Samenvatting Hoofdstuk 2 Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht 10de editie
Samenvatting Hoofdstuk 1 Grondtrekken van het Nederlandse Strafrecht 10de editie
Aantekeningen hoorcolleges strafrecht periode A
Tout pour ce livre (47)
École, étude et sujet
Hogeschool Utrecht (HU)
HBO-rechten
Strafrecht
Tous les documents sur ce sujet (20)
Vendeur
S'abonner
qiqivanruler15
Aperçu du contenu
Leerdoelen Strafrecht tentamen:
Week 1: H1, 7 en 11
1. De student kan met behulp van de wet uitleggen of een delict valt onder een misdrijf of
overtreding en waarom dit onderscheid van belang is voor het strafrecht.
Onderscheid misdrijven en overtredingen:
Misdrijven, boek 2 Sr (art. 92 – 421 Sr)
Zwaardere feiten
Poging / voorbereiding wel strafbaar
Medeplichtigheid is wel strafbaar
Voorlopige hechtenis mogelijk
Wel een gevangenisstraf
Berechting door de rechtbank
Overtredingen, boek 3 Sr (art. 424 – 479 Sr)
Lichte feiten
Poging / voorbereiding is niet strafbaar
Medeplichtigheid is niet strafbaar
Geen voorlopige hechtenis
Geen gevangenisstraf (wel hechtenis
Berechting door kantonrechter
Het onderscheid tussen een misdrijf en een overtreding is van belang, omdat misdrijven ernstigere
strafbare feiten zijn. Overtredingen zijn de lichtere strafbare feiten, dus ook een lichtere straf.
2. De student kan met behulp van de wet de belangrijkste procesdeelnemers uit het
strafprocesrecht en diens rechten en plichten opnoemen.
3. De student kan in een gegeven casus aangeven of sprake is van een verdachte krachtens
artikel 27 Sv.
Rg: als verdachte aangemerkt (voordat de vervolging is aangevangen)
Rv1a: (er zijn) feiten (art. 338 Sv)
Rv1b: (er zijn) omstandigheden (art. 338 Sv)
Rv2: (er is een) redelijk vermoeden van schuld
, - Redelijk vermoeden: waarschijnlijkheids-vereiste > de kans dat de verdachte de dader is, is
groter dan de kans dat hij het niet is. Voor een buitenstaander is de beslissing niet onlogisch
of absurd.
Rv3: (dat er) een strafbaar feit (is gepleegd)
(Rv4: een persoon)
(Rv5: vervolging is nog niet aangevangen)
- Hollanda arrest en stormsteeg arrest.
4. De student kan de acht vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv
toepassen op een gegeven casus en de bijbehorende uitspraken van de rechter voorspellen.
Voorvragen, art. 348/349 Sv
1) Is de dagvaarding geldig?
- Uitspraak rechter: Nietigheid van de dagvaarding
2) Is de rechter bevoegd?
- Uitspraak rechter: Onbevoegdheid van de rechter
3) Is de OvJ ontvankelijk?
- Uitspraak rechter: Niet-ontvankelijkheid van de OvJ
4) Is er reden tot schorsing der vervolging?
- Uitspraak rechter: Schorsing van de vervolging
Hoofdvragen, art. 350/351/352 Sv (OVAR: ontslag van alle rechtsvervolging)
5) Kan de tenlastelegging bewezen worden?
- Nee: Vrijspraak
- Ja: ingaan op opzet, pijn/ letsel, causaal verband, culpa etc.
6) Levert het bewezen verklaarde een strafbaar feit op?
- Nee: OVAR wegens niet strafbaarheid van het feit
- Ja: benoem wetsartikel
7) Is de verdachte strafbaar?
- Nee: OVAR wegens niet strafbaarheid van de dader, benoem ook de strafuitsluitingsgrond.
- Ja: benoem de straf en waarom
8) Welke straf of maatregel moet er worden opgelegd?
- Veroordeling, OVAR of vrijspraak?
Week 2: H2 en 3
1. De student kan uitleggen uit welke vier componenten / voorwaarden / lagen het strafbaar
feit is opgebouwd en kan deze koppelen aan artikel 350 Sv.
, Art. 350 Sv en componenten van het strafbare feit gekoppeld:
Art. 350 Sv: Componenten van het strafbare feit:
1. Is het tenlastegelegde bewezen? > Menselijke gedraging
2. Levert dat een strafbaar feit op? > Delictsomschrijving
3. Is de verdachte strafbaar?
- Excuus voor de daad? > Wederrechtelijkheid
- Excuus voor de dader? > Verwijtbaarheid
4. Welke straf of maatregel opleggen?
2. De student kan de vier causaliteitsleren opsommen en de geldende causaliteitsleer
toepassen op een gegeven casus.
1. Conditio sine qua non
2. Causa proxima
3. Redelijke voorzienbaarheid
4. Redelijke toerekening
Richtlijnen uit de uitspraken:
A.C. ‘t Hart (zie ook noot bij Haarlemse doodslag)
1. Niet letaal letsel, dood vloeit voort uit een (medische) misslag geen toerekening aan de
veroorzaker van het letsel
2. Niet letaal letsel, dood vloeit voort uit een complicatie bij de (normaal uitgevoerde)
medische ingreep wel toerekening, zie letale longembolie-arrest
3. Letaal letsel, dood vloeit voor uit niet, niet op tijd, of niet goed ingrijpen wel toerekening,
zie Haarlemse doodslag-arrest
Mogelijke uitzonderingen:
1) Groot tijdsverloop
2) Zeer krachtige tussenschakel
3) Heel veel tussenschakels
4) Aard/ernst gedraging verdachte in verhouding tot andere oorzaken.
5) Geen voorzienbaarheid bij culpoze delicten
Geldende leer: redelijke toerekening
Is het redelijk om causaal verband aan te nemen? De deelvragen hiervoor zijn:
1. Is er een oorzaak – gevolg (CSQN)?
2. Is het redelijk op grond van feiten en omstandigheden?
3. Is het redelijk op grond van de intentie / gedachten van de verdachte?
4. Is het redelijk op grond de externe factoren?
Benoem voor en tegen argumenten om je causaal verband te beargumenteren.
3. De student kan met behulp van de definities van verschillende verwijtbaarheidsvormen in
een gegeven casus herkennen welke van de verschillende verwijtbaarheidsvormen van
toepassing is en welk strafbaar feit de gedraging van de verdachte oplevert.
Alle vormen van opzet en schuld
Dood / zll door schuld (verkeer)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur qiqivanruler15. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €16,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.