Bedrijfsorganisatie Hoofdstuk 1
1. inleiding
Organisaties + bedrijven + ondernemingen → zijn motor v/d samenleving (beginnen klein en
groeien enorm)
o Innoveren om voort te bestaan
o Creëren waarde
o Creëren tewerkstelling
o Creëren inkomen
o Creëren waarde die terug in de economie en samenleving vloeit
doordat de organisaties dit creëren moet de overheid hier zich niet mee bezig te houden =
positief, want kunnen zich focussen op andere dingen!
Kenmerken organisatie:
1. Samenwerking van mensen
• Voorbeeld: Tomorrowland → keiveel mensen moeten samenwerken om dit
voor elkaar te krijgen!
2. Werken aan een gemeenschappelijk doel
• Je idee overbrengen, mensen overtuigen, …
• Doelen zijn heel belangrijk!
• Voorbeeld: Tesla → iedereen moet weten wat het doel is
3. Uiteindelijk doel is voortbestaan v/d organisatie
• Voorbeeld: Guinness → gaat al heel lang mee
• Voorbeeld: Apple, Steve Jobs → wist da hij ongeneselijk ziek was, heeft
opvolger gezocht
2. het model van management en organisatie
De 6 aandachtsgebieden van management en
organisatie.
Organiseren → centraal!
Is nodig voor het optimaal laten werken van
de deelgebieden!
3. organisatiekunde
Organisatiekunde → de oorspronkelijke naam van management en organisatie
= de wetenschap die zich bezighoudt met het bestuderen van gedrag van en in
organisaties en de wijze waarop organisaties bestuurd kunnen worden.
De kern van organiseren
→ mensen i/d organisatie goed laten samenwerken voor een bepaald doel.
Organisatiekunde is interdisciplinair
= verschillende disciplines uit verschillende vakgebieden komen samen
1
,Vakgebieden zoals:
o Bedrijfseconomie
o Algemene economie
o Marketing
o Juridische wetenschappen
o …
Management
= leidinggeven, optimaal doen samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel
te bereiken.
o 3 belangrijke punten:
• Samenwerken
• Optimaal → alles efficiënt laten verlopen
• Bepaald doel bereiken
Manager
= een persoon die sturing geeft aan processen, mensen en middelen om een bepaald doel te
bereiken.
Organiseren
= optimaal doen samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken.
Organisatie
= een
samenwerkingsverband van mensen die een bepaald doel willen bereiken
o Vb. Amnesty International, Landelijke studenten vakbond, Schone kleren campagne, …
Bedrijf
= een organisatie die G of D produceert en daarmee voorziet in een maatschappelijke
behoefte (valt onder het begrip organisatie).
o Voorbeelden van maatschappelijke behoeften:
• Wonen, werken, zorg, onderwijs, kunst, politiek, …
o Vb. ziekenhuizen, gemeentelijk vervoersbedrijf, natuurwetenschappelijk onderzoek TNO, …
o Bedrijf ontstaat dus als de maatschappij behoeften heeft, die het bedrijf kan invullen.
• Bedrijf maakt dus ‘nuttige goederen’
Onderneming
= bedrijven met het doel om winst te maken (valt onder het begrip organisatie + bedrijf)
o Vb. supermarkt, kledingwinkels, restaurants, …
Organisaties indelen volgens profit vs. non-profit
2
, o Profitorganisaties: doel om winst te maken
• De winstdoelstelling is belangrijk voor de continuïteit.
• Dit zijn dus de ondernemingen.
▪ Uitz: sommige ondernemingen zijn not-for-profit-only organisaties.
▪ Dit zijn organisaties die ook bezig zijn met maatschappelijk
verantwoord ondernemen.
o Non-profitorganisaties: gericht op vervullen van maatschappelijke behoeften.
• Voorbeelden maatschappelijke doelen: kunst, educatie, politiek, onderzoek, …
• De diensten zijn vaak wel betalend, maar is niet omdat winst hun doel is.
• Vb. ziekenhuizen, scholen, musea, bibliotheken, ministerie, …
Organisaties indelen volgens rechtsvormen:
o Rechtsvorm = de juridische wijze waarin natuurlijke personen, rechtspersonen of
combinaties daarvan samenwerken voor een gemeenschappelijk doel of belang.
• Rechtsvormen zijn zowel voor natuurlijke personen als rechtspersonen.
o Rechtspersoon = een juridische constructie waardoor een organisatie volwaardig en
handelingsbekwaam op kan treden in het rechtsverkeer met rechten en plichten.
• Vb. afsluiten van contracten, schulden hebben, …
o natuurlijke personen = mensen van vlees en bloed.
Rechtsvormen natuurlijke personen:
o Eenmanszaak
• = één persoon is de eigenaar.
o Maatschap
• = twee of meer personen gaan een specifieke samenwerking aan.
o Vennootschap onder firma (vof)
• = twee of meer personen gaan een samenwerkingsverband aan, en werken
onder een gemeenschappelijke naam/ bedrijf.
o Commanditaire vennootschap (cv)
• = er zijn 2 soorten firmanten, de stille vennoten en de beherende vennoten.
▪ Beherende vennoten: hebben de dagelijkse leiding.
▪ Stille vennoten: zijn enkel financieel betrokken.
Rechtsvormen voor rechtspersonen:
o Eerst maken we een onderscheid tussen 3 rechtspersonen:
• Privaatrechtelijke rechtspersonen
• Publiekrechtelijke rechtspersonen
▪ Vb. ministerie, provincie, zelfstandig bestuursorgaan, …
• Kerkgenootschappen
3
, Rechtsvormen privaatrechtelijke rechtspersonen:
o Naamloze vennootschap (nv)
• = een rechtspersoon waarvan het kapitaal verdeeld is in aandelen die vrij
overdraaSgbaar zijn.
o Besloten vennootschap (bv)
• = rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid, kapitaal is verdeeld in
aandelen die niet overdraagbaar zijn (aandelen op naam).
o Coöperatie
• = een vorm van zelforganisatie van producenten/ verbruikers, gericht op
vergroten van de economische macht + behalen van schaalvoordelen.
o Vereniging
• = twee of meer personen die samenwerken volgens vastgelegde regels, om
een doel te bereiken.
o Stichting
• = een organisatie die erop gericht is een bepaald doel te bereiken, is meestal
een sociaal/ ideëel doel.
FISCAAL: rechtspersonen vs. natuurlijke personen:
o RP → vennootschapsbelasting
o NP → personen belasting
4