Examenvragen Bloedsomloop
Tips
Algemeen:
- 40 MKV, 4 antwoordopties
- Examen duurt 3u maximum
- Andere vorm van bolletjes kleuren dan standaard examens, zie aparte ppt met uitleg. Bolletjes
aanduiden is in dezelfde bundel als de vragen oplossen. Je krijgt kladpapier voor aantekeningen.
- Fourneau is streng over niet eten, drinken en niet naar toilet gaan tijdens het examen
Leerstof:
- Er komen vragen uit de urgentielessen
- Normaalwaardes worden gegeven als je ze nodig hebt
- Veel vragen van Janssens en Fourneau, weinig Verhamme, 5 Willems (3 ECG en 2 theorie, hij
durft ook een normaal ECG geven! Ook vragen uit zijn zelfstudielessen mogelijk), paar vragen
over preventie en beeldvorming etc
- De vragen komen niet altijd overeen met hoe het in de les aangeleerd is, boek en ppt komen
soms ook niet overeen (volg de ppt dan!)
Wikimedica:
- Focus NIET op details en prevalentiecijfers en percentages, ken de grote orde!
- Focus u op de diagnostische testen en hoe deze de differentieeldiagnose kunnen beïnvloeden.
Focus u op het klinisch redeneren
- Raak niet in paniek wanneer je het "juiste" antwoord niet weet. Probeer eerst de kant te
bepalen waar je antwoord zit.
- De casus zelf heeft vaak geen enkel belang, je moet altijd focussen op 'in welke mate wordt mijn
hypothese beïnvloedt door de nieuwe bevinding'. Er zullen soms differentieeldiagnoses gemaakt
worden die totaal geen relatie met de casus hebben, focus hier dan ook gewoon op wat
hierboven gezegd werd.
- Er wordt een formularium gegeven tijdens het examen, deze zal je echter (bijna) nooit nodig
hebben. Je ECG's zullen op A4-grote afgedrukt zijn.
- Protip: los de vragen in groepen van 30 op en vul hierna het antwoordenblad in. Believe me, 132
bolletjes achter elkaar kleuren is madness!
- Extra: het deel 'ECG' is een enorm groot onderdeel van het examen, er worden minstens 10
ECG's (zelfs 15) gegeven, waarnaast er ook een tamelijk grote portie pharmaca gevraagd wordt
die op basis van een ECG wel/niet gegeven mogen worden. Deze zijn enorm grote
puntenpakkers, zijn vaak extremen (--).
- Extra: bepaalde pharmaca herhalen vanuit 3e bach is handig (bv. B-blokkers, ACEI, Cortico's,
Diuretica,...) komt enorm veel terug in bloedsomloop!
Pagina 1 van 45
, Examenvragen Bloedsomloop
Examenvragen Verhamme
Casus 1. Longembool
Je bent spoedarts. Er komt een patiënt met als hoofdklacht dyspnee. Na verdere anamnese en
klinisch onderzoek vind je een Wells score van 3. Je bent beducht voor een longembool.
Hoe ga je best verder te werk?
a. CTPA
b. D-dimeren
c. TTE
d. Start antistolling
Casus 2. Erfelijke en verworven bloedingsneigingen
Je ziet een patiënt met diffuse puntbloedingen op de huid. De patïent zou zelf niet weten hoe dit
komt. Volgens zichzelf is hij een gezonde man met een goede eetlust die soms wel eens iets drinkt.
Hij is niet echt ziek geweest en denkt dat er geen familiale ziektes in de familie zijn. Tijdens het
praten met de patiënt bemerk je dat zijn sclera geel zijn. Je besluit een bloedname te doen.
Welke stollingsfactor is niet gedaald in deze bloedname?
a. FII
b. Proteïne C
c. AT
d. FVIII
Casus 3. Verworven vitamine-K tekort
Je gaat op huisbezoek bij een oudere dame die je afgelopen amoxicilline-clavulaanzuur hebt
voorgeschreven in kader van een pneumonie. De dame heeft de laatste week niet goed kunnen eten
omdat ze zo ziek was, maar haar respiratoire klachten zijn ondertussen al verbeterd. Ze oogt nu wel
best bleek, haar conjuctiva zijn ook bleek en op haar armen zie je grote, donkere hematomen. In
haar voorgeschiedenis weerhoud je een hysterectomie na de bevalling van haar 4de kind zonder
problemen.
Welk probleem vermoedt u?
a. GI-bloeding
b. Diffuse intravasale coagulatie
c. Vitamine-K tekort
d. Er is geen probleem, dit is normaal bij ouderen na een infectie
Casus 4. Behandeling van bloeding bij antitrombotica
Je bent stagiair op de spoeddienst. Om 20.00 u. meldt zich een man van 75 jaar met gedaald
bewustzijn en gevoelsstoornissen unilateraal. De partner van de patiënt vertelt je dat hij de bal van
zijn kleinzoon tegen zijn hoofd heeft gekregen tijdens het voetballen deze namiddag. Hij werd in
1998 gediagnosticeerd met arteriële hypertensie. Ook heeft hij 5 jaar geleden een maagbloeding
gehad. Hij werd bovendien een jaar geleden gediagnosticeerd met voorkamerfibrillatie, waarvoor hij
antistollingsmedicatie neemt. Je vermoedt dat deze medicatie nu een epidurale bloeding heeft
veroorzaakt na een banaal trauma.
Welke medicatie neemt hij waarschijnlijk en wat gebruik je om de bloeding te stoppen?
a. Warfarine en vitamine K
b. Dabigatran en idarucizumab
c. Warfarine en PT-complexconcentraat
d. Edoxaban en idarucizumab
2
, Examenvragen Bloedsomloop
Casus 5. Erfelijke/verworven bloedingsneiging
Een vrouw van 27 jaar probeert al 2 jaar zwanger te worden en heeft in de tussentijd al 2 miskramen
gehad. Onlangs heeft ze ook een diep veneuze trombose gehad in haar linker onderbeen. Je vindt
geen transiënte risicofactoren. Haar grootvader (de vader van haar papa) is wel gekend met een
milde vorm van hemofilie en uit haar bloedonderzoek is gebleken dat haar aPTT verlengd is, maar
haar PT normaal is.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
a. Hemofilie
b. Ziekte van von Willebrand
c. Verworven hemofilie
d. Anti-fosfolipidensyndroom
Casus 6. Peuter met hematoom
Een moeder komt met haar peuter op de raadpleging omdat hij een groot hematoom heeft aan zijn
linkerbovenbeen. Ze zijn de dag ervoor met de familie naar een kinderboerderij geweest. Je doet
een bloedname en verneemt dat de protrombinetijd gestegen is.
Welke oorzaak van de bloeding kan je hierdoor al uitsluiten?
a. Hemofilie A
b. Rattengif-ingestie
c. Congenitaal factor VII tekort
d. Vit K tekort
Casus 7. Hemodynamische instabiliteit bij longembool
Een 85-jarige patiënt presenteert zich op spoed met dyspnoe en hemoptysis. De patiënt is koud,
zweterig en verward. Zijn parameters worden afgenomen en je vindt een BD van 85/60, een pols van
120 en RR van 20/min. Daarnaast doet men een bloedname met bepaling van lactaat en troponines.
Deze zijn beide verhoogd. In de medische voorgeschiedenis weerhoud je een colorectaal carcinoom
waarvoor een colectomie werd uitgevoerd. Er wordt gedacht aan een longembool en men doet een
TTE. Hierop is een RV dysfunctie te zien. Er is geen mogelijkheid om een CTPA te doen.
Wat is de volgende stap?
a. Arteriële bloedgassen prikken voor bepaling PaO2 en PCO2 om de ernst en risico op
mortaliteit in te schatten
b. De patiënt behandelen met LMWH, overlappend en gevolgd door VKA en opname in het
ZH voor monitoring
c. De patiënt behandelen met LMWH, overlappend en gevolgd door VKA, maar opname in
het ziekenhuis is niet nodig
d. De patiënt behandelen met tPA en opname in het ZH voor monitoring
Casus 8. Diabetische patient met wondes op de voet.
Een 72-jarige dame presenteert zich op de raadpleging met verschillende wonden aan haar voet. De
vrouw verteld je dat ze coxartrose heeft en diabetes. Tijdens het klinisch onderzoek zie je Rode
blinkende voeten en trofische letsels. Je wilt nagaan of ze baat zou hebben aan een revascularisatie.
Met welk onderzoek ga je dit na?
a. tcpO2
b. Doppler
c. Duplex
d. geen, je stuurt haar naar de medische pedicure voor verzorging
3
, Examenvragen Bloedsomloop
Examenvragen 2022-2023
Reeks 1
Casus 1. Jonge vrouw (met nog kinderwens) met aortaklepprobleem, wat is geen juiste
behandeling?
a. mechanische kunstklep
b. biologische kunstklep
c. klepherstel
d. ross operatie
Casus 2. Van wat is vegetatie een teken?
a. klepstenose
b. verkalking
c. endocarditis
d. trombose
Casus 3. Tussen welke waarden moet de INR gehouden worden bij een mechanische kunstklep van
de aorta?
a. 2-3
b. 3-4
c. 1-2
d. 0-1
Casus 4. Waarmee komt het openen van de aortaklep overeen op ECG?
a. net voor QRS
b. net na QRS
c. voor P-top
d. net na T top
Casus 5. Welk onderzoek kan je gebruiken om een onderscheid te maken tussen hartfalen met
gereduceerde en bewaarde ejectiefractie?
a. ECG
b. cardiale MRI
c. troponines
d. endocardbiopsie
Casus 6. Wat is een bijwerking van amiodarone?
a. haaruitval
b. xanthopsie
c. interstitieel longlijden
d. metaalsmaak
Casus 7. Man die op spoed kwam met een ECG bij, bradycardie en ik denk ook AV block, welke
medicatie kan je geven om het ritme te versnellen?
a. verapamil iv
b. isoprenaline iv
c. amiodarone iv
d. nitroglycerine iv
4