Wat is filosofie? (1)
Inleiding
- Filosofie = wijsbegeerte
- Filosofie volgens Ambrose Bierce = een stelsel van vele wegen die van nergens naar niets leiden
- Filosofen houden zich bezig met onmogelijke vragen waarop geen duidend en sluitend antwoord kan
worden gegeven
- ‘Wat is filosofie’ opsomming van kenmerken of eigenschappen die je vindt bij alle
filosofen/filosofieën en uitsluitend bij filosofen/filosofieën
3 aspecten: attitude, methodologie, domein
- Britse filosoof Nigel Warburton: “filosofie is een ongewoon onderwerp, waarin de beoefenaars niet
eens weten waarover het gaat”
- Aristoteles: “Alle mensen verlangen van nature naar wijsheid en weten”
Een attitude
- Socrates: werd veroordeeld voor het drinken van de gifbeker
└ Hij deed dit, ookal had hij een uitweg
└ Deze attitude is typisch voor de filosofie
- Filosoof Alfred North Whitehead: “Philosophy begins in wonder. And, at the end, when philosophic
thought has done its best, the wonder remains”
- Comedian Louis C.K.: “You can’t answer a kid’s questions. They just keep coming – more questions:
why,why,why, until you don’t even know who the * you are anymore at the end of the conversation.
It’s an insane deconstruction.”
- Schopenhauer & kierkegaard: vertwijfeling ligt buiten de filosofie vb. bij de meeste mensen op
sommige momenten in het leven (suïcidaal)
DESCARTES
- “we moeten alles betwijfelen, overal kritisch over zijn”
- Ons gezichtsvermogen bedriegt ons vaak door optische illusies, maar het is mogelijk dat onze
zintuigen ons vaker bedriegen dan we denken.
- Zelfs de wiskunde kunnen we betwijfelen
Maar:
- Filosofie is niet enkel kritisch
- In de mate dat kritiek toch heel filosofie kenmerkt, is de attitude toch niet uniek voor filosofen
Attitude = geen goede definitie
,Een methode
filosofie afbakenen van aangrenzende domeinen door te kijken naar de methoden die ze gebruikt
1. Eigen intuïtie
└ 17e-18e eeuw = kennis die op een onmiddellijke manier wordt verkregen, die geen redelijk
mens zou durven te betwijfelen (vb. je pense, donc je suis)
└ 20e eeuw = spontane overtuigingen die we in onze eigen geest aantreffen wanneer we over
een bepaald onderwerp beginnen te denken, de overtuigingen zijn vaak moeilijk te
veranderen of op te geven
Niet uniek voor filosofie, wetenschappers gebruiken het ook
2. Conceptuele analyse
└ Het ontrafelen en verbeteren van concepten die we in het dagelijks leven misschien soms te
achteloos gebruiken (vb. liefde, vrijheid, tijd)
└ Doelt op de belangrijke begrippen die we begrijpen te ontleden in meer eenvoudige
begrippen, zodat we die belangrijke begrippen beter begrijpen en ook kunnen gebruiken
Niet uniek voor filosofie, want niet gebruikt door alle filosofen en zeker niet enkel filosofen
3. Gedachte-experiment
= instrument van de verbeelding, dat gebruikt wordt om nieuwe informatie over een thema te
verkrijgen zonder gebruik te maken van nieuwe empirische data
└ Vb. Brain in a vat
└ Inbeelden dat onze hersenen zich op een andere planeet bevinden, waar en wetenschapper
onze brein allerlei signalen geeft
Niet uniek voor filosofie, niet enkel gebruikt in de filosofie, maar ook in de economie, fysica, …
- Nieuwe filosofische discipline: experimentele filosofie
└ Filosofie waarbij filosofen van mening zijn dat empirisch-wetenschappelijke methoden
kunnen bijdragen aan een oplossing voor traditionele filosofische problemen
Dus:
- Geen unieke methodes
- Als ze uniek zijn, zijn ze niet algemeen filosofisch
Methode = geen goede definitie
,Een domein
De eigenheid van de filosofie heeft te maken met de aard van de vragen en problemen waar ze zich mee
bezighouden
onbeantwoordbare vragen & fundamentele problemen
- Filosoof Thomas Nagel: “we zouden niet ver komen in het leven als we de ideeën tijd, getal, kennis,
taal, goed en slecht niet meestal als vanzelfsprekend beschouwden, maar in de filosofie onderzoeken
we die dingen zelf”
- Feynman herkent zich in een duizendpoot van een gedicht
“Ik heb mijn hele leven aan wetenschap gedaan en steeds geweten wat ik deed, maar ik kan u niet
vertellen welke voet na de andere komt. Bovendien maak ik me zorgen over de analogie in het
gedicht. Ik maak me zorgen dat wanneer ik straks naar huis ga, ik niet langer in staat zal zijn om
wetenschappelijk onderzoek te verrichten.”
- Veel filosofen hebben een voorliefde voor moeilijke & onbeantwoordbare vragen
└ Sommigen beweren dat als deze vragen het voorrecht zijn van filosofen, er geen sprake kan
zijn van vooruitgang in de filosofie
└ Filosofie zou dan meer op kunst lijken dan op wetenschap
Tegenargumenten waarom er in de filosofie geen vooruitgang is:
1. Vooruitgang binnen de wetenschap is niet altijd evident
└ Thomas Kuhn: ontwikkeling van de wetenschappen verloopt in horten en stoten, waarbij
wetenschappelijke paradigma’s elkaar opvolgen zonder echt op elkaar verder te bouwen
2. In filosofie is er wel vooruitgang
└ Sinds moderne tijd: veel wetenschappen ontstaan die lijken op filosofie (bv. psychologie)
└ Sommige filosofische vragen werden na een tijd wel beantwoord brandstof van een
nieuwe wetenschap die met de eer ging lopen
, 4 deeldomeinen
Filosofie is een academische discipline die 4 deeldomeinen bevat
Metafysica
= studie van wat bestaat en van de aard van wat is
- 3 centrale vragen
└ Wat betekent het voor iets of iemand dat het/hij/zij bestaat?
└ Op grond waarvan kunnen we zeggen dat iets bestaat?
└ Bestaat alleen materie, of bestaan ook niet-materiële zaken?
- Een encyclopedie begint met :“Het is niet eenvoudig te zeggen wat metafysica is”
└ De auteurs merken op dat heel wat problemen worden bestempeld als ‘metafysische’
problemen, maar dat er geen eenduidig gemeenschappelijk kenmerk bestaat dat al deze
problemen tot metafysische problemen maakt
Logica
= studie van geldigheid van redeneringen en argumenten
- Logica zorgt voor argumentatieve ‘hygiëne’ = belangrijk onderdeel van kritisch denken
- Deel van logica is gewijd aan weerleggen van drogredeneren
└ Bv. Slippery slope: als we vandaag A doen, zal vroeg of laat B volgen & B is ongewenst dus
mogen we A niet doen
Logici willen weten of zo’n redeneringen geldig of ongeldig zijn en waarom
- Voorbeelden van niet-geldige redeneringen
└ Post hoc (daarna, daardoor), ergo propter hoc (daarna en dus daarom)
└ Affirming the consequent P Q, Q P
└ Vb. Als de lamp kapot is, is het donker. Het is donker dus de lamp is kapot
Epistemologie
= studie van aard en mogelijkheid van kennis ( =kennisleer)
- Epistemologen willen weten wat kennis precies is en hoe we weten wat we denken te weten
- Descartes: “We kunnen geen echte kennis verwerven van schijnbare wiskundige waarnemingen”
- Vb. Brain in a vat = een epistemologisch gedachte-experiment
└ Het gaat over de vraag of en in welke mate het gerechtvaardigd is te geloven dat wat we
denken te weten waar is
Moraalfilosofie of ethiek
= studie van principes die betrekking hebben op goed en kwaad (aard, bestaan)
- Normatieve universum: verzameling van rechten, plichten, aanbevelingen, geboden en verboden
- Voorbeelden
└ Moeten we witte of rode wijn schenken bij een visgerecht? = esthetische kwestie
└ Moeten we asbest laten verwijderen door een gespecialiseerde firma? = juridische kwestie
└ Moeten we ons laten aantrekken van de impact van klimaatverandering op toekomstige
generaties? = ethische kwestie
- Vb. Trolley probleem