In dit bestand staan heel wat oefenvragen voor de kennistoets van 'Het kwetsbare kind'. Het is een combinatie van oefenvragen die tijdens de colleges aan bod kwamen en vragen die ik zelf heb bedacht op basis van de lesstof. Elke vraag is voorzien van een antwoord en een uitgebreide toelichting. Een...
ONTWIKKELING VAN HET KIND
CONCEPTIE EN ZWANGERSCHAP
JUIST-FOUT-vragen
o Met amenorroe wordt bedoeld het uitblijven van de menstruatiecyclus bij een vrouw. Juist.
o Gameten zijn haploïde cellen (23 chromosomen). Juist. Een ♂ en ♀ gameet versmelten tot een
diploïde zygote (2n).
o Er kan bevruchting optreden wanneer men seks heeft tussen vier dagen voor de ovulatie en
twee dagen erna. Juist.
Dit heeft te maken met de levensduur van de geslachtscellen: de eicel kan 48u overleven, de
zaadcel vier tot zes dagen.
o De bevruchting vindt plaats in de baarmoeder. Onjuist. De bevruchting vindt plaats in één van de
eileiders.
o De innesteling van de morula vindt plaats na een zestal dagen. Onjuist. De blastocyste nestelt zich
in na zes dagen.
o Het samenspel van oestrogeen en progesteron zorgt voor twee negatieve terugkoppelingen
naar de hypofyse. Juist. Oestrogeen onderdrukt de FSH-productie (follikelrijping) en
progesteron onderdrukt de LH-productie (eisprong).
o Een zwangerschapstest is gebaseerd op het al dan niet aanwezig zijn van het HCG-hormoon in
de urine. Juist. Het HCG-hormoon houdt de zwangerschap in stand. Het zorgt ervoor dat het
corpus luteum niet verschrompelt en de oestrogeen- en progesteronproductie wordt
voortgezet. Zo blijft het endometrium in de secretiefase in stand en wordt een volgende
follikelrijping tegengegaan.
o De placenta heeft drie functies: (1) immunologische functie, (2) transport van zuurstof en
voedingsstoffen en (3) productie van oestrogeen en progesteron. Juist.
o Omstreeks de vierde week wordt de amnionholte in het embryo opgenomen als oerdarm. Onjuist:
de blastulaholte.
o Tijdens de embryogenese ontstaan zes kieuwbogen waaruit zich delen van het ademhalingsstelse
ontwikkelen. Juist.
Uit de kieuwbogen ontstaan de gehoorbeentjes, de thymus, de onderkaak, de tong, de larynx en d
pharynx.
o Op het einde van de embryonale fase is het embryo 27 à 31 mm groot. Juist. In week 4 is dit nog
maar 4 à 6 mm.
o In de embryonale fase is het kind het meest kwetsbaar voor teratogenen. Juist. Dit is gelinkt aan d
organogenese.
o Tussen de dertien en de veertien weken zwangerschap begint de aanstaande moeder ‘leven’ te
voelen. Onjuist. Dit
, doet zich voor tussen de zestiende en de achttiende week van de zwangerschap (tweede
trimester).
o Na twintig weken zwangerschap begint de foetus te reageren op geluid. Juist. Het centrale gehoor
en de auditieve hersenschors ontwikkelen zich na de geboorte verder.
o Het derde trimester van de zwangerschap wordt gekenmerkt door groei. Juist.
o Na 36 weken is de schedelverbening voltooid. Onjuist. Er zijn nog bindweefselachtige schedelnade
en fontanellen.
o Rond 14 weken zwangerschap is het embryonale hart echografisch vast te stellen. Onjuist. Het
embryonale hart is
echografisch vast te stellen rond zes weken zwangerschap (eerste trimester).
o Rond 6 weken zwangerschap is het embryo herkenbaar als mensje op een echo. Onjuist: pas na 8-
weken ZW.
o Foliumzuurinname tijdens de zwangerschap biedt primaire preventie tegen spina bifida en
anencefalie. Juist. Beide
zijn het gevolg van een neuraalbuisdefect. Daarnaast biedt de inname van foliumzuur ook prevent
tegen schisis.
INVULZINNEN
o Als men spreekt over de embryonale fase, dan spreekt men over een ongeboren vruchtje van 0
tot 8 weken.
BEVALLING EN GEBOORTE
JUIST-FOUT-vragen
o De bevalling bestaat uit twee fasen: de ontsluiting- en de uitdrijvingsfase. Onjuist. Er is een derde
fase: de nageboorte.
o Bij de bevalling is er sprake van volledige ontsluiting bij negen centimeter. Onjuist. Dit is pas bij tie
centimeter.
o Voor weeën zijn hormonen nodig. De belangrijkste is oxytocine. Juist. Ook prostaglandines en
oestrogeen spelen een rol.
o Tijdens de uitdrijvingsfase maakt de baby een inwendige spildraai en een uitwendige spildraai.
Juist.
o Forcipale extractie tijdens de bevalling kan geen permanente schade veroorzaken. Onjuist.
Er kan een facialis parese (een verlamming van de aangezichtszenuw) optreden bij een
tangverlossing.
o Er is sprake van een miskraam of spontane abortus bij een doorgeboorte tot 16 weken. Juist.
o Een premature baby wordt geboren onder de 36 weken zwangerschap. Onjuist: geboorte onder de
37 weken.
o Een premature baby is sowieso ook dysmatuur, omdat het een lager geboortegewicht heeft.
Onjuist. Dysmatuur betekent dat de baby een te laag geboortegewicht heeft in verhouding
tot de zwangerschapsduur.
,o De heftige overgang van het intra-uteriene naar het extra-uteriene milieu leidt tot een
sterke ademprikkel. Juist. In het extra-uteriene milieu is het kouder, meer licht, meer geluid
en minder druk op het lichaampje. Dit alles leidt tot een sterke ademhalingsprikkel: de
longen ontplooien zich, de stembanden trillen en de baby begint te huilen.
ONTWIKKELING VAN HET KIND
JUIST-FOUT-vragen
o Er is sprake van een verstoorde ontwikkeling van zodra er afgeweken wordt van de normale
ontwikkeling. Onjuist. Bij slechts 1à2% van de 10% is er daadwerkelijk iets aan de hand. Het
overige percentage doet nog een inhaalmanoeuvre.
o De ontwikkelingsgebieden zijn nauw met elkaar verbonden. Ze kunnen elkaar positief of negatief
beïnvloeden. Juist.
o De motorische ontwikkeling loopt van fijne motoriek naar grove motoriek. Onjuist. Er bestaan drie
wetmatigheden
binnen de motorische ontwikkeling: van craniaal naar caudaal, van centraal naar perifeer en van
grof naar fijn.
o Het Van Wiechenonderzoek is een onderzoek om te beoordelen of de ontwikkeling van een kind
normaal verloopt. Juist. De indicatoren zijn ‘grove motoriek’, ‘fijne motoriek’, ‘communicatie’,
‘adaptatie’, ‘persoonlijkheid’ en ‘sociaal gedrag’.
DE PASGEBORENE
JUIST-FOUT-vragen
o Meconium is de eerste ontlasting van een baby. Juist. De eerste ontlasting wordt binnen de
24u geloosd.
o De ontlasting van een zuigeling is de eerste keer een donkergroen-zwarte, taaie, plakkerige,
geurloze massa. Juist. Deze vorm van ontlasting ontstaat doordat de ongeboren baby
vruchtwater inslikt en daarmee ook afvalstoffen. Die afvalstoffen, het lanugo en de
darmsappen hopen zich in het spijsverteringskanaal op en vormen de meconium.
o Het is normaal dat een zuigeling de eerste dagen na de geboorte tot 10% lichaamsgewicht
verliest. Het verlies
wordt in de week daarna snel goed gemaakt. Juist. De meeste baby’s slapen de eerste 10-
12u na de geboorte. Een pasgeborene spreekt zijn vetvoorraad aan, waardoor hij nog geen
behoefte heeft aan voedsel, en verliest daarnaast heel wat vocht.
o De allereerste melk die de moeder na de bevalling produceert, heet colostrum. Juist. Dit
bevat veel eiwitten,
antistoffen (‘natuurlijke vaccinatie’) en vitamines (A + E + K) en heeft een licht laxerende
werking om de eerste ontlasting te stimuleren.
o Na ongeveer twee weken is de moedermelk rijp. Ze bevat minder suikers en meer eiwitten
dan daarvoor. Onjuist.
De rijpe moedermelk bevat relatief minder eiwitten en meer suikers dan daarvoor.
, o De samenstelling van de moedermelk verandert zelfs tijdens de borstvoeding. Juist. Ze stemt
zich af op de behoefte van de drinkende baby. Zo neemt het vetgehalte toe aan het einde in
functie van het verzadigingsgevoel (achtermelk).
Ook aan het einde van de dag heeft de moedermelk een iets hoger vetgehalte.
o Vitamine K en D moeten extra gegeven worden wanneer je kind alleen maar flesvoeding
krijgt. Onjuist. Dit geldt voor borstvoeding. Bij flessenvoeding zijn deze vitaminen reeds
toegevoegd.
o Oefenhapjes kan je het best voor de borstvoeding of flesvoeding geven. Onjuist. Oefenhapjes
kunnen beste gegeven worden direct na de voeding of tussen twee voedingen door. In het
begin starten met 1-2 keer per dag 3-4 lepeltjes.
o Een pasgeborene ziet simpele contouren en contrasten, maar niet het gehele beeld. Juist.
o De Moro-reflex van een baby is te vergelijken met de schrikreflex bij volwassenen. Juist.
DE ZUIGELINGENPERIODE
JUIST-FOUT-vragen
o Een baby weegt na ongeveer één jaar ongeveer driemaal zoveel als bij de geboorte. Juist: van
3500 gram naar 10 kg.
o Rond 8 maanden kan een zuigeling een nachtje doorslapen. Onjuist. Gemiddeld kan een
zuigeling dit rond 3 maanden.
o Een baby reikt vanaf vijf maanden naar speeltjes. Onjuist. Een baby van drie maanden kan al
naar speeltjes reiken. Na vijf maanden kan de zuigeling objecten al vastpakken, dankzij een
betere oog-hand-coördinatie.
o Een baby van vijf maanden kan omrollen van rugligging naar buikligging en andersom. Onjuist:
enkel van rug naar buik. Vanaf negen maanden is een baby in staat om heen en terug te rollen
tussen buikligging en rugligging.
o Een kind van een maand oud, kan zijn hoofd al goed stilhouden als het overeind gehouden
wordt. Onjuist. Vanaf de vierde maand gaat het hoofdje mee als het kind rechtop getrokken
wordt.
o Een baby van zeven maanden kan zonder steun rechtop zitten en begint langzaam met
tijgeren. Juist.
o Een gemiddelde zuigeling kan rond negen maanden kruipen op handen en knieën. Juist. Een baby
van negen maanden
kan tevens heen- en terugrollen tussen buikligging en rugligging en kan zichzelf optrekken tot
stand.
o Een gemiddelde baby kan rond twaalf maanden zelfstandig lopen zonder steun. Onjuist. Lopen
met steun lukt wel. Gemiddeld kan een baby op 14 maanden zelfstandig lopen, zonder de
steun van anderen.
o Een kind maakt al vanaf de geboorte een onderscheid tussen wie hem oppakt. Onjuist.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nmaes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,55. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.