KIND EN ONTWIKKELING 1
1. Anamnese en lichamelijk onderzoek
Aanpak afhankelijk van de setting: er is structuur nodig
Stijl: vaardigheden (verbaal/niet-verbaal), leeftijdsaangepast
- Verwelkoming: jezelf, patiënt, begeleider
- Huidig probleem: wat kan ik voor u doen? HOOFDklacht, hulpvraag
- Antecedenten (vanaf conceptie):
o GPA (gravida, partus = bevallingen, abortus), eerste kindje?, eerste zwangerschap?
o Alarmsignalen: langdurig medicatie genomen (misselijkheid), opgenomen in
ziekenhuis, echo’s oké
o Partus: op tijd/timing, biometrie, apgar, spontane bevalling/sectio, spoed
o Zuigeling alarmsignalen: medicatiegebruik, opgenomen in ziekenhuis
o Zuigeling: vaccinatie, ontwikkeling (mijlpalen), eten, slapen, groei
o Donorsperma
- Klacht: wanneer start?, chronologisch, systeemanamnese (cardio, endocrien, locomotor, CZS,
respiratoir, gastro…), reeds genomen acties
- Probleem en anamnese goed herhalen (ook kind betrekken): heb ik u goed begrepen dat…
- Familiale anamnese: GPA
- Actieve diagnoses = diagnose’s die nog relevant zijn in de toekomst vb. crohn…
o vs. passieve diagnoses: in verleden vb. prematuur, infectie
Lichamelijk onderzoek
Inspectie: begint bij binnenkomen, lichaamstaal, contact leggen met kind (1-2j lukt niet kind negeren,
alleen contact leggen met begeleider),
Algemeen erg ziek? ABCD
1. Ademhaling: cyanose, geluiden, frequentie, inspanning, beweging bortkas, neusvleugelen
2. Bewustzijn: rondkijken/spelen, irritatie, prikkelbaar, onrustig, ! lastig/stout = soms pre-
shock
3. Circulatie: HF, BP, auscultatie
4. Dehydratatie: CRF, gewichtsverlies
Algemeen ziek: niet beginnen over antecedenten maar meteen onderzoeken en gericht inspecteren!
Saturatie bij kind: normaal > 92%
BP: mogen niet wenen tijdens meten, anders verkeerde meting
Afstand hoofd-hart is kleiner dan volwassenen dus lagere BP nodig
, A. Dehydratatie: CRF capillary refill (5s duwen, >2s wit is abnormaal)!, gewichtsverlies!, ingedeukte
fontanel, droge mucosae, oligurie, huidturgor
B. Hoofd en hals: inspectie + palpatie lymfeklieren
i. supraclaviculair: niet te voelen dus bij vergroting = NIET banaal: infectie, auto-
immuun, maligniteit
C. NKO: “doe hondje na” en zo in mond kijken
D. Thorax en abdomen
Longauscultatie: longgeluiden, 2/3 inademen/uitademen
i. Bij verlenging expirium: 2/4 = obstructie lagere luchtwegen
ii. Bij verlenging inspirium 3/3 = obstructie hogere luchtwegen
E. Hart: vermoeibaarheid, zweten, inspanningstolerantie, vermoeidheid, ritmestoornis,
cardiomyopathie
i. 2e harttoon is gespleten bij kinderen bij inademen
F. Abdominaal onderzoek: hernia’s, opzetting, milt, lever
G. Urogenitaal: sacrum, testikels, meatus urethrae
H. Extremiteiten
I. Wegen en meten:
i. Liggend meten tot 2j, daarna staand
ii. Wegen met zo weinig mogelijk kleren aan
! ANAMNESE IS BELANGRIJKST BIJ KINDEREN, BIJNA GEEN AANVULLENDE ONDERZOEKEN NODIG
Pasgeborene/neonaat (en ook zuigeling): <4w
Zuigeling: 0-12m
Peuter: 1-2j
Kleuter: 2-5j
Schoolkind
Adolescent
Veiligheid: horloge’s, ringen, lange mouwen, met zeep wassen (stoelgang, urine, luchtwegsecreties, bloed
en vuil), alcoholgel
2. Adaptatie extra-uteriene leven: van foetus naar neonaat
120.000 geboortes/j
0,2%: <28w geboren
Oorzaken sterfte: vroeggeboorte!, problemen bij geboorte!, infecties, aangeboren afwijkingen
Daling in perinatale sterfte: nu nog 6/1000, waarvan 4,5 foetaal en 1,5 VN
Rond 24w: kantelpunt van overleving
De dikke en de dunne baby
,IUGR = intra uteriene groei retardatie
SGA/LGA: small/large for getational age
Percentielen: p10 = 10% populatie zit onder je gewicht en 90% erboven vs. p90: 90% populatie zit
onder je gewicht, 10% erboven
Factoren leidend tot SGA: ziektes moeder tijdens zwangerschap
Factoren leidend tot LGA: genetica, moeder met diabetes mellitus DM
3,5kg = gem geboortegewicht
Preterm: <37w
Term: 37-42w
Post-term: >42w
Zuurstofrijk bloed: villi umbilicale vene ductus venosus (via lever naar v cava inf)
Zuurstofarm bloed: uit beiden a iliaca ontspringen umbilicale arteriën navelstreng placenta
Navelstreng: 1 vene, 2 arteriën
Placentauitwisseling
- Glucose: gefaciliteerde diffusie GLUT 1 en 3
o = hoe meer glucose hoe meer transport ! DM
- AZ: actief transport
- Vetten/VVZ
- Zuurstof: foetaal Hb
o Saturatie bij foetus: 60-70% door fHb met
zuurstofspanning 30mmHg
o Bij pasgeborene: sat50 = normaal
- CO2
IUGR door minder nutriënten, hypoxie/hypercarbie = afbuigen groei en
adaptatie hypoxisch milieu
Epo: hoog hematocriet, lage trombo’s en leuco’s omdat focus op
RBC ligt
Verhoogd risico op hart en vaatziekten later: baby w voorbereid op
leven met weinig O2 en nutriënten, dus opeens veel O2 en
nutriënten = maladaptatie
o Dus kleine baby niet opeens veel eten en O2 geven!
LGA: DM en hoog glucoseaanbod met hyperinsulisme
w geboren en krijgt honger want opeens weinig glucose
! postpartum hypoglycemie, organomegalie, cardiopathie
, Vruchtwater:
In 3e trimester vooral foetale urine
- Weinig = oligohydramnios:
Oorzaken: aangeboren nieraandoening, gebroken vliezen, verminderde nierdoorbloeding
(IUGR: hart en hersenen krijgen prioritair bloed, minder perfusie nier)
- Veel = polyhydramnios:
Oorzaken: DM moeder (heel veel glucose dat n opgenomen kan worden = uitplassen),
foetus kan n goed slikken (slokdarmproblemen), obstructie hoog in tractus digestivus
Geboorte:
Bij elke wee w buik harder en gaat HF naar beneden: bloedtoevoer naar baarboeder stopt even
Tijdens geboorte: inwendige en uitwendige spildraai (schouders)
Paar weken voor bevalling: stijging cortisol
Bij geboorte: stijging E en nE
Bij probleembevalling: stijging v alle hormonen en pH nog lager
Bij keizersnede zonder weeën: alle hormonen laag
Stresshormonen hebben invloed op rijping organen
APGAR score
= Appearance, Pulse, Grimace/reflex irritability, Activity/muscle tone, Respiration
Elks op 2 punten: /10 in totaal
Op 1 min, 5 min en 10min na geboorte doen
Vaak nog niet roze na 1 min
Bij apgar van 1/10 na 1 min en 5 min = noodgeval
Lage APGAR?
Oorzaak: zuurstoftekort? …?