling
Artt. Interphalangeae pedis
o Lijken sterk op de gewrichten in de hand
De bewegingen in de voet gebeuren rond de drie hoofdassen die loodrecht op elkaar staan:
- Frontale as: dorsiflexie (flexie, tenen naar scheenbeen) &
plantairflexie (extensie, tippen staan)
- As in het verlengde van het been: adductie & abductie
- Lengte-as: pronatie (de laterale rand gaat omhoog) & supinatie (de mediale rand
gaat omhoog)
Inversie = adductie in combinatie met supinatie en plantairflexie
Eversie = abductie in combinatie met dorsiflexie en pronatie
, Art. talocruralis
= Het enkelgewricht
= Het bovenste spronggewricht
Os talus + ossa cruris (tibia + fibula)
Het is een scharniergericht met collaterale banden.
Gewrichtsvlakken van de talus articuleren in de malleolaire vork. Het
gewrichtskapsel zit vast aan de kraakbenige omranding van de
gewrichtsvlakken met enkele synoviale plooien.
Banden
Lig. Mediale = ligamentum deltoideum
- Ontspringt waaiervormig op de malleolus van de tibia en waaraan 4 delen kunnen
onderscheiden worden. Deze verlopen van de binnenenkel naar de voetwortel.
1. Pars tibionavicularis: hecht aan op naviculare
Vertrekt vanop
2. Pars tibiotalaris anterior: hecht aan op de voorrand van de talus
tibia
3. Pars tibiocalcanea: hecht aan het sustentaculum tali
4. Pars tibiotalaris posterior: hecht vast aan het tuberculum
mediale van de processus posterior tali
Bij een inversie letsel scheuren de mediale banden.
Bij een eversie letsel scheuren de laterale banden.
Laterale ligamenten
3 banden:
1. Lig. Talofibulare anterius: loopt van de fibulaire malleolus naar voor op de talus
2. Lig. Calcaneofibulare: loopt schuin naar achter op de calcaneus
3. Lig. Talofibulare posterius: loopt naar het tuberculum laterale van de processus
posterior tali
1 2 3
,Artt. Intertarseae
Artt. = articulationes
Tussen de zeven voetwortelbeenderen bestaan verschillende
gewrichten die de beweeglijkheid van de voet verzekeren.
Onderste sprongegewricht bestaat uit 2 delen:
1. Art. subtalaris = achterste deel van de talus
2. Art. talocalcaneonavicularis = voorste deel van de talus
Het voetgewelf
De voetzool steunt op 3 punten:
- Achteraan op tuber calcanei
- Vooraal op caput van metatarsaal I
- Vooraal op caput van metatarsaal V
Tussen deze punten is het voetgewelf gespannen. Twee bogen worden gevormd:
1. Arcus pedus longitudinales:
Verloopt van tuber calcanei. De mediale boog loopt uit in MT I en is 1,5cm
hoog. De laterale boog loop uit op MT V en is veel lager (0,5cm)
2. Arcus pedis transversa:
De boog tussen MT I en MT V
,Het voetgewelf wordt vooral ligamentair ondersteund. Banden vermoeien immers niet en
hebben een grotere weerstand tegen rek dan spieren.
Indien ze echter laxiteit vertonen is dit moeilijk te herstellen.
De betrokken banden:
- Lig. Calcaneonaviculare plantare (= spring ligament)
- Lig. Plantare longum
- Aponeurosis plantaris, die beide bogen ondersteunt
Lig. Calcaneonaviculare plantare
= spring ligament
Verloopt van dorsaal van de voet van het sustenaculum tali (= mediale
verhevenheid op calcaneus) naar het naviculare. Het is tevens bedekt met
een dikke laag kraakbeen.
Lig. Plantare longum
Een brede band die van tuber calcanei
ontspringt, naar het cuboid verloopt en distaal
uitstraalt op basis van de metatarsalen.
Aponeurosis plantaris
Een stevig peesblad dat beide bogen
ondersteunt .
Naast de bandne apparaat vormen ook spieren een minder sterke, maar belangrijke
ondersteuning, omdat ze de drukverdeling kunnen regelen. Vooral de korte voetspieren en
pezen van de lange spieren zijn hierin van belang.
,De stand van de voet
Bij het levend individu kan de stand van de voet worden nagegaan door een voetafdruk.
Pes rectus
De gezonde voet vertoont 5 teenvelden, een voorste en achterste zoonveld
met een laterale verbindingsstrook.
Pes planus
= Platvoet
Bij een gewelfdoorzakking ziet men een verbreding van de
verbindingstrook. Die gaat meestal gepaard met inversie.
Pes cavus
= holvoet
Een hoger gewelf (door o.a. het dragen van hakken) toont zich als een
volledige scheiding van voor en achterdeel.
, 2. Myologie voet & onderbeen
Wat is het verschil tussen een spier en een ligament?
ð Een ligament trekt passief samen. Een spier kan je actief samentrekken en optrainen.
a. Kuitmusculatuur
Posterieure groep
Diepe laag: (kan je niet zien)
o M. popliteus => in kniekuil
o M. flexor digitorum longus
o M. tibialis posterior Bevinden zich in de diepste spierloge van het onderbeen
o M. flexor hallucis longus samen met n. tibialis
Oppervlakkige laag:
o M. gastrocnemius
o M. soleus
o M. plantaris
Laterale groep
o M. peroneus longus
o M. peroneus brevis
Voorste groep
o M. tibialis anterior
o M. extensor hallucis longus
o M. extensor digitorum longus
Kuitmusculatuur – oppervlakkige laag
Vormt samen met m. triceps surae die met de tendo calcaneus (achillespees) als zeer sterke
gemeenschappelijke eindpees aanhecht op tuber calcanei.
Gemeenschappelijke functie : plantair flexie en inversie van de voet
M. triceps surae:
- M. gastrocnemius
- M. soleus
- M. plantaris
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mayenneleermakers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.